Skip to ContentSkip to Navigation

Parkinson's disease and impairments in executive functions

assessment and treatment from a neuropsychological perspective
PhD ceremony:Ms T.T. (Thialda) Hoogstins-Vlagsma
When:April 25, 2019
Start:14:30
Supervisors:prof. dr. J.M. (Joke) Spikman, prof. dr. T. (Teus) van Laar
Co-supervisor:dr. A.A. Duits
Where:Academy building RUG
Faculty:Behavioural and Social Sciences
Parkinson's disease and impairments in executive functions

Strategie- en functietraining bij patiënten met de ziekte van Parkinson

De ziekte van Parkinson (ZvP) is een neurodegeneratieve ziekte, die gepaard gaat met zowel motorische als niet-motorische symptomen, zoals cognitieve stoornissen. Stoornissen in executieve functies (EF) komen frequent voor bij patiënten met de ZvP. EF zijn essentieel om doelgericht gedrag te vertonen. Stoornissen leiden tot een afname van het zelfstandig functioneren en van ervaren kwaliteit van leven. In het proefschrift van Thialda Vlagsma werd middels neuropsychologisch onderzoek onderzocht hoe stoornissen in EF zich kenmerken bij de ZvP. In een RCT werd onderzocht of cognitieve behandeling (strategie- versus functietraining) deze stoornissen kan verbeteren in het dagelijks leven.

Patiënten met de ZvP lieten een vergelijkbaar profiel van stoornissen zien op neuropsychologische tests voor cognitieve flexibiliteit, inhibitie en planning (aspecten van EF) als patiënten met niet-aangeboren hersenletsel (NAH), voor wie cognitieve behandeling gericht op stoornissen in EF een standaard behandeloptie is. Beide groepen stelden vergelijkbare hulpvragen en doelen op voor cognitieve behandeling. Zowel neuropsychologische tests als vragenlijsten bleken van toegevoegde waarde te zijn om EF problemen bij patiënten met de ZvP in kaart te brengen. Mentale traagheid heeft geen negatieve invloed op neuropsychologische testresultaten, maar bij het interpreteren van specifieke aandachttests moet motorische traagheid wel in beschouwing worden genomen.

Zowel strategietraining (ReSET) als functietraining (Cogniplus) leidden bij patiënten tot enige subjectief ervaren verbetering van executief functioneren in het dagelijks leven. Beide behandelingen hadden echter geen effect op het algemene niveau van participatie en de kwaliteit van leven. Er kan niet gesteld worden dat strategietraining de voorkeur heeft boven functietraining.