Skip to ContentSkip to Navigation
Over ons Faculteit Gedrags- en Maatschappijwetenschappen Organisatie Actueel Promoties & Oraties GMW

Interaction, communication, and stress in adults with congenital deafblindness and an intellectual disability

Promotie:Mw. K.A. (Kitty) Bloeming-Wolbrink
Wanneer:27 augustus 2020
Aanvang:11:00
Promotors:prof. dr. H.J.M. (Marleen H.J.M.) Janssen, prof. dr. J.M.A. Riksen-Walraven, prof. dr. A.J.J.M. Ruijssenaars
Waar:Academiegebouw RUG
Faculteit:Gedrags- en Maatschappijwetenschappen
Interaction, communication, and stress in adults with congenital
deafblindness and an intellectual disability

Contact met doofblinden met verstandelijke beperking

Hoe ervaart iemand met doofblindheid en een verstandelijke beperking de wereld? Hoe verloopt de interactie en communicatie met anderen? Hoeveel stress ervaart hij of zij? Dit zijn vragen die aan de orde komen in het proefschrift van Kitty Bloeming-Wolbrink.

Gedurende 6,5 jaar volgde zij zeven volwassenen met aangeboren doofblindheid en een verstandelijke beperking. In deze periode verhuisden zij naar woningen die zijn aangepast aan hun behoeften. De communicatiepartners die in deze woningen werkten, waren geschoold in de interactie en communicatie met mensen met doofblindheid. De focus in hun benadering verschoof van de verstandelijke beperking naar de doofblindheid. De effecten van deze veranderingen op de interactie en de expressieve communicatie waren positief.

Op een later moment is de effectiviteit gemeten van een interventieprogramma dat is gericht op interactie en uitingen, gebaseerd op een bodily emotional trace (BET). Dit zijn lichamelijke uitingen van herinneringen, zoals het maken van een beweging, het aanraken van een plek op het lichaam, of het nabootsen van een sensatie. Deze uitingen zien er vaak anders uit dan men zou verwachten, waardoor het moeilijk is ze te herkennen. De communicatiepartners zijn gecoacht met behulp van videoanalyse. De effecten van het interventieprogramma waren overwegend positief.

Ook is de dagelijkse cortisol-curve van de deelnemers onderzocht. De verwachting was dat deze curve afwijkingen zou vertonen, ten gevolge van de ernstige en chronische stress die de doofblindheid met zich meebrengt. Deze verwachting werd in het onderzoek echter niet bevestigd.

De conclusie is dat het mogelijk is de interactie en communicatie tussen volwassenen met aangeboren doofblindheid en een verstandelijke beperking en hun communicatiepartners (bijvoorbeeld begeleiders) te verbeteren, onder meer door het scholen en coachen van de communicatiepartners. Het is hierbij wel van belang dat de aandacht voor scholing en coaching van communicatiepartners structureel is.