Skip to ContentSkip to Navigation
Onderzoek DNPP Politieke partijen Communistische Partij van Nederland (CPN) Geschiedenis

CPN jaaroverzicht 1988

Uit: L. Koeneman, I. Noomen en G. Voerman, 'Kroniek 1988. Overzicht van de partijpolitieke gebeurtenissen van het jaar 1988' in: R.A. Koole (red.), Jaarboek 1988 Documentatiecentrum Nederlandse Politieke Partijen (Groningen 1989), 16-58, aldaar 27-31.

Inleiding

1988 was voor de CPN een jaar van licht herstel. De leegloop van de partij was minder groot dan het aantal nieuwe leden dat toetrad. Volgens in oktober door het NIPO gehouden opiniepeilingen zou de CPN, die sinds 1986 uit de Tweede Kamer verdwenen was, zelfs kunnen rekenen op twee zetels. Op een drukbezochte manifestatie ter gelegenheid van het 70-jarig bestaan van de CPN toonde partijvoorzitster Elli Izeboud zich dan ook optimistisch over de toekomst.

Partijbijeenkomsten

Ongetwijfeld één van de oorzaken van het herstel van de CPN was een ledenwerfcampagne, die van start ging op een landelijke partijconferentie op 27 maart in Amsterdam. De campagne zou zeven maanden duren en worden afgesloten op de manifestatie ter gelegenheid van het 70-jarig bestaan. Onder het motto "7 x 70" was het de bedoeling de partij elke maand met 70 nieuwe leden te verblijden. Izeboud sprak de conferentie toe. In haar toespraak toonde ze zich verheugd dat nieuwe, voornamelijk jonge leden toetraden tot de partij. Zij stelde zich nu als taak de CPN opnieuw zichtbaar te maken. Naast het versterken van partij en Waarheid besloot de conferentie onder andere de oppositie tegen het beleid van de regering te versterken; vredeskrachten te organiseren gericht op het stoppen van de modernisering van de kernbewapening en steun te mobiliseren voor de anti-apartheidsbeweging. De manifestatie ter gelegenheid van het 70-jarig bestaan in de Meervaart te Amsterdam op 30 oktober kreeg veel aandacht in de pers. Men constateerde dat de manifestatie zeer goed bezocht was en dat de partij blijkbaar over het ergste dieptepunt heen was. Izeboud benadrukte in haar feestrede dat de manifestatie niet was belegd om terug te blikken in het verleden. Ze ontkwam daar natuurlijk toch niet aan, maar ze constateerde wel: "Een rijke geschiedenis staat niet garant voor een rijke toekomst" en vroeg zich af: "Is in die toekomst een plaats voor een politieke partij als de onze?" Zij meende dat de tradities en doelstellingen van de partij aansporen om door te gaan. In haar rede riep Izeboud de vredesbeweging op weer in verzet te komen, nu de NAVO de korte afstands-kernwapens in Europa wilde gaan moderniseren. Zij viel fel uit naar minister Bolkestein van Defensie, die zich op een bijeenkomst van NAVO-ministers in Scheveningen een fervent voorstander van deze modernisering had getoond.

De Waarheid

Begin januari ontstond opnieuw een conflict binnen de redactie van het dagblad De Waarheid. Evenals in vorige jaren waren bezuinigingen en inhoud van de krant de directe aanleiding. Een stuurgroep had een stringent bezuinigingsplan opgesteld dat onder andere een aanzienlijke personeelsinkrimping behelsde. Bovendien vond men het "nodig over te gaan tot extra inspanningen om de partij te motiveren tot werving, ook via de inhoud van de krant" (CPN-Ledenkrant 1988, nr. 1, p. 4). De meerderheid van de redactie en de medewerkers vond de voorstellen een onaanvaardbare aantasting van haar redactionele verantwoordelijkheid en stapte op. De redacteuren zagen in het plan een poging om van De Waarheid weer een partijkrant te maken. Kort daarna nam ook hoofdredacteur Paul Wouters, die al twee maanden met ziekteverlof was, ontslag. Volgens Wouters was gebleken dat de partijleiding, die een noodredactie had samengesteld van oud-gedienden er inderdaad op uit was om De Waarheid weer om te vormen tot partijkrant. De meerderheid van de redactie en Wouters hadden zich de afgelopen jaren er juist voor ingespannen van de krant "een communistisch dagblad voor heel links" te maken. Na Bart Schmidt en Constant Vecht was Wouters de derde hoofdredacteur in vijf jaar die ontslag nam. Het partijbestuur besloot half januari om door te gaan met het uitgeven van De Waarheid als dagblad en daar ook de maatregelen voor te treffen "zowel wat betreft de ingrijpende bezuinigingen, als wat betreft het vergroten van de werfkracht" (CPN-Ledenkrant 1988, nr. 1, p. 5). Tevens besloot men een commissie in het leven te roepen die moest gaan bemiddelen tussen de verschillende partijen in het conflict. Begin maart bracht de commissie, die bestond uit Harry van den Berg, Joop Mantel en Rieme Wouters, verslag uit aan het dagelijks bestuur. De commissie constateerde dat na het uitbreken van het conflict de verhoudingen tussen de verschillende partijen verder waren verslechterd door het publiekelijk stellingnemen over de kwestie in de pers. De commissie slaagde er echter niet in haar eigen pretentie van bemiddeling waar te maken en draaide die dan ook terug naar "het scheppen van duidelijkheid". Toch was zij van mening dat de meningsverschillen niet van dien aard waren dat een zakelijke politieke discussie onmogelijk was. In maart benoemde het bestuur van de Stichting Bepenak, de uitgeefster van De Waarheid, Frank Biesboer tot nieuwe hoofdredacteur.

Subsidiëring wetenschappelijk en vormingswerk

Toen in mei 1986 de CPN alledrie haar zetels in de Tweede Kamer verloor kwam daarmee ook een eind aan de overheidssubsidiëdring van haar wetenschappelijk bureau, het IPSO, en van vormings- en scholingsactiviteiten. In maart schreef het voormalig Tweede Kamerlid Marius Ernsting een brief aan de Tweede Kamer waarin hij vroeg een eind te maken aan de regel dat alleen in de Tweede Kamer vertegenwoordigde partijen in aanmerking kwamen voor subsidies. In de Eerste Kamer was de CPN immers nog wel met een zetel vertegenwoordigd. Bij zijn verzoek speelde niet alleen eigenbelang mee maar ook het principiële argument dat Tweede en Eerste Kamer gezamenlijk de Staten-Generaal vormen. Daarom zou een zetel in één van beide Kamers voldoende moeten zijn voor subsidies. Zijn brief kwam aan de vooravond van de behandeling van een nieuwe wet op de subsidiëring van politieke instituten. In dit wetsvoorstel bleef de financiële ondersteuning voorbehouden aan partijen met een vertegenwoordiging in de Tweede Kamer. Minister van Dijk (Binnenlandse Zaken) verdedigde eind april zijn voorstel tijdens de behandeling in de Tweede Kamer met het argument dat juist de Tweede Kamer bij uitstek een afspiegeling vormde van het draagvlak dat een partij in de samenleving had. Begin mei werd het voorstel met steun van CDA en aangenomen. Een wijzigingsvoorstel van de PvdA werd verworpen. Begin november verzette de voltallige Eerste Kamer zich echter tijdens de behandeling van het wetsvoorstel heftig tegen de ideeën van Van Dijk. De senatoren legden vooral de nadruk op de eenheid van de Staten-Generaal. Bovendien waren ze van mening dat de samenstelling van de Eerste Kamer op dit moment een actuelere stand van de machtsverhoudingen opleverde dan die van de Tweede Kamer. Toen Van Dijk onverkort vasthield aan zijn voorstel schortte de Eerste Kamer de afhandeling ervan voorlopig op.

Ontwerp-statuten

Reeds lang was in de partij een discussie gaande om tot verandering van de statuten te komen. Redenen voor wijziging waren dat de bestaande statuten niet voldeden aan de eisen van het verenigingsrecht en dat een aantal artikelen op gespannen voet stond met het nieuwe partijprogramma van 1984. Na veel discussie in de partij legde een statutencommissie bestaande uit Salome Bentinck, Ina Brouwer, Kees Hulsman en Kees IJmkers het partijbestuur ontwerp-statuten en huishoudelijk reglement voor met een volledig nieuwe tekst. De meest opvallende veranderingen waren:

  • Regeling van een beroepsrecht voor leden en het instellen van een beroepscommissie;
  • Begrippen als 'onvoorwaardelijke uitvoering van partijbesluiten' en "verbod van fractievorming" werden geschrapt;
  • Regeling van de positie van aparte groepen en overlegvormen binnen de partij (vrouwen, potten/flikkers, zwarten en dergelijke).

De in een vorig ontwerp voorgestelde districtenraad (een soort partijraad) kwam in dit ontwerp niet terug, omdat het bureaucratisering in de hand zou werken. Het partijbestuur stemde in met ontwerp-statuten en reglement en besloot ze voor te leggen aan het 31ste congres op 7, 8 en 9 april 1989.

Publikaties

In oktober publiceerde de CPN het kernpuntenprogramma Manifest voor een werkelijk sociale politiek. Met dit program wilde de CPN zich voorbereiden op de Tweede Kamerkiezingen in 1990. Een aantal opvallende punten eruit: verhoging van het minimumloon met vijftien procent; een nationaal fonds voor werkgelegenheidsprojecten; drastische aanpak van de verzuring van het milieu en een speciale officier van justitie voor de bestrijding van discriminatie.

Ina Brouwer, voormalig fractievoorzitster van de CPN in de Tweede Kamer, publiceerde in 1988 haar boek Tussentijds: beschouwingen over politieke vernieuwing. Haar meest opzienbarende voorstel tot organisatorische vernieuwing was wel dat de CPN bij de eerstvolgende Kamerverkiezingen samen met PPR en PSP een parlementaire kiesvereniging zou moeten vormen. Ook niet partij-gebonden personen zouden kandidaat moeten staan. Marcus Bakker schreef in een recensie van Brouwers' boek dat het denkbeeld van een kiesvereniging hem wel aansprak, maar dat de discussie breder gevoerd moest worden dan alleen in klein-linkse kring (CPN-Ledenkant 1988, nr. 6, p. 4).

Voorbereiding Europese verkiezingen 1989

In september droeg het partijbestuur Nel van Dijk (lid van het Europees Parlement) en Anne de Boer voor als kandidaten voor de kop van de lijst van het Groen Progressief Akkoord (GPA), het samenwerkingsverband van CPN, PPR, PSP en Groene Partij Nederland.

In november stemde het bestuur in met het akkoord dat bereikt was tussen de onderhandelings­delegaties van de partners in het GPA over de kandidatenlijst, de nieuwe naam "Regenboog" en het verkiezingsprogramma. Kritische kanttekeningen plaatste men bij de "nogal negatieve" motivering voor verbreding van het samenwerkingsverband met onafhankelijken. Hoofdpunten van de inzet van de CPN bij de verkiezingen zouden onder andere zijn: "Een schone EG" (gezamenlijke aanpak milieuvervuiling); "Een vredelievende EG" (geen Europese atoommacht en militaire integratie); "Een EG zonder discriminate" (gezamenlijk optreden tegen racisme, fascisme en discriminatie (CPN-Ledenkrant 1988, nr. 8, p. 3).

Laatst gewijzigd:18 oktober 2023 11:28