Skip to ContentSkip to Navigation
Onderzoek DNPP Politieke partijen Communistische Partij van Nederland (CPN) Geschiedenis

CPN jaaroverzicht 1986

Uit: L. Koeneman, P. Lucardie en I. Noomen, 'Kroniek 1986. Overzicht van de partijpolitieke gebeurte­nissen van het jaar 1986' in: R.A. Koole (red.), Jaarboek 1986 Documentatiecentrum Nederlandse Politieke Partijen (Groningen 1987), 15-61, aldaar 26-28.

Inleiding

Voor de CPN was 1986 een "traumatisch" jaar. Na de teleurstel­lende uitslag bij de gemeenteraadsverkiezingen van 26 november, verloor de partij bij de Tweede Kamer­verkiezingen haar drie zetels. Een historische gebeurtenis: voor het eerst sinds 1918 waren de communisten niet meer vertegenwoordigd in de Tweede Kamer. Dit electorale verlies had grote materiële consequenties. De partij verloor ongeveer vier ton per jaar aan inkomsten, hetgeen ontslag van een aantal medewerkers tot gevolg had. De slechte verkiezingsuitslag leverde voor de rest van het jaar veel stof tot bezinning en discussie over de toekomst van het communisme in Nederland en dwong de partij na te denken over een grondige interne reorganisatie.

Congressen

Op 8 februari vond in gebouw De Hoeksteen te Amsterdam de ver­kiezings­conferentie van de CPN plaats. Hier kozen de afgevaar­digden hun kandidaten voor de Tweede Kamer en stelden het verkiezingsprogramma 1986-1990 vast. Verkorting van de ar­beidsduur tot 32 uur per week, verbetering van de koopkracht voor de inkomens tot en met modaal en terugdringing van het defensiebudget tot het niveau van 1974 vormden centrale punten in het programma. Door de arbeidsdtijdverkorting zou het aantal werklozen teruggebracht kunnen worden tot 400.000. Volgens verwachting werd Ina Brouwer tot lijsttrekker gekozen; op de tweede en derde plaats volgden de zittende Kamerleden Evelien Eshuis en Marius Ernsting. Een speciale werkgroep deed het voorstel initiatieven te ondersteunen om alsnog een refe­rendum te organiseren over het plaatsingsbesluit van de kruis­raketten. Daarnaast werd aan het partijbestuur gevraagd in de partij een algemene discussie te organiseren over voor- en nadelen van verschillende vormen van het referendum. De confe­rentie nam deze voorstellen aan. De "Overeenkomst fraktiesa­menwerking CPN-EVP-PPR" waarin de drie fractievoorzitters pleitten voor nauwe samenwerking op fractieniveau, werd even­eens zonder enige discussie aanvaard.

In haar openingsrede noemde CPN-voorzitter Izeboud als voor­naamste inzet van de CPN bij de komende verkiezingen "een voortzetting van de huidige rege­rings­politiek te verhinderen door CDA en VVD in de minderheid te brengen". Het zou er om gaan "om een zo sterk mogelijke progressieve vertegen­woordi­ging in het parlement te bereiken, met daarbinnen een sterke positie van de CPN". Van 28 tot 30 november organiseerde de CPN een driedaags congres, dat aanvankelijk voorzien was voor juni 1987. Naar aanleiding van het verkiezingsdebâcle had het partijbestuur gemeend een vervroegd congres te moeten uit­schrijven. "Het congres moet besluiten opleveren over de activiteit van communisten in de komende periode, rekening houdend met de uiterst beperkte middelen waarover we beschik­ken", aldus het partijbestuur in de beschrijvingsbrief voor het 30ste congres van de CPN. Bij het bepalen van een nieuwe positie oordeelde het partijbestuur de verhouding ten opzichte van de PvdA van grote betekenis. Die partij was op een aantal terreinen naar links opgeschoven en had zich "ontworsteld aan koude-oorlogspolitiek en volgzaamheid aan de NAVO en de Ver­enigde Staten". Het partijbestuur bepleitte een dialoog met de PvdA "op grond van een strijdbare opstelling in vraagstukken van de arbeidersbeweging en de oriëntatie van de vakbeweging (...). Versterking van posities kan niet bereikt worden door ons louter linkser dan de PvdA te profileren in programmatisch opzicht". Ondanks deze uitspraken van het partijbestuur in "een politieke balans" ontkende partijvoorzitter Izeboud in haar openingstoespraak de berichten in de pers dat de CPN toenadering zou zoeken tot de PvdA. Alle progressieve krachten in Nederland zouden gebundeld moeten worden. Toch was er in dat opzicht sprake van een koerswijziging. Er werd minder nadrukkelijk samenwerking gezocht met PPR en PSP. Een gezamen­lijke lijst bij de Tweede Kamerverkiezingen was mislukt en het opnieuw discussiëren over wel of geen samenwerking met PPR, PSP zou geen nieuwe wegen opleveren, aldus het partijbestuur. Naast discussie over de politieke balans, congresresoluties en zaken van huis­houdelijke aard, stond verkiezing van een nieuw partijbestuur op de agenda. Terwijl het congres bij de vele stemmingen over de resoluties grote eensgezindheid vertoonde, ontstond bij het laatste agendapunt, de bestuurs­verkiezingen, grote verdeeldheid. Evenals bij vorige gelegenheden werd de scheidslijn tussen de vernieuwers en de behoudende vleugel duidelijk zichtbaar. Uit honderd kandidaten had een kandida­tencommissie een voordracht opgesteld van 57 namen. De dis­tricten Groningen, Drente en Noord-Holland achtten het voor­stel echter onaanvaardbaar, aangezien een aantal "geest­verwan­ten" op de lijst ontbrak. Ze dreigden hun eigen kandidaten terug te trekken, als er niet een compromis gevonden zou kunnen worden. De discussie nam zoveel tijd, dat de besluit­vorming verdaagd werd naar de volgende zondag. Met ruime meerderheid nam het congres op 7 december de aanbevelingen van de kandidatencommissie bijna zonder wijzigingen over, de alternatieve lijst van de opponenten uit Groningen, Drente en Noord-Holland ten spijt. Aan het begin van de dag had echter de Groningse afgevaardigde Geert Lameris aangekondigd geen consequenties te verbinden aan een nederlaag. Na afloop ver­klaarde oud-partijvoorzitter Izeboud opnieuw beschikbaar te zijn voor deze functie. Twee weken later koos het 55 leden tellende partijbestuur haar unaniem tot partijvoorzitter.

De Waarheid

Op 10 januari maakte de hoofdredacteur van het dagblad De Waarheid, Constant Vecht, bekend deze krant te verlaten. In een afscheidsartikel beschouwde hij dit weggaan - samen met vier andere redacteuren - als een nederlaag. Maar wanneer je "moegebeukt" bent, "en het geloof in de mogelijkheden is aan­getast, dan is het beter om de fakkel over te dragen aan iemand die er eens nieuw en fris tegenaan kan gaan." Gezond­heidsredenen speelden volgens de officiële verklaring van het stichtingsbestuur van de uitgever een belang­rijke rol; in zijn artikel gaf Vecht voor het vertrek van de redactieleden ook andere motieven aan. Er was te weinig waardering geweest voor hun poging een echte onafhankelijke krant te maken, er werd veel ondermaatse kritiek over hun hoofden uitgestort. Constant Vecht werd opgevolgd door Paul Wouters, voorzitter van het districtsbestuur van de CPN te Amsterdam, lid van dagelijks en partijbestuur van de CPN en eindredacteur van de CPN-leden­krant. De banden met de CPN leken hiermee weer te worden aangehaald. Vecht bekleedde de functie van hoofdredacteur zonder lid te zijn van het partijbestuur, aangezien het jour­nalistieke werk bij de krant zich volgens hem niet verdroeg met politieke verantwoordelijkheden.

De oplage van De Waarheid was inmiddels teruggelopen tot 9000. Via een financiële campagne en grote bezuinigingen werd ge­poogd voortzetting van de krant te garanderen. Voor wat be­treft het jaar 1986 zou deze poging in ieder geval slagen.

Paul de Groot

Op 3 augustus overleed op 87-jarige leeftijd oud-partijvoor­zitter en fractieleider van de CPN in de Tweede Kamer, Paul de Groot. Gedurende vier decennia had hij het gezicht en de ideologische kleur van de Communistische Partij van Nederland bepaald. ln 1977 kwam daar een einde aan toen Paul de Groot naar aanleiding van de desastreuze verkiezingsuitslag van de CPN (de partij verloor vijf van de zeven zetels in de Tweede Kamer) de volledige partijleiding aansprakelijk stelde. Dit ging het partijbestuur te ver. De Groot werd z'n erelidmaat­schap ontnomen. Hij werd niet meer betrokken bij de grondsla­gendiscussie voor het 26ste partijcongres. Sindsdien heeft de CPN geen contact meer met hem gehad. In een sobere verklaring noemde het CPN-bestuur Paul de Groot iemand, die "tijdens zijn leven een niet weg te denken bijdrage heeft geleverd aan de strijd van de Nederlandse arbeidersklasse voor vrede, nationa­le onafhankelijkheid, voor sociale en democratische rechten".

Laatst gewijzigd:29 januari 2024 14:49