Skip to ContentSkip to Navigation
Over ons Actueel Nieuws

Who's at risk?

Prediction in term pregnancies complicated by hypertensive disorders
Promotie:Mw. K. (Karin) van der Tuuk
Wanneer:16 december 2015
Aanvang:14:30
Promotors:prof. dr. P.P. van den Berg, prof. dr. B. Mol
Copromotors:dr. M.G. van Pampus, dr. H. (Henk) Groen
Waar:Academiegebouw RUG
Faculteit:Medische Wetenschappen / UMCG
Who's at risk?

Predictiemodellen kunnen een rol spelen in de verloskunde

Een landelijke studie toonde enige tijd geleden aan dat inleiden beter is dan afwachten bij vrouwen die aan het einde van hun zwangerschap te maken krijgen met hoge bloeddruk of zwangerschapsvergiftiging. Karin van der Tuuk onderzocht welke voorspellende factoren kunnen helpen bij de besluitvorming voor een individuele patiënt.

Van der Tuuk stelde verschillende modellen op, de eerste om te kunnen voorspellen welke vrouwen het hoogste risico hadden van verslechtering van de ziekte. Onder andere de leeftijd van de vrouw, de zwangerschapsduur, het feit of het voor de vrouw de eerste zwangerschap was en verschillende bloedwaarden bleken onafhankelijk voorspellers van verslechtering. Ook voor het risico van overmatig bloedverlies na de bevalling ontwikkelde Van der Tuuk een model, waarmee met succes een onderscheid kan worden gemaakt tussen vrouwen met een hoog en laag risico op deze complicatie.

Slechte uitkomsten voor kinderen van wie de moeder aan het einde van de zwangerschap lijdt aan hoge bloeddruk of zwangerschapsvergiftiging, bleken moeilijker te voorspellen, wellicht omdat een slechte uitkomst weinig voorkomt. Ten slotte ontwikkelde Van der Tuuk een model om te voorspellen wie middels een keizersnede zal bevallen. Tegen de verwachting in bleek onder andere dat vrouwen bij wie de baarmoedermond nog niet geheel rijp was, meer baat hadden bij een inleiding dan vrouwen met een rijpe baarmoedermond. Daarnaast bleek de niet-lineaire toename van de bloeddruk die werd waargenomen, de kans op een keizersnede te vergroten.

Van der Tuuk concludeert dat predictiemodellen relevant kunnen zijn voor de besluitvorming en behandeling in de verloskunde. Of deze modellen in de praktijk bruikbaar zijn om de behandeling van vrouwen met hoge bloeddruk of zwangerschapsvergiftiging in de laatste fase van de zwangerschap te optimaliseren, zal aanvullend onderzoek moeten uitwijzen.

Karin van der Tuuk (1980) studeerde Geneeskunde aan de Rijksuniversiteit Groningen. Na de opleiding tot gynaecoloog is zij sinds 2013 werkzaam in deze functie in het UMCG. Haar promotieonderzoek maakt deel uit van het onderzoeksprogramma Reproductive Origins of Adult Health and Disease van onderzoeksinstituut SHARE. Het kwam tot stand met financiering van ZonMw.