Skip to ContentSkip to Navigation
Over ons Actueel Evenementen Promoties

Macrophages in asthma

3 different types, 2 bad choices, 1 solution
Promotie:Mw. C. (Christina) Draijer
Wanneer:29 april 2016
Aanvang:12:45
Promotors:prof. dr. B.N. (Barbro) Melgert, prof. dr. K. (Klaas) Poelstra
Copromotor:dr. M.N. (Machteld) Hylkema
Waar:Academiegebouw RUG
Faculteit:Science and Engineering
Macrophages in asthma

Rol macrofagen bij ontwikkeling en progressie astma

Christina Draijer heeft onderzocht welke vormen van macrofagen te vinden zijn bij astma en of en zo ja, hoe ze bijdragen aan de ontwikkeling en progressie van astma.

Belangrijke, veelvoorkomende cellen in de long zijn macrofagen. Deze afweercellen hebben daar zeer verschillende functies. Er zijn drie belangrijke vormen: M1, voor het bestrijden van intracellulaire microben; M2, voor weefselherstel en M2-achtige voor het remmen van ontstekingen.

Draijers studies bij astmapatiënten en in muismodellen van astma laten zien dat astma gekarakteriseerd wordt door meer M1- en M2-macrofagen en minder M2-achtige macrofagen in longweefsel dan bij gezonde controles. Haar onderzoek in een muismodel naar de herkomst van deze macrofagen in longen met een allergische ontsteking toonde aan dat er nauwelijks monocyten de longen inkomen om M1- of M2-macrofaag te worden. Het zijn met name alveolaire macrofagen die zich lokaal vermeerderen en een M1- of M2-verschijningsvorm aannemen. Daarnaast wordt hun aantal aangevuld met interstitiële macrofagen die van een M2-achtige interstitiële verschijningvorm veranderen naar een M2 alveolaire verschijningsvorm.

Het remmen van het ontstaan van M2-macrofagen in een muismodel voor astma remde allergische, eosinofiele ontsteking maar leidde tot meer neutrofiele ontsteking met meer M1-macrofagen en meer hyperreactiviteit. De strategie om het aantal M2-achtige macrofagen te verhogen had een beter effect, want dit leidde tot algeheel minder ontsteking in de longen. Deze informatie biedt interessante therapeutische opties die nog niet bestudeerd zijn en die nieuwe mogelijkheden kunnen bieden voor patiënten.

Christina Draijer  promoveert aan de RUG op onderzoek dat zij uitvoerde bij de afdeling Farmacokinetiek, Toxicologie en Targeting  van onderzoeksinstituut GRIP.  Het werd gefinancierd door het Longfonds. Ze vervolgt haar loopbaan als postdoc aan de University of Michigan.