Skip to ContentSkip to Navigation
Over ons Actueel Evenementen Promoties

From voice to speech

The perception of voice characteristics and speech in children with cochlear implants
Promotie:dr. L.L.A.M.G. (Leanne) Nagels
Wanneer:23 september 2021
Aanvang:11:00
Promotors:prof. dr. P. (Petra) Hendriks, prof. dr. ir. D. (Deniz) Baskent
Waar:Academiegebouw RUG
Faculteit:Letteren
From voice to speech

Kinderen met een cochleair implantaat verbeteren luistervaardigheden

Dove en slechthorende kinderen krijgen vaak al op jonge leeftijd één of twee cochleair implantaten (CI’s). Zij leren gesproken taal en spraak bijna volledig op basis van het verslechterde CI-spraaksignaal. De gevolgen hiervan op de ontwikkeling van het verstaan van stemkenmerken en spraak zijn onduidelijk. Daarnaast is het onbekend in hoeverre dit bij CI-kinderen verschilt van normaalhorende kinderen. Leanne Nagels heeft de ontwikkeling onderzocht in het verstaan van stemkenmerken en spraak in achtergrondspraak bij kinderen met een CI en bij normaalhorende kinderen. Zij concludeert dat er een grote ontwikkeling plaatsvindt van deze vaardigheid tijdens de basisschoolleeftijd, en zelfs daarna – bij beide groepen kinderen. Bovendien zijn CI-kinderen beter in het verstaan dan CI-volwassenen die op latere leeftijd pas doof zijn geworden

Wanneer we luisteren naar iemand, geeft de stem veel informatie. Vaak kunnen we bijvoorbeeld horen waar iemand vandaan komt, of hoe oud en gezond iemand is. Deze informatie is belangrijk om de spreker beter te kunnen verstaan en om op één spreker te kunnen focussen. In een druk café moeten we bijvoorbeeld iemands stem kunnen onderscheiden van allerlei andere stemmen en geluiden om te verstaan wat er wordt gezegd. Dove en slechthorenden gebruiken soms een cochleair implantaat: geluid wordt hierbij via een externe microfoon boven het buitenoor direct aan geïmplanteerde elektrodes in het binnenoor doorgegeven. Het signaal dat door de elektrodes wordt afgegeven aan de gehoorzenuw is echter vrij onnauwkeurig, waardoor de kwaliteit van de akoestische informatie veel minder is. Gebruikers hebben daardoor moeite met het verstaan van spraak en het achterhalen van stemkenmerken.  

Leanne Nagels laat in haar onderzoek zien dat er bij kinderen een grote ontwikkeling plaatsvindt in het verstaan van spraak in achtergrondspraak en het horen van verschillen in stemkenmerken  tijdens de basisschoolleeftijd en zelfs daarna.

Deze ontwikkeling lijkt bij CI-kinderen niet alleen gerelateerd te zijn aan het gehoor, maar ook aan cognitieve vaardigheden, zoals selectieve aandacht en inhibitie. Betere cognitieve vaardigheden leiden dus tot het beter verstaan van spraak en stemkenmerken voor zowel normaalhorende kinderen als CI-kinderen. De cognitieve vaardigheden van CI-kinderen zijn daarom een belangrijke factor om rekening mee te houden voor het beoordelen van hun vermogen om spraak te verstaan en verschillen in stemkenmerken te kunnen horen.

Bovendien zijn CI-kinderen zelfs beter in het verstaan van spraak in achtergrondspraak en het horen van verschillen in stemkenmerken dan CI-volwassenen die op latere leeftijd pas doof zijn geworden en een CI hebben gekregen. Dit wordt waarschijnlijk veroorzaakt door verschillen in hersenplasticiteit en vroege blootstelling aan het CI-spraaksignaal. Mogelijk zijn er ook nog andere factoren die een rol spelen, zoals het feit dat CI-kinderen meestal twee CI’s hebben en CI-volwassenen vaak maar één, en mogelijke verschillen in de mate van restgehoor.