Skip to ContentSkip to Navigation
Over ons Actueel Nieuws Nieuwsberichten

Data Science: het Fries is geen eenheidsworst

30 november 2020
Nanna Hilton
Nanna Hilton

Data verzamelen voor wetenschappelijk onderzoek kan een vreselijke tijdrovende klus zijn. Maar wat als je het doelpubliek van je onderzoek zelf de handen uit de mouwen laat steken, dacht Nanna Hilton, professor sociolinguïstiek aan de Rijksuniversiteit Groningen. Voor haar onderzoek naar taalverandering in het Fries kreeg ze de hulp van 14.000 Friessprekenden en het team Data Science van het Centrum voor Informatie Technologie (CIT) van de RUG. Dat leidde tot verrassende conclusies.

Auteur: Jorn Lelong

Hoe is het tegenwoordig met de Friese taal gesteld? Dat is wat taalwetenschapper Nanna Hilton wilde weten. Zelf komt ze uit Noorwegen, maar door haar achtergrond in sociolinguïstiek kreeg ze gaandeweg steeds meer interesse in de Friese taal.

‘De meeste sociolinguïsten hebben nu eenmaal interesse in talen die niet de norm zijn. Het Fries is een erkende taal in Nederland, maar wel een minderheidstaal. Lang niet alle Friezen hebben de taal van kinds af aan of op school geleerd, en ze spreken daarnaast ook Nederlands. Dat maakt van het Fries een interessante case om te kijken hoe sterk het richting Nederlands opschuift.’

Fiif for tolve

Voor Friezen vormt hun taal een belangrijk deel van hun identiteit. Al jaren voeren de noorderlingen een emancipatiestrijd voor de erkenning van hun taal. In 2014 werd die erkenning compleet: het Fries werd officieel de ‘tweede Rijkstaal’ in Nederland. Ook werd het Fries aan Google Translate toegevoegd, een poging om de taal ook digitaal levend te houden.

Ondanks die verwoede pogingen om de taal te koesteren, zijn er signalen dat het voor Fries stilaan fiif for tolve is. De Nijmeegse taalwetenschapper Geert Driessen publiceerde in 2016 een behoorlijk sombere studie over de toestand van het Fries. Daarin concludeerde hij dat het gebruik van het Fries zowel binnen als buiten het gezin afneemt. Volgens Driessen komt dit omdat de taal niet meer automatisch overgeleverd wordt van vader/moeder op zoon/dochter, zoals vaker bij minderheidstalen. Ook de toegenomen mobiliteit – en dus contact met niet-Friezen – en de stijgende invloed van het Engels zouden het Fries onder druk zetten.

Data aanleveren via een app

Gesproken taal verandert natuurlijk voortdurend. Maar om echt te bepalen of een taal steeds meer richting het Nederlands opschuift of aan variatie inboet, heb je data nodig. Veel data. Dus rekende Nanna Hilton voor haar onderzoeksproject ‘Stimmen fan Fryslân’ op de hulp van de Friezen zelf. Geïnspireerd door eerdere projecten in Zwitserland en Engeland, creëerde ze samen met het Centre for Digital Humanities van de RUG een voor ieder toegankelijke app, die gebruikers toelaat om op een interactieve manier zelf data aan te leveren.

Citizen science op zijn best

Dat kon op twee manieren. Als eerste konden gebruikers zelf woorden inspreken, waarna de app inschatte of de uitspraak past bij het Klaaifrysk, Stadsfries, Stellingwerfs of een van de andere varianten die de Friese taal rijk is.

Daarnaast konden deelnemers bij de Dialektkwis aankruisen hoe ze een bepaald woord uitspreken. Neem het Nederlandse ‘zaterdag’. Zeg je in het Fries dan ‘sneon’, ‘saterje’ of ‘saterdei’? Aan de hand van de keuzes bij negentien verschillende woorden toont de app welke regio karakteristiek is voor de woordcombinaties die de gebruiker opgeeft.

Het nuttige met het aangename verenigen, heet dat. ‘Als je gebruikers gewoon droogweg een spraakopdracht laat insturen, krijg je weinig reacties. Je moet mensen een reden geven om mee te werken, dus koppelden we het aan iets leuks zoals de dialectquiz’, zegt Hilton. Die aanpak wierp zijn vruchten af. Mede omdat Omroep Fryslân en Campus Fryslân de app deelden, werkten in totaal meer dan 15.000 mensen mee aan het project. Een geslaagd voorbeeld van citizen science.

Eens Fries, altijd Fries

Tegen de verwachtingen in blijkt dat het Fries in de meeste regio’s niet verder richting het Nederlands geschoven is. ‘Ik had echt verwacht dat er grote veranderingen zouden hebben plaatsgevonden. Dat ik naar Omroep Fryslân moest teruggaan met de boodschap: er is echt iets aan de hand. Maar gelukkig was dat niet nodig. Mensen verkiezen nog steeds Friese klinkers en woorden, en ook de verschillende lokale variëteiten blijven bestaan.’

Omdat gebruikers van alle leeftijden en streken de app konden gebruiken, bieden de data heel wat stof voor vergelijking. Zo ontdekte Hilton dat jongeren niet vaker het Fries aan de kant schuiven, maar dat ze wel steeds meer een bepaalde variant van het Fries gebruiken. Zo maakt de Friese standaardvorm ‘yell’ (geel) een flinke opmars, ten koste van andere regionale varianten. Taalverandering vindt dus wel degelijk plaats bij Friese jongeren, maar niet op de manier zoals verwacht werd.

Herman Kruitbosch
Herman Kruitbosch

Call for Proposals Data Science: data visualiseren

De hoeveelheid data die bij het project vrijkwam, was ook voor Hilton ongezien. Daarom schreef ze een onderzoeksvoorstel voor de jaarlijkse Call for Proposals van het Centrum voor Informatie Technologie van de RUG. Toen deze eenmaal was toegekend, kreeg ze hulp van data scientist Herbert Kruitbosch bij het verwerken van de data in distributiekaarten met de verschillende Friese accenten, die op de website geplaatst zijn. ‘Dit project was enkel mogelijk dankzij de inspanningen van het publiek, dus willen we ook de resultaten met hen delen. Het is een ding om data te analyseren, maar iets anders om data voor een groot publiek zichtbaar te maken. Op dat vlak heeft Herbert enorm geholpen.

Dialectkaart van het woord 'geel'
Dialectkaart van het woord 'geel'

Spraaktechnologie

In de toekomst ziet Hilton dan ook graag meer samenwerking tussen haar vakgebied en data science ontstaan. ‘Een van de dingen waar taalwetenschappers mee bezig zijn, is hoe onze schrijf- en spreektaal er in de toekomst zal uitzien. Zal ik bijvoorbeeld spraaktechnologie kunnen gebruiken in mijn Noors dialect, of in het Fries? Overal ter wereld wordt die technologie aangepast aan de standaardtaal, terwijl de meeste mensen die niet spreken. Dus moeten we kijken hoe we taalvariatie daarin kunnen integreren met computergestuurde neurale netwerken. Daar kunnen wij, taalkundigen, nog heel wat van leren.’

Meer informatie

Laatst gewijzigd:01 maart 2021 09:55
View this page in: English

Meer nieuws

  • 16 april 2024

    RUG ondertekent Barcelona Declaration on Open Research Information

    De Rijksuniversiteit Groningen heeft de Barcelona Declaration on Open Research Information (Verklaring Open Onderzoeksinformatie) officieel ondertekend. Dit wordt gezien als een grote stap richting verantwoordelijke onderzoeksbeoordeling en open...

  • 02 april 2024

    Vliegen op houtstof

    In Makers van de RUG belichten we elke twee weken een onderzoeker die iets concreets heeft ontwikkeld: van zelfgemaakte meetapparatuur voor wetenschappelijk onderzoek tot kleine of grote producten die ons dagelijks leven kunnen veranderen. Zo...

  • 18 maart 2024

    VentureLab North helpt onderzoekers op weg naar succesvolle startups

    Het is menig onderzoeker al overkomen. Tijdens het werken vraag je je opeens af: zou dit niet ontzettend nuttig zijn voor de mensen buiten mijn onderzoeksveld? Er zijn allerlei manieren om onderzoeksinzichten te verspreiden. Denk bijvoorbeeld aan...