Towards improved risk prediction of incident atrial fibrillation and progression of atrial fibrillation

Atrial fibrillation is the most common cardiac arrhythmia of all cardiac arrhythmias. Atrial fibrillation is expected to increase in prevalence in the coming years. In this thesis, risk factors for newly developed atrial fibrillation and factors that contribute to the progression of atrial fibrillation were investigated. The severity of atrial fibrillation was also assessed using new non-invasive techniques.The first part of the thesis looked at new risk factors for the development of atrial fibrillation. Using the PREVEND database, it was clear that vascular damage measured by albumin excretion in the urine is associated with newly developed atrial fibrillation. This shows that the underlying vascular problem plays an important role in the development of atrial fibrillation. No new biomarkers were found in another cohort (FRAMINGHAM Heart study).The second part looked at a new non-invasive way of making an electroacardiogram. Extensive body surface mapping revealed subtle changes in the electrocardiogram of patients with and without atrial fibrillation.In the third part of the thesis, the progression of atrial fibrillation was examined. Two cohorts observed that if the atrial fibrillation becomes more present, it will be associated with worse outcomes. Gender differences were also specifically looked at, but these were not observed.

Op weg naar een betere risicovoorspelling van het ontstaan van boezemfibrilleren

Van alle hartritmestoornissen is boezemfibrilleren de meest voorkomende hartritmestoornis. De verwachting is dat boezemfibrilleren de komende jaren zal toenemen. In zijn proefschrift zocht Marcos naar nieuwe risicofactoren bij het ontstaan van boezemfibrilleren en naar factoren die bijdragen aan progressie van boezemfibrilleren. Tevens werd de ernst van het boezemfibrilleren beoordeeld middels nieuwe niet-invasieve technieken.

Allereerst keek hij naar nieuwe risicofactoren voor het ontstaan van boezemfibrilleren. Door gebruik te maken van de database Prevention of Renal and Vascular End-stage Disease (PREVEND) werd duidelijk dat vasculaire schade, gemeten door albumine-uitscheiding in de urine, geassocieerd is met het ontstaan van boezemfibrilleren. Dit laat zien dat een onderliggend vaatprobleem een belangrijke rol speelt bij het ontstaan van boezemfibrilleren. In een ander cohort (FRAMINGHAM Heart study) werden geen nieuwe biomarkers gevonden.

Vervolgens keek hij naar een nieuwe niet-invasieve manier van het maken van een hartfilmpje. Door middel van een uitgebreider hartfilmpje, body surface mapping, bleek dat er subtiele veranderingen zijn in het hartfilmpje van patiënten met en zonder atriumfibrilleren.

Ten slotte keek Marcos naar progressie van boezemfibrilleren. Door middel van twee cohorten werd er geobserveerd dat, wanneer het boezemfibrilleren meer aanwezig is, dit gepaard gaat met slechtere uitkomsten. Er werd specifiek ook gekeken naar geslachtsverschillen, maar deze werden niet geobserveerd.

CV Emaldo Marcos Emaldo Marcos (1983) studeerde Geneeskunde aan de Rijksuniversiteit Groningen. Zijn promotieonderzoek vond plaats bij afdeling Cardiologie van het Universitair Medisch Centrum Groningen. Marcos is momenteel werkzaam als arts in opleiding tot specialist (AIOS) ouderengeneeskunde. De titel van zijn proefschrift luidt: "Towards improved risk prediction of incident atrial fibrillation and progression of atrial fibrillation".

Dissertation: http://hdl.handle.net/11370/935cb6ec-8069-45d1-9d75-6b0bf0f03b3d