Skip to ContentSkip to Navigation
Over ons Actueel Evenementen Promoties

Gods Woord gemeengoed

Een sociale geschiedenis van de Delftse Bijbel (1477-ca.1550)
Promotie:Dhr. J.M. van Duijn
Wanneer:12 juni 2014
Aanvang:12:45
Promotor:prof. dr. B.A.M. (Bart) Ramakers
Copromotor:S. (Sabrina) Corbellini, Prof
Waar:Doopsgezinde Kerk
Faculteit:Letteren
Gods Woord gemeengoed

Bijbel in late middeleeuwen al ruim beschikbaar in volkstaal

De Bijbel was in de late middeleeuwen al ruim beschikbaar in de volkstaal. Bovendien lijkt er sprake geweest te zijn van nauwe samenwerking en contact tussen vertalers, drukkers en publiek. Dit gaat in tegen de opvatting dat de Bijbel in de middeleeuwen was voorbehouden aan de geestelijkheid of dat volkstalige bijbels in de late middeleeuwen zelfs niet bestonden. Dat concludeert Mart van Duijn op basis van zijn proefschrift Gods Woord gemeengoed. Een sociale geschiedenis van de Delftse Bijbel (1477-ca. 1550).

Gods Woord gemeengoed geeft een sociale geschiedenis van de Delftse Bijbel (1477) tot ongeveer 1550. Als eerste gedrukte bijbel in de Nederlandse taal en als een van de vroegste Nederlandstalige gedrukte boeken heeft de Delftse Bijbel in de loop van de geschiedenis veel aandacht gehad van verzamelaars en onderzoekers, en is deze bekend komen te staan als een cultuurhistorisch fenomeen. Er is zelfs geopperd dat deze bijbel heeft bijgedragen aan de Nederlandse (religieuze) identiteit. Veel vragen met betrekking tot de Delftse Bijbel zijn echter nog onvoldoende beantwoord of zijn zelfs nooit eerder gesteld, zoals die naar de vroege receptie van dit boek. In zijn proefschrift benadrukt Mart van Duijn de nauwe verbondenheid die er bestond tussen de Delftse Bijbel en de samenleving waarin deze ontstond en voor het eerst werd ontvangen. Door achtereenvolgens in te gaan op de inhoud, de vorm en de receptie van deze bijbel wordt een geschiedenis geschreven die gekenmerkt wordt door samenwerking, flexibiliteit, individualiteit en onafhankelijkheid. Dit is een beeld dat ingaat tegen de algemene opvatting dat de Bijbel in de middeleeuwen was voorbehouden aan de geestelijkheid en dat volkstalige Bijbels zelfs niet bestonden. Al ver voor Maarten Luther in de jaren 1520 met zijn vertaling de Bijbel zogezegd bevrijdde voor het grote publiek, werden door drukkers zoals die van de Delftse Bijbel al stappen in die richting gezet.

Mart van Duijn studeerde Middeleeuwse studies. Hij verrichtte zijn onderzoek bij het onderzoeksinstituut ICOG, aan de Faculteit der Letteren.