Skip to ContentSkip to Navigation
Onderzoek ESRIG - Energy and Sustainability Research Institute Groningen Centre for Isotope Research - CIO Research

Ouderdomsdatering

De ouderdom van koolstof houdend materiaal tot 50.000 jaar oud vindt plaats op het Centrum voor Isotopen Onderzoek (CIO) met behulp van Acceleration Mass Spectrometrie (AMS). Voor de analyse kunnen monsters worden gebruikt van botten, hout en ander materiaal dat organische koolstof bevat. Onze wetenschappelijke staf helpt bij de analyse van resultaten. U kunt monsters door ons laten analyseren volgens de specificaties op de klantenpagina.

Contact voor vragen


Methode

De ouderdom wordt bepaald uit de relatieve concentratie van de isotoop 14C. Deze isotoop ontstaat hoog in de atmosfeer door botsingen van door kosmische straling geproduceerde neutronen met stikstof. Het wordt vastgelegd in vegetatie door fotosynthese en vindt vervolgens zijn weg in de voedselketen. 14C is onstabiel met een halveringstijd van 5730 jaar, waardoor de concentratie van 14C in dood organisch materiaal elke 5730 jaar halveert. De ouderdom van een monster wordt bepaald uit de verhouding van 14C met de meest voorkomende stabiele isotoop 12C. Voor een nauwkeurig resultaat worden ook de relatieve concentraties van de stabiele isotopen 13C en 15N in fossiel bot bepaald. Algemene informatie over de 14C isotoop kan worden gevonden in het artikel de Toekomst van het Verleden.


Bepaling van de 14C waarde

De meting start met het extraheren van de zeldzame 14C isotoop met een Acceleration Mass Spectrometer. In de AMS wordt koolstof uit het monster geioniseerd, electrisch versneld en magnetisch afgebogen, waarbij de zwaardere 14C isotoop minder sterk wordt afgebogen. Een grote versnelling is nodig om 14C te scheiden van stikstof en andere atomen met dezelfde massa. Daartoe gebruikt het CIO een door IonPlus in Dietikon, Zwitserland op maat gebouwde MICADAS versneller.


Monsterbehandeling

Nauwkeurige chronologische bepaling start met zorgvuldige behandeling van het monster en is een tijdrovend proces. De monsters worden eerst schoongemaakt, bijvoorbeeld met een chemische voorbehandeling bij hout of houtskool. Waar nodig wordt de dateerbare fractie vervolgens geëxtraheerd uit het monster; bij botten is dit het eiwit collageen. Eventuele verontreinigingen van het monster worden als volgt verwijderd: Organische monsters worden verbrand en anorganisch materiaal zoals schelpen en ander kalkhoudend materiaal wordt opgelost in zuur om het gas CO2 te produceren. De CO2 wordt tenslotte gereduceerd tot grafiet voor meting van de isotopenfracties met de AMS. Meer details van de methode worden hier beschreven.

Laatst gewijzigd:15 april 2024 10:02
View this page in: English