Monitoring omgevingsbesmetting door patiënten met cytostatica

Omdat van cytostatica bekend is dat ze carcinogeen, mutageen en/of teratogeen zijn, worden ze met veel voorzorgen behandeld. Tijdens het aanhangen van het infuus worden bijvoorbeeld altijd handschoenen gedragen. Recent is echter gebleken dat de patiënt mogelijk zelf een grote bron van besmetting voor de omgeving zou kunnen zijn. Het doel van dit onderzoek is om (d.m.v. analytische methoden) in kaart te brengen hoe groot deze besmetting is en wat het gevaar voor de omgeving van de patiënt is.

Geavanceerde orale afgifte van geneesmiddelen

Onderzoek wordt verricht naar orale toedieningsvormen welke op controleerde wijze geneesmiddelen afgeven. Hierbij komen zowel technologische, biofarmaceutische als farmacologische aspecten aan bod. In het kader van proof-of-concept onderzoek naar een colon-selectieve afgifte bestaat de mogelijkheid om in vitro en humaan onderzoek te doen. Bij het humane onderzoek wordt gebruik gemaakt van stabiele isotopen technologie, GC-MS-analysetechnieken en MRI-beeldvorming.

Het onderzoek vindt plaats in samenwerking met het laboratorium Kindergeneeskunde, afdeling Radiologie en de groep Farmaceutische Technologie en Biofarmacie.

Farmacokinetiek van voriconazol bij patiënten met een invasieve schimmelinfectie

Invasieve schimmel infecties kennen een hoge mortaliteit (50%). Een gerandomiseerde studie heeft uitgewezen dat patiënten met een invasieve schimmel infectie het beste behandeld kunnen worden met de azolen en echincandinen (b.v. voriconazol).

Bij de behandeling van patiënten met voriconazol treden grote farmacokinetische verschillen op. Onderzoek heeft uitgewezen dat deze verschillen weinig invloed hebben op de effectiviteit van de behandeling. Dit onderzoek is echter uitgevoerd in gezonde vrijwilligers en niet in patiënten. Daarom is in het UMCG een observationele studie opgezet waarbij geëvalueerd wordt of de farmacokinetiek van voriconazol beïnvloed wordt door ernst van de ziekte.