The follow-up and results of laparoscopic antireflux surgery
Promotie: | Dhr. J.H. (Jan) Koetje |
Wanneer: | 16 november 2016 |
Aanvang: | 16:15 |
Promotor: | prof. dr. G.M. (Gooitzen Michell) van Dam |
Copromotor: | dr. V.B. Nieuwenhuijs |
Waar: | Academiegebouw RUG |
Faculteit: | Medische Wetenschappen / UMCG |

Patiënt moet bepalen of antireflux-chirurgie geslaagd is
Chirurg in opleiding Jan Koetje onderzocht verschillende vormen van antireflux-chirurgie. Hij raadt het standaard gebruik van een prothesematje af bij een middenrifsbreuk omdat er meestal geen voordelen verbonden zijn aan het gebruik van zo’n matje. Koetje concludeert ook dat antireflux chirurgie een effectieve behandeling kan zijn bij patiënten met chronische hoestklachten. Tot slot pleit hij voor het invoeren van ‘patient reported outcome measures’ die patiënten geruime tijd na de operatie online kunnen invoeren. Of de operatie op lange termijn als geslaagd kan worden beschouwd, hangt volgens Koetje vooral af van wat de patiënt van het resultaat vindt.
Bij gastro-oesofageale refluxziekte stroomt er maaginhoud terug naar de slokdarm. De slokdarm is niet bestand tegen de zure maaginhoud en kan daardoor uiteindelijk ontstoken raken. Dit geeft klachten als zuurbranden, oprispingen of hoesten. Refluxziekte kan ontstaan door een middenrifsbreuk, of een niet goed functionerende sluitspier tussen slokdarm en maag. De behandeling bestaat in eerste instantie uit leefstijladviezen en maagzuurremmers. Patiënten bij wie deze maatregelen niet of onvoldoende helpen, of patiënten die niet levenslang tabletten willen slikken, kunnen een operatie ondergaan.
Een anti-refluxoperatie kan op meerdere manieren worden uitgevoerd. Bij een klassieke ‘fundoplicatie’ wordt de fundus (het bovenste deel van de maag) 360 graden om de slokdarm heen gevouwen en dan vastgehecht. Het is ook mogelijk om de fundus alleen gedeeltelijk rond de slokdarm-maagovergang te hechten. Koetje vergeleek de twee beste gedeeltelijke fundoplicaties, namelijk 180 graden voorlangs en 270 graden achterlangs, en hij concludeert dat beide methoden op korte termijn even effectief zijn tegen refluxklachten.
Verder is het volgens Koetje raadzaam om bij het corrigeren van een middenrifsbreuk niet langer routinematig een prothesematje te gebruiken. Zijn onderzoek laat zien dat er geen voordelen verbonden zijn aan het gebruik van zo’n matje, tenzij het zonder matje niet lukt de breuk te sluiten. Patiënten hebben bij standaard gebruik van een matje niet minder klachten, nieuwe breuken of heroperaties, en wel meer kans op bijwerkingen. Door patiënten tot slot na antireflux-chirurgie te vragen een online vragenlijst in te vullen, krijgen artsen volgens Koetje een beter beeld van de uitkomsten van deze vorm van chirurgie op langere termijn en van de patiënttevredenheid. Online vragenlijsten zijn makkelijk in te vullen, ze geven minder fouten en hebben een hogere ‘response rate’ dan vragenlijsten op papier. Koetje pleit daarom voor een gemeenschappelijke, nationale online database voor heel Nederland.
Jan Koetje (1988) studeerde geneeskunde aan de Rijksuniversiteit Groningen. Hij verrichte zijn promotieonderzoek binnen onderzoeksinstituut CRCG van het Universitair Medisch Centrum Groningen en de Isala in Zwolle samen met dr. Nieuwenhuijs. Koetje werkt nu als chirurg in opleiding bij de Isala in Zwolle. Op 17 en 18 november zal er een symposium plaatsvinden over refluxziekte en de behandeling hiervan. Kijk voor meer informatie op www.refluxinzwolle.nl.