Projection in discourse
Promotie: | Mw. N.J. Venhuizen |
Wanneer: | 26 november 2015 |
Aanvang: | 12:45 |
Promotors: | prof. dr. J. (Johan) Bos, prof. dr. P. (Petra) Hendriks |
Waar: | Academiegebouw RUG |
Faculteit: | Letteren |
De relatie tussen de verschillende bijdragen van een zin
De zin "Bertrand, een beroemd taalkundige, schreef een boek" bevat verschillende bijdragen: er bestaat een persoon die "Bertrand" heet, hij is een beroemd taalkundige, en hij schreef een boek. Deze bijdragen bevatten verschillende soorten informatie; waar het bestaan van de persoon Bertrand wordt aangenomen – gepresupponeerd - presenteren de andere twee bijdragen nieuwe informatie. Daarnaast gedragen de bijdragen zich verschillend ten opzichte van taalkundige constructies. Wanneer de zin in vragende vorm wordt gezet of wordt ontkend, verdwijnt de afleiding dat Bertrand een boek schreef, terwijl de andere bijdragen nog steeds volgen; dit heet ook wel 'projecteren'. Noortje Venhuizen beschrijft in haar proefschrift de relatie tussen de verschillende bijdragen van een zin vanuit theoretisch en empirisch oogpunt. Ze richt zich op projecterende fenomenen, zoals presupposities ('Bertrand bestaat' in bovenstaande zin) en zogeheten conventionele implicaturen ('Bertrand is een beroemd taalkundige'). Venhuizen beargumenteert dat de verschillende bijdragen verklaard kunnen worden op basis van de status van de overgebrachte informatie in verhouding tot de context. Op basis van deze analyse ontwikkelt ze een uitbreiding van het veelgebruikte formele taalkundige systeem Discourse Representation Theory (DRT) waarin de verschillende bijdragen van projecterende fenomenen expliciet worden gemaakt; deze uitbreiding noemt ze 'Projective Discourse Representation Theory' (PDRT). Venhuizen presenteert een empirische computationele analyse gebaseerd op data uit de Groningen Meaning Bank, een corpus bestaande uit teksten geannoteerd met de betekenisrepresentaties van PDRT. Deze analyse illustreert hoe PDRT toegepast kan worden om meer te leren over projectiegedrag. Deze resultaten kunnen worden gebruikt voor de verbetering van taal-georiënteerde computationele toepassingen, zoals automatische vertaalprogramma's.
Noortje Venhuizen studeerde Logica. Ze verrichtte haar onderzoek aan het Center for Language and Cognition (CLCG), Faculteit der Letteren. Venhuizen werkt nu als post-doc aan de Universität des Saarlandes (Saarbrücken).