Skip to ContentSkip to Navigation
Over ons Actueel Nieuws Nieuwsberichten

Kosten-batenanalyse nieuwe Zuiderzeelijn Noorden

02 juni 2006
De noordelijke provincies en Flevoland stellen voor een nieuwe hoge snelheidstrein aan te leggen. Dit als reactie op de afwijzing door minister Peijs van de huidige plannen voor een snellere spoorverbinding tussen de Randstad en het Noorden. Deze HST moet van Groningen over Drachten, Heerenveen en Emmeloord over nieuw spoor naar Lelystad lopen en vervolgens over bestaand spoor naar Schiphol en Amsterdam. Bij Heerenveen komt een directe aansluiting op Leeuwarden. De nieuwe HST zal maximaal 250 km/uur rijden en daardoor zal de aanleg 0,7 tot 1,2 miljard euro goedkoper zijn.

Op basis van acht eerdere kosten-batenanalyses hebben Paul Elhorst en Jan Oosterhaven berekend dat het maatschappelijk rendement van dit nieuwe plan tussen de 0,8% en 4,0% ligt. Dat is voor een openbaar vervoersproject een alleszins redelijk rendement, maar lager dan het door het Rijk vereiste minimum van 4%. Behalve met het maatschappelijke rendement dient ook rekening te worden gehouden met extra geluidshinder en het doorkruisen van het landschap. Een andere overweging is de rechtvaardigheid van een andere verdeling van de kansen op werk over Nederland ten gunste van Flevoland en het Noorden. Het gaat hier in totaal om 1.900 tot 3.800 banen.

Netto contante waarde van HST

In plaats van naar het maatschappelijk rendement, kan ook worden gekeken naar de netto contante waarde (NCW) van alle in geld uitgedrukte kosten en baten. Over de periode 2011-2090 is het resultaat bij een discontovoet van 4% een saldo van -2,9 tot +0,0 miljard euro. De precieze uitkomst is afhankelijk van een reeks details. De belangrijkste is de snelheid van de nieuwe lijn. Naarmate deze hoger is wordt het maatschappelijke rendement groter. Voorts is de uitkomst afhankelijk van de discontovoet van 4%. Deze is eigenlijk 1%-punt te laag. De door Ecorys voor het Ministerie gehanteerde discontovoet van 7% voor de baten is echter weer te hoog en resulteert in een duidelijk te lage schatting van de NCW.

Veel minder negatief

Om toch een vergelijking te maken met de netto contante waarde van -5,2 miljard voor de HST‑1 uit de kosten-baten analyse van Ecorys, is de NCW van de noordelijke HST ook bij een discontovoet van 7% berekend. Dit resulteert in een NCW van tussen de -3,2 en -2,0 miljard euro. Hieruit blijkt dat de KBA van Elhorst en Oosterhaven bij een (te hoge) disconto­voet van 7% tussen de 2 en 3 miljard euro minder negatief uitpakt dan de voor het Ministerie opgestelde KBA. De belangrijkste redenen voor dit grote verschil zijn als volgt: (1) volgens de Groningse onderzoekers neemt het aantal reizigerskilometers in zakelijk verkeer niet af, maar toe; (2) Zij houden wel rekening met migratie van pendelaars naar Flevoland en het Noorden het Ministerie niet; (3) de modellen van de RUG maken een veel betere schatting van de werkgelegenheids­effecten.

Deze drie verschillen leiden tot hogere reistijdwinsten en exploitatieopbrengsten, minder aantasting van het Groene Hart, minder congestiedruk in de Noordvleugel en hogere nationale arbeidsmarkt­baten. Daarnaast worden de kosten door Elhorst en Oosterhaven op dezelfde wijze verdisconteerd als de baten, omdat beide even onzeker zijn.

Rechtvaardigheid arbeidsverdeling

Ook de netto contante waarde dient te worden afgewogen tegen de maatschappelijke wenselijkheid van een andere ruimtelijke verdeling van de kansen op werk en welvaart over Nederland. In tegenstelling tot de overige effecten gaat het hierbij niet om een efficiency-effect, in de zin dat de winnaars de verliezers zouden kunnen compenseren en er zelf toch nog op vooruit zouden kunnen gaan. Het gaat om een puur herverdelingseffect (recht-vaardigheid ofwel equity effect). De verdeling van de nationale werkgelegenheidswinst die de nieuwe HST teweeg brengt, pakt positief uit voor zowel Flevoland (met 800 tot 1.300 banen) als voor het Noorden (met 1.100 tot 2.500 banen). Deze herverdeling ten gunste van regio’s met een slechte arbeidsmarktsituatie overtreft de nationale werkgelegenheids­winst van 800 tot 1.700 banen die al is verdisconteerd in de arbeidsmarktbaten. Dit betekent wel dat de herverdeling elders negatief uitpakt, met name in Midden-, in Zuid- en in Oost-Nederland, in regio’s met een meestal betere arbeidsmarktsituatie.

  • Bovenstaande afwegingen geven een indicatie van de complexiteit van de beslissing waarvoor de politiek zich geplaatst ziet. De onderzoekers hopen dat deze samenvatting van de effecten daarbij behulpzaam kan zijn.
Laatst gewijzigd:04 augustus 2020 08:49

Meer nieuws

  • 19 april 2024

    Nieuwe scriptieprijs voor masterstudenten Economie en Bedrijfskunde

    Hoe kunnen we economie en bedrijfskunde studenten prikkelen om in hun masterscriptie aandacht te besteden aan belangrijke maatschappelijke uitdagingen? De 14 Nederlandse faculteiten economie en bedrijfskunde, verenigd in het Decanenberaad Economie...

  • 18 april 2024

    Ward Romeijnders appointed as Professor of Optimization under Uncertainty

    The Faculty of Economics and Business is pleased to announce that Ward Romeijnders has been appointed as Professor of Optimization under Uncertainty. The chair is situated within the Department of Operations.

  • 12 april 2024

    Oratie Corine Noordhoff: Future ready retail

    Tijdens haar oratie zal Corine Noordhoff inzichten verschaffen in de fundamentele elementen om te overleven en je bedrijf aan te passen in de retailsector. Noordhoffs oratie vindt plaats op vrijdag 19 april 2024, 16:15 – 17:00, in de aula van het...