Determinants of recovery after traumatic brain injury

Jaarlijks lopen ongeveer 85.000 mensen in Nederland een traumatisch hersenletsel op, in de volksmond ook wel een hersenschudding (licht traumatisch hersenletsel) of een hersenkneuzing (middelzwaar tot ernstig traumatisch hersenletsel) genoemd. Er is een grote variatie in de wijze waarop mensen herstellen na een traumatisch hersenletsel. 

Het promotieonderzoek van Sandra Rakers richtte zich op het verder verhelderen van belangrijke factoren die van invloed zijn op dit herstel bij een hersenschudding en hersenkneuzing. Hierbij werden denkfuncties (cognitieve functies), vermoeidheidsklachten, manier van omgaan met tegenslagen (coping), angst- en stemmingsproblemen samen met hersenscans onderzocht. Het bleek dat een trager mentaal tempo na een ernstiger traumatisch hersenletsel samenhing met meer cognitieve inspanning en daardoor een hogere mentale vermoeidheid. Bij patiënten met een licht traumatisch hersenletsel werd juist gevonden dat vermoeidheidsklachten sterk samenhingen met psychische spanningen en het terugvallen op passieve coping-strategieën. Binnen de groep patiënten met een licht traumatisch hersenletsel bleken verschillende subgroepen te bestaan die uiteenlopen in de factoren die van invloed zijn op herstel. Het effect van executieve stoornissen op het hanteren van actieve coping strategieën bleek beperkt. Verder boden bevindingen op hersenscans geen duidelijke verklaring voor klinisch herstel na een licht traumatisch hersenletsel. Alles samengenomen liet dit onderzoek zien dat er wezenlijke verschillen zijn tussen de patiënten met een licht, en patiënten met een middelzwaar tot ernstig traumatisch hersenletsel als het gaat om de factoren die een rol spelen bij herstel. Daarom moeten beide groepen binnen de klinische zorg als aparte patiëntgroepen worden benaderd en verdienen ze elk een eigen op maat gerichte behandeling.

Curriculum Vitae

Sandra Elisabeth Rakers (1990) studeerde Life Science &Technology (richtingen Biomedische Wetenschappen en Gedrag- en Neurowetenschappen) en Klinische Neuropsychologie aan de Rijksuniversiteit Groningen. Haar promotieonderzoek vond plaats bij prof. J.M. Spikman en prof. J. van der Naalt op de afdelingen Neurologie en Neuropsychologie van het Universitair Medisch Centrum Groningen. Momenteel is ze werkzaam als neuropsycholoog i.o.t. GZ-psycholoog en ze zal hierna met de opleiding tot Klinisch Neuropsycholoog starten. De titel van haar promotieonderzoek luidt: Determinants of recovery after traumatic brain injury: A neuropsychological perspective on symptoms across the severity spectrum.

Proefschrift: http://hdl.handle.net/11370/45676414-9643-4ccb-ad24-edd61a48cc44