Herman Bröring Ridder in de Orde van Oranje Nassau

Prof.mr.dr. Herman Bröring is op 24 april benoemd tot Ridder in de Orde van Oranje Nassau.

Bröring (Stadskanaal, 1959), hoogleraar Bestuursrecht van de Faculteit Rechtsgeleerdheid aan de RUG is sinds 1982 verbonden aan de faculteit. Hij geldt als een uitermate veelzijdige en gezaghebbende wetenschapper en pionier op het gebied van Bestuursrecht en hij staat bekend als een analytisch en scherpzinnig jurist en een bevlogen en betrokken docent. Opmerkelijk is zijn maatschappelijke betrokkenheid, met name voor de gaswinningsproblematiek, waarbij hij zich onvermoeibaar en belangeloos inzet voor de rechten en positie van de gedupeerde burgers in het Groninger gasveld.

Baanbrekend onderzoek bepalend voor de rechtspraktijk

Bröring heeft vanaf het begin van zijn wetenschappelijke loopbaan een niet te onderschatten rol gespeeld voor de rechtsvorming. In zijn proefschrift ontwikkelde hij een geheel nieuwe, baanbrekende visie op de juridische betekenis van niet-wettelijke regels die bepalend zijn geworden voor de rechtspraktijk. Hiervoor ontving hij de Stibbe Prijs. Vervolgens heeft hij als wetenschapper en hoogleraar belangwekkende, relevante bijdragen geleverd op tal van rechtsgebieden die vallen onder het zogenaamde soft law, variërend van richtlijnen en beleidsregels tot schadevergoedingsrecht en boetebesluitvorming. Daarmee heeft hij het Groningse bestuursrecht blijvend op de kaart gezet. Zijn wetenschappelijke publicaties zijn talrijk en worden vaak geciteerd.

Grensoverschrijdende pionier

Als vroeg in zijn wetenschappelijke carrière oversteeg Bröring de grenzen tussen privaatrecht, strafrecht en staats- en bestuursrecht en bevorderde hij de wisselwerking tussen empirisch onderzoek en de rechtswetenschap. Hij wordt dan ook gezien als een pionier op het gebied van soft law. Zo was hij medeauteur en een van de redacteuren van het rapport ‘Schurende Rechtsordes’ over de juridische status van de eilandgebieden van de Nederlandse Antillen en Aruba en het boek dat hierover later uitkwam. Hij gaf ook leiding aan een derdegeldstroom-onderzoek dat leidde tot een fundamentele discussie over de inhoud en reikwijdte van de regeling van beleidsregels in de Algemene wet Bestuursrecht. Met zijn collega’s van de vakgroep Strafrecht schreef hij het rapport ‘Referentiekader van Geldboetes’ dat toonaangevend is geworden voor de manier waarop geldboetes in het bestuurs- en strafrecht worden berekend. Tegelijkertijd maakte hij hiermee een einde aan de wirwar van regels op dit gebied. Hij verrichtte verder pionierswerk op het gebied van de handhaving van rechtsregels in het bestuurs- en strafecht. Op dit moment is hij in opdracht van het Wetenschappelijk Onderzoek- en Documentatiecentrum (WODC) van het ministerie van Justitie en Veiligheid bezig met een onderzoek naar de schorsing van bestuurlijke boetes tijdens bezwaar of beroep.

Grote betrokkenheid bij de gedupeerden in het Groningse gasveld

De maatschappelijke waarde van de betrokkenheid van Bröring komt vooral naar voren in zijn niet aflatende en belangeloze inzet op het gebied van de besluitvorming rondom windparken, het vliegveld Lelystad en de gaswinningsproblematiek in Groningen. Hij was als adviseur nauw betrokken bij de totstandkoming van het Besluit mijnbouwschade Groningen en hij adviseert zowel het ministerie van Economische Zaken en Klimaat als de provincie Groningen over onder andere het gasdossier en het schadeprotocol. Sinds de beving in Huizinge in 2012 heeft hij zich de problemen van de gedupeerde bewoners in het gasveld zeer aangetrokken. Met zijn nuchtere, vriendelijke benadering van de problemen is hij voor hen een vraagbaak en een baken van rust. Dit blijkt bijvoorbeeld uit de spreekbeurten die hij in zijn vrije tijd vaak geeft aan burgers. Belangenorganisaties doen ook graag een beroep op hem om op begrijpelijke wijze juridische adviezen te geven met betrekking tot de problematiek rondom zowel de gaswinning als windenergie en andere omgevingsprojecten. Adviezen waar mensen echt iets aan hebben en die erop zijn gericht om hen te ‘empoweren’, zodat ze weerwerk kunnen geven. Daarnaast zet hij zich als geboren en getogen Groninger in zijn vrije tijd graag in voor de taal en cultuur van Groningen en vervulde hij dan ook verschillende bestuursfuncties gericht op het versterken van de culturele identiteit van Groningen.

Gewaardeerd bestuurder

Bröring staat bekend, binnen en buiten de faculteit, als een zeer gewaardeerd bestuurder. Als eerste directeur van het Centrum voor Recht, Bestuur en Samenleving (CRBS) organiseerde hij tal van congressen en bundels en was hij een van de initiatiefnemers van de oprichting van het internationale Legal Research Network. In dat kader zette hij jaarlijks conferenties op die zijn uitgegroeid tot een breed, internationaal netwerk. Ook was hij de trekker van de summer schools voor promovendi die aan deze conferenties voorafgingen. Verder heeft hij een belangrijke bijdrage geleverd aan het structureren van het wetenschappelijk onderzoek. Op zijn eigen kalme, vriendelijke manier heeft hij grote veranderingen tot stand gebracht, waarmee hij groot respect verwierf onder zijn medewerkers. Zijn collega’s noemen hem bijzonder trouw en hij fungeert voor velen als vertrouwenspersoon. Bröring is ook voorzitter van de Commissie Wetenschappelijke Integriteit en lid van de Geschillenadviescommissie van de RUG en hij gaat daarbij lastige en delicate klussen bepaald niet uit de weg. Hij bestudeert de dossiers altijd erg goed, gaat enorm betrokken en accuraat te werk en is bovendien in staat zowel prettig leesbaar als juridisch kloppend te schrijven. Daarbij stelt hij zich respectvol op naar alle partijen en probeert hij altijd of er een goede, minder juridische oplossing te vinden is.

Inspirerende en betrokken docent

Studenten roemen de manier waarop Bröring hen op bevlogen wijze enthousiasmeert voor het Bestuursrecht en hen leert om zelf na te denken over juridische kwesties en de rol van overheden en burgers. Hij inspireert zijn studenten al tijdens de bachelor fase met zijn praktijkvoorbeelden en de manier waarop hij de verbinding weet te leggen tussen de wetenschap en het maatschappelijk belang. Verder heeft hij de Groningen Graduate School of Law opgebouwd en geleid en was hij nauw betrokken bij de begeleiding van excellente studenten die het honourstraject volgden. Ook heeft hij zich enorm ingezet voor de Universiteit van Aruba, zowel op het gebied van onderwijs als onderzoek. Hij speelde een cruciale rol als promotor bij de allereerste promotie aan deze universiteit. Hij vervult hier nog steeds een grote rol als gasthoogleraar en geldt voor wetenschappers en bestuurders als expert ten aanzien van het publiekrecht van de Caribische gebieden van het Koninkrijk.