Een leegstaand lokaal als ruimte voor talentontwikkeling kind

Maak van leegstaande lokalen op scholen in krimpregio’s een ruimte voor algemene talentontwikkeling van kinderen. Dat betoogt onderwijskundige Wilske Hager aan de hand van haar onderzoek voor de wetenschapswinkel Onderwijs in opdracht van OBS de Drift in Grolloo.

Krimp

Veel basisscholen in krimpgemeenten hebben te maken met leegstaande lokalen. Vooral kleinere scholen, zoals OBS de Drift in Grolloo, kampen met dit probleem. Het bestuur van de school vroeg aan de Wetenschapswinkel Onderwijs hoe de inrichting van het lokaal beter aansluit bij het schoolplan, zonder dat het de school te veel kost.

Beleid

Wilske analyseerde thema’s als totale ontwikkeling, leeromgeving en coöperatief leren. Ze inventariseerde de wensen voor het lokaal bij leerkrachten, ouders en externe organisaties, zoals de lokale kinderopvang. Ook betrok zij de leerlingen in het proces. Uiteindelijk bundelde ze de punten uit het schoolplan en de wensen van de betrokkenen in één plan: het Parelplan.

Parelplan

Volgens het Parelplan moet het lokaal zich richten op de brede ontwikkeling van het kind: handvaardigheid, muziek, knutselen en dans. Aansluiting met grote activiteiten in het dorp, zoals het Holland International Blues Festival, vallen hier ook onder. Daarnaast raadt Wilske aan ook de ouders, die ieder ook hun eigen talenten hebben, te betrekken bij de invulling van het lokaal. Zo biedt het lokaal letterlijk ruimte voor een groot scala aan activiteiten, die allen kunnen bijdragen aan de ontwikkeling van het kind.