Skip to ContentSkip to Navigation
Over ons Actueel Nieuws Nieuwsberichten

Taal voor de toekomst

Het belang van meertaligheid in Nederland
02 mei 2023

Een kwart van de bevolking spreekt thuis een andere taal dan het Nederlands. Toch zien we deze culturele en talige variëteit niet terug in het onderwijs. Daar geldt het Nederlands nog altijd als de belangrijkste voertaal. Wat voor impact heeft dat op de meertalige bevolking en op hun rol in de maatschappij? Hoe kunnen we de talige en culturele diversiteit van ons land beter benutten? Dat willen de Nederlandse universiteiten onder de loep nemen met het project Taal voor de Toekomst.

Tekst: Britt Corporaal / Foto’s: Reyer Boxem

‘Het is tijd dat er aandacht komt voor taal als middel van diversiteit en identiteit,’ stelt onderzoeker Merel Keijzer.
‘Het is tijd dat er aandacht komt voor taal als middel van diversiteit en identiteit,’ stelt onderzoeker Merel Keijzer.

Taal voor de toekomst

Taal is een belangrijk onderdeel van onze identiteit. We communiceren ermee en we hebben het nodig om onze gedachten vorm te kunnen geven. In Nederland worden maar liefst 149 talen en dialecten gesproken, die allemaal verbonden zijn met verschillende culturen. Echter, gesprekken over meertalige leerlingen in het onderwijs zijn vaak negatief geladen, wat gevolgen heeft voor de positie van meertaligen in onze samenleving. Zo worden regionale talen en migrantentalen vaak een lagere sociale status toegekend. Wanneer jouw taal wordt afgekeurd, belemmert dat je mentale welzijn en je motivatie om te leren. Het is veel lastiger om nieuwe dingen te leren in een taal die je minder goed beheerst, met als mogelijk gevolg leerachterstanden, wat uiteindelijk kan leiden tot minder goed functioneren in de maatschappij. Meertalige kinderen worden vaak onder-geadviseerd bij doorstroom naar het voortgezet onderwijs. Taal voor de Toekomst wil op de lange termijn een mentaliteitsverandering teweeg te brengen door meertaligheid een natuurlijk onderdeel te maken van het onderwijs.

Kansen voor meertaligen

Taal voor de Toekomst wil onderzoeken hoe scholen en instanties anders kunnen omgaan met het landelijke onderwijsstelsel om zo kansenongelijkheid tegen te gaan en de positie van meertaligen in Nederland te verbeteren. Sterker nog, zij benadrukken dat meertaligheid gevierd zou moeten worden. Onderzoekers Merel Keijzer en Joana Duarte werken, samen met veel van hun collega’s bij Letteren, namens de RUG mee aan de groeifondsaanvraag voor dit project. Keijzer is hoogleraar Engelse Taalkunde en Engels als tweede taal. Bij de RUG geeft zij leiding aan het Bilingualism and Aging Lab, waar onderzoek gedaan wordt naar meertaligheid door het leven heen. Keijzer ziet meertaligheid als een kans die niet ten volle benut wordt: ‘Het is tijd dat er aandacht komt voor taal als middel van diversiteit en identiteit.’ Zij benadrukt het belang van meertaligheid als kracht van Nederland: ‘Ik denk dat we in Nederland gewoon niet goed beseffen hoeveel kennis er is. Dat zou een enorme kennishub kunnen opleveren.’ Bijzonder hoogleraar Duarte is universitair hoofddocent bij de afdeling Minorities & Multilingualism/Fries van de RUG en als lector Meertaligheid en Geletterdheid verbonden aan NHL Stenden Hogeschool. Tevens is zij als bijzonder hoogleraar Wereldburgerschap en Tweetalig Onderwijs verbonden aan de Faculteit der Maatschappij- en Gedragswetenschappen van de Universiteit van Amsterdam. Zij spreekt over kansenongelijkheid: ‘We noemen kansenongelijkheid ook wel het veelkoppige monster. Je kan niet één probleempunt aanwijzen en het daarmee oplossen. Het heeft te maken met meerdere lagen en aspecten in het landelijke systeem over het algemeen.’

‘Het constant moeten onderhouden van twee talen vergt het één en ander aan cognitief vermogen en cognitieve flexibiliteit,’ legt Keijzer uit.
‘Het constant moeten onderhouden van twee talen vergt het één en ander aan cognitief vermogen en cognitieve flexibiliteit,’ legt Keijzer uit.

Co-creatie

Taal voor de Toekomst is een samenwerking tussen alle Nederlandse universiteiten, waarvan Radboud Universiteit Nijmegen de trekker is. Het is een aanvraag bij het Nationaal Groeifonds, waarmee het kabinet geld investeert in onderzoeksprojecten die zorgen voor economische groei op de lange termijn. Deze projecten gaan over allerlei onderwerpen, zoals duurzaamheid, gezondheidszorg of mobiliteit. In Taal voor de Toekomst staat het onderwijs centraal. Een belangrijk onderdeel van de groeifondsaanvraag is co-creatie. Naast de universiteiten zijn ook andere partners betrokken zoals lerarenopleidingen, primaire en secundaire scholen, ROC’s en taalorganisaties. Er wordt gewerkt met Teachers in Residence. Dit zijn ervaringsdeskundigen uit alle lagen van het onderwijs, die contact hebben met onderzoekers en bij hen aangeven waar behoefte aan is in de praktijk, maar andersom nemen zij ook onderzoeksinzichten van de kennisinstellingen mee de praktijk in. Zo kan het meertaligheidsonderzoek meteen toegepast worden om het taalonderwijs te vernieuwen.

Ideale locatie

Elke universiteit die meewerkt aan Taal voor de Toekomst heeft eigen specialisaties wat betreft meertaligheid. De RUG bevindt zich op een ideale locatie om hieraan bij te dragen. Noord-Nederland is immers een natuurlijk laboratorium om meertaligheid te analyseren. In Friesland spreekt men Fries, terwijl veel mensen in Groningen en Drenthe Nedersaksisch spreken. In de asielzoekerscentra komen mensen met allerlei talen binnen. Ook zijn er veel internationale studenten en docenten. Bovendien wordt er Duits gesproken in het grensgebied met Duitsland.

Koppeling aan bestaande expertise

Aan de RUG wordt al verschillend onderzoek gedaan naar meertaligheid, waaronder het verband tussen meertaligheid en cognitie. Keijzer legt uit: ‘Het constant moeten onderhouden van twee talen vergt het één en ander aan cognitief vermogen en cognitieve flexibiliteit. Mensen die dat vaak doen ondervinden daar ook andere voordelen van.’ Zo kan meertaligheid een positief effect hebben op het geheugen en is het zelfs gelinkt aan latere presentatie van dementieklachten bij een specialist. Daarnaast houden onderzoekers van de RUG zich bezig met taalbeleid. Zij onderzoeken hoe er in Nederland wordt omgegaan met meertaligheid en welke effecten dat heeft op meertaligen, bijvoorbeeld in het onderwijs. Hoeveel aandacht wordt er op een school besteed aan meertaligheid? Wordt meertaligheid in het klaslokaal benut of wordt het juist onderdrukt? Welke effecten heeft dit op de meertalige scholieren? De effecten van taalbeleid beïnvloeden vaak de cognitie. Onderzoekers van cognitie en taalbeleid werken dan ook vaak met elkaar samen. Taal voor de Toekomst hoopt deze samenwerkingsverbanden door heel Nederland op te zetten en wil andere specialisaties hierbij te betrekken.

‘Wij merken dat er hulp van buiten het onderwijs nodig is om de echt grote en urgente maatschappelijke uitdagingen aan te kunnen gaan en begrijpen,’ vertelt Duarte.
‘Wij merken dat er hulp van buiten het onderwijs nodig is om de echt grote en urgente maatschappelijke uitdagingen aan te kunnen gaan en begrijpen,’ vertelt Duarte.

BOLD

Om een beeld te schetsen van het meertaligheidsonderzoek aan de RUG vertelt Joana Duarte over haar onderzoek naar taalbeleid en hoe dat gerelateerd is aan de groeifondsaanvraag: ‘Ik ben betrokken bij verschillende opleidingen voor de toekomstige leerkrachten van primair en secundair onderwijs.’ Zij geeft vorm aan een inclusiever curriculum. Momenteel werkt Duarte aan het project BOLD: Building on Linguistic and Cultural Diversity for social action within and beyond European universities. Dit is een samenwerkingsverband met Europese universiteiten waarin de RUG Nederland vertegenwoordigt. Het project dient om leraren in opleiding dichter bij de maatschappij te brengen. Leraren in opleiding lopen doorgaans stage op één school, waar zij niet altijd ruimte krijgen om zelf te experimenteren. Daarom wil BOLD het curriculum van de lerarenopleidingen aanvullen met social actions en service-learning. ‘Wij merken dat er hulp van buiten het onderwijs nodig is om de echt grote en urgente maatschappelijke uitdagingen aan te kunnen gaan en begrijpen,’ aldus Duarte. De studenten moeten dus buiten het onderwijs in contact komen met meertaligheid en met cultureel diverse gemeenschappen. Zij kunnen bijvoorbeeld taallessen geven aan asielzoekers of vluchtelingen en daarbij ook voor hun studie onderzoek doen naar de randvoorwaarden voor een succesvolle tweedetaalverwerving. Dankzij deze ervaringen kunnen leraren in opleiding de maatschappij evalueren en op hun positie reflecteren. Deze kennis kunnen zij vervolgens meenemen in hun toekomstige werk in het onderwijs.

Meer informatie

Laatst gewijzigd:01 mei 2023 08:51
View this page in: English

Meer nieuws