
Children with chronic abdominal symptoms in general practice
Promotie: | drs. S.M. Ansems |
Wanneer: | 15 november 2024 |
Aanvang: | 11:00 |
Promotor: | prof. dr. M.Y. (Marjolein) Berger |
Copromotor: | dr. G.A. (Gea) Holtman |
Waar: | Academiegebouw RUG |
Faculteit: | Medische Wetenschappen / UMCG |

Kinderen met chronische buikklachten in de huisartsenpraktijk
Op het spreekuur van de huisarts komen regelmatig kinderen met chronische buikklachten. De huisarts staat voor de uitdaging om zeldzame ernstige aandoeningen op tijd te herkennen en verwijzen. Tegelijkertijd is het belangrijk dat kinderen met een functionele aandoening niet te vaak worden onderworpen aan diagnostisch onderzoek en verwijzingen, dat kan klachten in stand houden en voor onnodige kosten zorgen. In dit proefschrift onderzocht Sophie Ansems hoe we huisartsen kunnen helpen bij deze uitdaging.
Uit huisartsenregistraties bleek dat zij relatief vaak medische interventies doen bij deze kinderen, zoals diagnostisch onderzoek (één op drie), medicatie (één op drie) en verwijzing naar het ziekenhuis (één op zes). Een verwijsstrategie gebaseerd op het testen van fecaal calprotectine in de ontlasting zou kunnen zorgen voor minder verwijzingen. In een gerandomiseerd onderzoek werd deze strategie vergeleken met standaardzorg. De strategie was alleen (kosten-) effectief wanneer huisartsen zich hielden aan alle aanbevolen test- en verwijsstappen. Dit deden zij maar bij zes op de tien kinderen. Een mogelijke verklaring is dat huisartsen medische interventies ook gebruikten voor andere doeleinden, zoals het verbeteren van de arts-patiëntrelatie. Voordat de strategie wordt opgenomen in de richtlijnen, moet worden onderzocht hoe we ervoor kunnen zorgen dat huisartsen zich aan alle strategiestappen houden.
Uit interviews bleek dat ouders vooral op zoek zijn naar erkenning, geruststelling en een verklaring voor de klachten en dat huisartsen vooral moeilijkheden ervaren met de geruststelling en behandeling van kinderen met functionele buikklachten. Verder onderzoek naar communicatietools en eerstelijnsbehandelingen kan daarom de zorg voor kinderen met chronische buikklachten verbeteren.