Skip to ContentSkip to Navigation
Onderzoek Arctic Centre Outreach IMAKA

Interview met directeur Kees Bastmeijer

van Noord- tot Zuidpool
Kees Bastmeijer tijdens SEES.nl/2015
Kees Bastmeijer tijdens SEES.nl/2015

Per 1 september 2022 is Prof. Dr. Kees Bastmeijer benoemd tot directeur van het Arctisch Centrum Groningen (AC) en hoogleraar Arctische en Antarctische studies; de reden voor dit interview. We spreken af dat we zijn voornaam mogen gebruiken en elkaar tutoyeren. Hij zei als eerste dat hij zeer vereerd is om bij het AC te mogen komen werken, bij een groep enthousiaste medewerkers. Zijn liefde voor de Poolgebieden was er altijd al, en kwam voort uit de liefde voor de natuur van kinds af aan.

Kees heeft rechten gestudeerd samen met zijn toenmalige vriendin, die nu ook zijn echtgenote is. Aanvankelijk hield hij zich bezig met de grijze kant van het recht; hij werkte voor het Ministerie van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer (VROM). Vanuit milieubeheer kwam toen de vraag om de Wet bescherming Antarctica op te zetten. Vanwege zijn expertise op het gebied van milieurecht werd Kees hiervoor gevraagd. Samen met zijn interesse voor natuur leidde dit tot een promotieonderzoek op het gebied van de juridische bescherming van Antarctica aan de universiteit van Tilburg. Hij stapte over naar Tilburg en heeft daar gewerkt van 1999 tot 1 september jongstleden, eerst als wetenschappelijk medewerker en sinds 2009 als hoogleraar natuurbeschermings- en waterrecht. Gedurende zijn tijd aan de universiteit is hij steeds meer geïnteresseerd geraakt in multidisciplinair werk. De vacature directeur van het AC leek hem een uitgelezen kans dit in de praktijk te brengen. Daarnaast kent hij de medewerkers van het AC al lang als heel plezierige mensen met veel deskundigheid op een scala aan gebieden.

Kees is van mening dat het Arctisch Centrum krachtig is omdat er veel mensen uit verschillende disciplines werken. Zelf hoopt hij hier een toevoeging aan te gaan geven vanuit het (internationaal) recht en governance. Daarnaast wil hij ook meer focus geven aan Antarctica binnen het Arctisch Centum, maar wel op zo'n manier dat het niet ten kost gaat van het Arctische deel. Vergelijkend onderzoek is zeer essentieel: Noord- en Zuidpool zijn zeer verschillend, maar er zijn zeker parallellen. Er zullen ook bindingen gezocht worden en versterkt worden met beleidsmakers, maar ook binnen de universiteit en het algemene publiek.

De juridische kwesties in Antarctica

Kijkend naar geopolitiek en klimaatverandering vroegen wij naar de juridische status en problemen in het Antarctisch gebied. Hiervoor gaf Kees eerst wat context. Antarctica wordt in principe bestuurd vanuit het Antarctisch verdragssysteem: een reeks verdragen waarin kwesties op basis van consensus worden opgelost. Voor het nemen van besluiten is dus instemming vereist van alle 29 zogenaamde 'consultatieve partijstaten'. Nederland heeft deze status sinds 1990. Het systeem werkt op zich goed, maar is ook een achilleshiel: er hoeft maar één dwarsligger te zijn en elke vorm van beleidsvorming staat stil. Zodoende zijn er de afgelopen 30 jaar weinig bindende afspraken meer gemaakt. Regelmatig wordt hier ook het argument gebruikt dat 'we nog te weinig weten.'Hier ligt ook een uitgelzen kans voor nieuw interdisciplinair wetenschappelijk onderzoek. Een vraag hierop was ook het probleem van krillvisserij: is dat ook onderdeel van het verdragssysteem? Ja, in het CAMLR verdrag (Convention on the Conservation of Antarctic Marine Living Resources), maar hierbij komt ook een ander probleem boven. Binnen het CAMLR verdrag is ruimte gegeven voor 'rationeel gebruik van levende mariene rijkdommen', maar er kunnen gemakkelijk verschillende inzichten bestaan over waar de grenzen van rationeel gebruik liggen.

Vervolgens vroegen wij over verdere uitdagingen. De groei van het toerisme is een grote zorg. Het stilstaan van de beleidsvorming leidt ook hier tot problemen. Uiteindelijk is er recentelijk een resolutie aangenomen dat het bouwen van hotels beoogt te voorkomen, maar zaken als jetski varen, heli-skiën, sportevenementen, e.d. zijn nog altijd ongeremd mogelijk. Ook bestaan er vrijwel geen beperkingen in de gebieden die bezocht kunnen worden. Zeker gezien de snelle toename in toerisme is dit een prangende kwestie. Een andere opkomende kwestie is bio-prospecting: het commercieel exploiteren van biologisch materiaal op basis van wetenschappelijk onderzoek. Het regelen van deze activiteiten is ingewikkeld aangezien wetenschappelijk onderzoek één van de pijlers is van het verdragssysteem, dus dat wil men niet limiteren. Desondanks is het zaak om ook hiervoor duidelijke regels te hebben, die er momenteel niet zijn.

Vervolgens bespraken we de rol van Nederland in deze vraagstukken. Nederland heeft als uitgangspunt om Antarctica te beschermen als één van de laatste wildernissen op Aarde. Dit vraagt dus een strikte regulering, die nu op bepaalde onderwerpen ontbreekt. Nederland vindt dat toerisme kan plaatsvinden, maar binnen grenzen: nadelige gevolgen voor het milieu en de wilderniswaarden moeten worden voorkomen. Vooral de optelsom van de vele activiteiten vormt in dit verband een probleem. Ook maakt Nederland zich sterk voor de aanwijzing van mewer Marine Protected Area’s (MPA’s). Nederland kan ook een rol spelen bij het uitvoeren van onderzoek om besluitvorming te ondersteunen. Daarbij is het belangrijk om ook rekening te houden met klimaatsverandering. Zo krijgt de mens vanwege klimaatverandering steeds meer toegang tot gebieden die voorheen door ijs afgesloten bleven.

Terug naar het Noorden: Arctisch recht

In dit deel van het interview schakelen we over van het zuiden naar het noorden. Op de vraag hoe Kees aankijkt tegen de manier waarop Noorwegen zich momenteel manifesteert op Spitsbergen in het kader van het Spitsbergen verdrag en de belangen van andere landen, begint Kees te lachen en zegt dat hij zich op glad ijs begeeft omdat de andere medewerkers van het AC hier meer van weten: zij zijn al jaren betrokken bij heel veel aspecten en weten heel goed hoe maatregelen uitwerken voor Noren en niet-Noren. Toch wil hij er wel iets over zeggen. Uitgangspunt in het Spitsbergenverdrag van 1920 is dat Spitsbergen officieel Noors territorium is. De Noren mochten het dus de officiële naam Svalbard geven en het gebied aan strenge natuurbeschermingsregels onderwerpen. Belangrijk is dan wel dat Noren daarbij niet bevoorrecht worden ten opzichte van burgers van andere verdragspartijen. En op dit laatste punt ontstaan vooral de laatste jaren meer spanningen. Zo kunnen taal (veel gaat in het Noors) een woonplaats een rol spelen bij het snel en soepel verkrijgen van vergunningen of andere zaken. Op het gebied van visserij speelt ook het nodige, een onderwerp dat om samenwerking vraagt met Erik Molenaar van het NILOS (Netherlands Institute for the Law of the Sea), bij uitstek deskundig op het gebied van zeerecht. Heel concreet zijn ook nog zaken als bescherming van flora en fauna (bijv. positie van trekvogels, de ijsbeer) en de regulering van toerisme. Allemaal zaken die door huidige veranderingen aandacht behoeven. Anticiperen het systeem van het Spitsbergenverdrag en andere verdragen adequaat op alle huidige veranderingen en uitdagingen? Hoe staat het bijvoorbeeld met het “circumpolar network” van beschermde gebieden; een idee uit de jaren ’90? Is dit voldoende tot stand gekomen en werkt het ook in tijden van klimaatverandering? Kortom er zijn dus nog voldoende juridische vragen met betrekking tot de Arctis. Al deze onderwerpen vragen om samenwerking met experts uit andere disciplines; mensen binnen het AC maar ook daarbuiten. Een ander punt is het eigendomsrecht in de Arctis, ook een onderwerp dat de interesse heeft van Kees. Inheemse culturen kennen meer een gebruiksrecht dan een eigendomsrecht zoals wij dat kennen. Op Groenland bestaat geen eigendomsrecht op land maar met investeringen tbv toerisme of mijnbouw ontstaat wel de vraag naar een vaste plek of claims op land, bijvoorbeeld in de vorm van langjarige concessies. Kees zou graag willen onderzoeken of en hoe deze ontwikkelingen de rechten en belangen aantasten van mensen die een "subsistance way of live" willen voortzetten.

Momenteel verricht Kees het nodige werk op het gebied van natuurbescherming in Nederland en Europa, waarbij een belangrijk probleem is het stikstofdossier. Door de afname van inspanningen op dit gebied zal er tijd beschikbaar komen voor Arctische onderwerpen die hij, zo benadrukt hij nogmaals, heel graag in samenhang en samenwerking met de andere medewerkers van het AC wil bestuderen. Wel zal Kees zijn bestuursrol bij de Waddenacademie voor 1 dag per week blijven uitoefenen. Maar ook hier ziet hij zeker een verband met de Arctis b.v. als hij denkt aan trekvogels.

Van de 4 dagen per week die Kees voor het AC gaat werken, zal hij er 3 fysiek ook in het AC aanwezig zijn omdat hij deze aanwezigheid heel belangrijk vindt. Hij kijkt er naar uit om zijn kennis en kunde in te zetten voor alle gebieden waar het AC al actief is en omdat het hem aan ambitie niet ontbreekt zullen er vast nog nieuwe ontwikkelingen komen al was het maar door de recent verworven subsidies. Belangrijk vindt hij ook de samenwerking met andere poolonderzoekers in Nederland, beleidsmakers en het bredere publiek. Hij waardeert daarom ook de goede verbinding tussen AC en IMAKA en kijkt uit naar nieuwe gezamenlijke initiatieven. Tenslotte wensen we Kees en ook het hele AC heel veel succes toe en spreken we over en weer uit hoe blij we zijn met de goede samenwerking AC en IMAKA die we nog lang hopen voort te zetten.

Laatst gewijzigd:14 november 2022 13:50