Skip to ContentSkip to Navigation
Over ons Actueel Evenementen Promoties

Dwelling on the edge of the Neolithic

Investigating human behaviour through the spatial analysis of Corded Ware settlement material in the Dutch coastal wetlands (2900-2300 calBc)
Promotie:Dhr. G.R. (Gary) Nobles
Wanneer:03 november 2016
Aanvang:16:15
Promotor:prof. dr. D.C.M. (Daan) Raemaekers
Copromotor:dr. J.H.M. (Hans) Peeters
Waar:Academiegebouw RUG
Faculteit:Letteren
Dwelling on the edge of the Neolithic

Archeologische vindplaatsen Noord-Holland: scheiding domein levenden en doden diffuus

Gary Nobles presenteert in zijn proefschrift een gedetailleerde ruimtelijke analyse van de vindplaatsen Keinsmerbrug, Mienakker en Zeewijk. Hij concludeert onder meer dat er geen harde scheidslijn bestond tussen het domein van de levenden en de doden. Gedurende de bewoning waren de nederzettingen een plaats voor de levenden, na verlating verkregen zij ook een voorouderlijke rol.

De laat-neolithische vindplaatsen Keinsmerbrug, Mienakker en Zeewijk bevinden zich aan de westelijke grenzen van de Enkelgrafcultuur (c. 2900-2300 v. Chr.). De bewoners van deze plaatsen kenden een breed spectrum aan activiteiten: jacht, verzamelen, visserij, landbouw, veeteelt en ambachten. Zij hadden hun eigen regionale tradities, hoewel zij ook in de grensgebieden van deze neolithische cultuurgroep woonden. Nobles toont dat Neolithische huishoudens mobiele eenheden vormden, met zowel vaste als seizoensgebonden nederzettingen. De patronen resulterend uit gedetailleerde ruimtelijke analyses van verspreiding van vondstmateriaal tonen de aanwezigheid aan van begrensde gebieden voor specifieke activiteiten. Deze ruimtelijke structurering van de nederzetting maakt het eveneens mogelijk om verschillende huizen te herkennen.

Nobles’ onderzoek heeft eveneens voor het eerst aangetoond dat neolithische groepen in de kweldergebieden aan de Hollandse kust monumentaliteit kenden en dat er geen harde scheidslijn bestond tussen het domein van de levenden en de doden. Gedurende de bewoning waren de nederzettingen een plaats voor de levenden, maar na verlating verkregen zij ook een voorouderlijke rol. Deze associaties met de voorouders zijn gemonumentaliseerd in Zeewijk – in de vorm van een aanzienlijke structuur – en te Mienakker, waar een gebouw met een menselijk graf in de verlaten nederzetting werd geplaatst. Deze structuren benadrukken de diffuse tweedeling tussen de plaats van de levenden en de plaats van de voorouders.

Gary Nobles studeerde Geographic Information Systems and Spatial Analysis in Archeology. Hij verrichtte zijn onderzoek aan het Groningen Institute of Archaeology, Faculteit der Letteren, gefinancierd door NWO.  Het proefschrift verschijnt bij Uitgeverij Barkhuis, www.barkhuis.nl.