Skip to ContentSkip to Navigation
Over ons Faculteit der Letteren Onze faculteit Actueel

Het Spraaklab komt naar je toe deze zomer!

25 april 2023

Tussen de optredens van je favoriete bands door meedoen aan wetenschappelijk onderzoek? Zo gek is dat niet! Ga je dit jaar naar muziekfestival Zwarte Cross, dan is de kans groot dat je het mobiele Spraaklab aantreft van de Faculteit der Letteren. Prof. Dr. Martijn Wieling , bijzonder hoogleraar Nedersaksische / Groningse Taal en Cultuur en dr. Defne Abur , universitair docent Spraak- en Spraaktechnologie aan de Faculteit der Letteren, doen met hun team promovendi taalwetenschappelijk onderzoek bij festivalbezoekers.

Tekst: Theone Joostensz

Vorig jaar toerden Martijn Wieling en zijn team met het Spraaklab langs maar liefst zes festivals: Zpannend Zernike, het Letterenfestival van onze eigen faculteit, Expeditie Next, Zwarte Cross, Noorderzon en het Festival della Scienza in Genua. Het doel: data verzamelen voor taalwetenschappelijk onderzoek en het publiek enthousiasmeren voor de wetenschap.

“Onderzoek doen bij publieksevenementen en festivals is om meerdere redenen een heel goed idee”, zegt hij. “Je betrekt een veel breder publiek bij je onderzoek, niet alleen mensen die aan de universiteit verbonden zijn of die in de buurt wonen. Het is een heel efficiënte manier van onderzoek doen omdat je in korte tijd ontzettend veel data verzamelt. Wat wij in een week tijd op een festival aan data verkrijgen, daar doe je normaal gesproken een jaar over. En, heel belangrijk, we vertellen het publiek op een aansprekende manier wat we doen en wat het belang is van ons onderzoek.”

“Voor de studenten die meegaan met het team is het ook een enorm goede manier om onderzoekservaring op te doen”, zegt Defne Abur. “In een paar dagen tijd leren ze alles: van deelnemers informeren en werven tot onderzoek uitvoeren en analyseren. Bovendien is het een leuke omgeving om onderzoek te doen.”

Festival della Scienza Genua
Festival della Scienza Genua

Mobiel Spraaklaboratorium

Sinds 2021 doet Wieling met zijn onderzoeksteam allerlei festivals aan in het mobiele Spraaklab van de Faculteit der Letteren. Spraaklab is een rijdend laboratorium met een werkruimte en een geluidsgedempte ruimte waar onderzoekers onder meer spraakopnames maken en tong- en lipbewegingen tijdens het spreken meten. Door sensoren op de tong te plaatsen, kunnen kleine verschillen in de uitspraak van woorden worden gemeten. Dat levert een schat aan informatie op over hoe dialecten en streektalen van elkaar verschillen en waar die verschillen precies zitten. De verzamelde spraakdata zijn daarnaast van groot belang voor de ontwikkeling van spraaktechnologie voor het Nedersaksisch en daarbinnen het Gronings, een van de onderzoekslijnen waar Wieling aan werkt.

“Spraaktechnologie bestaat bijvoorbeeld uit het geautomatiseerd omzetten van spraak naar geschreven tekst”, zegt Wieling. “Dit soort technologieën worden vooral ontwikkeld voor grotere talen, zoals het Engels en Nederlands. Dat werkt goed, want er is veel bronmateriaal. Voor bijvoorbeeld het Gronings of Drents is dat veel minder het geval. Met het Spraaklab kunnen we gemakkelijk de provincie inrijden om die data te verzamelen. We vinden het belangrijk om spraaktechnologie voor streektalen te ontwikkelen, ook omdat dit het behoud en het gebruik van de streektaal kan stimuleren.”

Noorderzon, Groningen
Noorderzon, Groningen

Spraak en Parkinson

Abur onderzoekt de bewegingen van de tong, de lippen en de luchtwegen die tezamen zorgen voor de spraakproductie. Ze is vooral geïnteresseerd in hoe de spraakproductie afwijkt bij mensen met de ziekte van Parkinson. “Een uniek symptoom van Parkinson is dat de spraak van mensen verandert: die wordt onduidelijker en er doen zich problemen voor met de ademhaling. We weten niet waarom en hoe dat precies gebeurt, maar we weten wel dat de eerste veranderingen zich al voordoen ongeveer tien jaar voordat de diagnose Parkinson wordt gesteld. Er verandert iets specifieks aan het spraaksysteem, nog ver voordat er andere symptomen ontstaan zoals een tremor. Als we onderzoeken hoe de spraak verandert, misschien krijgen we dan een antwoord op hoe de ziekte zich ontwikkelt en kunnen we ook betere spraaktherapieën ontwikkelen voor mensen met Parkinson.”

Abur onderzoekt het spraaksysteem vooral door te kijken naar in hoeverre mensen in staat zijn hun spraak aan te passen als er iets fout gaat, bijvoorbeeld wanneer ze zich verspreken. “Als ik per ongeluk ‘kat’ zeg in plaats van ‘bad’, dan hoor en voel ik meteen dat er iets niet goed gaat en kan ik het direct corrigeren.” Ze geeft een voorbeeld van een experiment om het spraaksysteem te onderzoeken. Het is een experiment dat ze vorig jaar met Spraaklab tijdens het Festival della Scienza in Genua uitvoerde. “De deelnemer leest hardop enkele woorden voor terwijl hij een koptelefoon draagt. We onderzoeken dan specifiek wat er gebeurt wanneer hij een verspreking probeert te corrigeren.”

Enerzijds kijkt Abur hoe mensen reageren, anderzijds geeft haar onderzoek een beeld van hoe goed mensen zich kunnen aanpassen als er wat verandert aan de manier waarop ze hun spraak produceren, zoals dat gebeurt bij mensen met Parkinson. “Mijn doel is om het spraaksysteem goed genoeg te begrijpen om mensen te helpen bij spraak- en stemtherapie. Een groot probleem bij de huidige therapie voor mensen met Parkinson is dat ondanks dat het heel effectief is, de symptomen na verloop van tijd terugkomen. Omdat we niet goed genoeg begrijpen waarom de stem verandert, bestaat er nog geen lange-termijn-therapie.”

Zwarte Cross, de Achterhoek
Zwarte Cross, de Achterhoek

Begin klein

Het Spraaklab staat alweer klaar voor een mooi nieuw festivalseizoen. Wieling en Abur hopen naast Zwarte Cross onder meer ook Noorderzon aan te kunnen doen. Welke tips hebben ze voor onderzoekers die ook graag willen deelnemen aan festivals? Wieling: “Begin klein, dat hebben wij ook gedaan. Op onze eerste festivals hadden we alleen een echoapparaat bij ons waarmee we mensen konden laten zien hoe hun tong beweegt tijdens het spreken. Als bedankje kregen ze een uitgeprinte echo mee naar huis. Inmiddels hebben we een heel scala aan activiteiten, maar het is dus prima om met één leuke activiteit te beginnen.”

Een tweede tip is om je eerst te richten op wetenschapsfestivals zoals Zpannend Zernike in Groningen of het Weekend van de Wetenschap. Je hebt dan sowieso een geïnteresseerd publiek dat open staat om mee te doen aan jouw experiment.

“Je moet je onderzoeksvraag ook goed afstemmen op het publiek van het festival waar je naartoe gaat”, voegt Abur toe. “Op het Festival della Scienza in Genua waar we vorig jaar met het Spraaklab zijn geweest, lopen mensen rond van alle leeftijden, van jong tot oud. We hebben daar het experiment uitgevoerd waarbij we iets in de spraak van mensen veranderden om te kijken hoe ze daarop reageren. We keken specifiek naar de invloed van leeftijd bij dit experiment. We weten dat de relatie tussen horen en spraak verandert naarmate we ouder worden. Hoe werkt dat bij kinderen en hoe vergaat het hun opa’s en oma’s? Over de resultaten kan ik hopelijk binnenkort iets zeggen, want die worden op dit moment verwerkt.”

“Tot slot moet je ervoor zorgen dat je activiteit niet te lang duurt”, zegt Wieling. “Je kunt mensen op een festival niet vragen om een uur lang mee te doen met een onderzoek. Maar tien of vijftien minuten, dat willen de meesten wel.”

Hij hoopt dat het Spraaklab ook dit jaar weer veel aanloop krijgt: “Iedereen is van harte uitgenodigd om deel te nemen aan een leuk wetenschappelijk experiment en op die manier bij te dragen aan belangrijk onderzoek.”

Laatst gewijzigd:24 april 2024 15:30
View this page in: English

Meer nieuws