Studies on sleep patterns and sleep homeostasis in birds
Promotie: | Dhr. S.J. (Sjoerd) van Hasselt |
Wanneer: | 05 november 2021 |
Aanvang: | 12:45 |
Promotor: | prof. dr. T. (Theunis) Piersma |
Copromotors: | prof. dr. P. (Peter) Meerlo, dr. N.C. Rattenborg |
Waar: | Academiegebouw RUG |
Faculteit: | Science and Engineering |

Kauwen hebben veel REM-slaap, spreeuwen juist nauwelijks
Sjoerd van Hasselt toonde aan aan dat de slaap van vogels zeer gevoelig is voor omgevingsfactoren, wat een grote mate van flexibiliteit suggereert in de regulatie van slaap onder natuurlijke omstandigheden.
Van Hasselt: 'Slaap is een uiterst complex fenomeen dat bestaat uit twee totaal verschillende stadia die elkaar afwisselen, slow-wave slaap (SWS) en rapid-eye-movement slaap (REM slaap). Deze twee slaap-componenten spelen een belangrijke rol in het ondersteunen van het brein en lichamelijke functies. Hoe slaap deze functies precies vervult, is een onderwerp van voortdurend onderzoek en debat. Het meeste van wat bekend is over slaap komt voort uit studies die zijn uitgevoerd in zoogdieren onder strikt gecontroleerde laboratoriumcondities. Echter, slaap is niet zoogdierspecifiek en er wordt vanuit gegaan dat elk levend dier een vorm van slaap heeft. Bovendien geven studies in een laboratoriumomgeving mogelijk geen volledig beeld van de regulerende processen en functies van slaap onder natuurlijke omstandigheden. Om die reden heb ik slaap gemeten bij drie vogelsoorten: de kauw (Coloeus monedula), de spreeuw (Sturnus vulgaris) en de brandgans (Branta leucopsis) zowel onder laboratoriumomstandigheden als onder meer natuurlijke omstandigheden.
De resultaten leveren bewijs voor homeostatische regulatie van SWS bij vogels, vergelijkbaar met wat is beschreven voor zoogdieren, maar leverden ook onverwachte bevindingen op. De ganzen vertoonden bijvoorbeeld alleen een herstel in SWS na een korte slaaponthouding in de in de zomer, maar niet in de winter. Ook vertoonden zowel ganzen als spreeuwen een sterke variatie in de totale hoeveelheid slaap tussen de seizoenen. Vooral de spreeuw sliep in de zomer tot 5 uur per dag minder dan in de winter. Bovendien sliepen zowel ganzen als spreeuwen ongeveer 2 uur minder tijdens nachten met een volle maan dan nachten met een nieuwe maan. Een andere fascinerende bevinding was de sterke variatie in de hoeveelheid REM-slaap tussen de 3 soorten, die varieerde van nauwelijks REM-slaap bij spreeuwen tot een veel hogere, zoogdierachtige hoeveelheid REM-slaap bij kauwen. Dergelijke bevindingen zijn moeilijk te verklaren met de huidige theorieën over de functie van de REM-slaap die grotendeels gebaseerd zijn op studies bij zoogdieren. Samen geven deze bevindingen bij vogels aan dat slaap zeer gevoelig is voor omgevingsfactoren en suggereert een grote mate van flexibiliteit in de regulatie van slaap onder natuurlijke omstandigheden.'