Drie 'aardscheerders' blijken toch ongevaarlijk
Een team van sterrenkundigen van de Rijksuniversiteit Groningen heeft vastgesteld dat drie planetoïden, waarvan werd gedacht dat ze een gevaar vormen voor de aarde, de komende honderd jaar zeker niet zullen inslaan. Ze kwamen tot hun resultaten na spitwerk in telescooparchieven met behulp van geavanceerde datascience-technieken.
Aardscheerders (of NEO's, naar het Engelse near-earth objects) zijn planetoïden die dicht bij de aarde komen. De NASA en de ESA hebben een lijst met ongeveer 1350 gevaarlijke aardscheerders die binnen honderd jaar mogelijk op aarde inslaan. Om de aardscheerders in de gaten te houden, gebruiken ze speciale telescopen.

Gevaarlijker
De onderzoekers van de RUG legden de lijst met gevaarlijke aardscheerders langs honderdduizenden foto's van de Europese VLT Survey Telescope in Chili. Deze telescoop heeft een onder Nederlandse leiding ontwikkelde 268-megapixel groothoekcamera, OmegaCAM genaamd. Die kijkt dieper en verder dan de officiële aardscheerdertelescopen. De honderdduizenden afbeeldingen worden opgeslagen, verwerkt en geanalyseerd met in Groningen ontwikkelde softwaresystemen voor grote sterrenkundige gegevensbestanden. De software draait bij het Donald Smits Centrum voor Informatie Technologie (CIT) van de RUG.
De sterrenkundigen ontdekten op de archieffoto's tienduizenden voornamelijk ongevaarlijke kandidaat-planetoïden. Ook konden ze van drie tot voor kort gevaarlijk geachte aardscheerders duidelijker de baan bepalen. Daaruit bleek dat die aardscheerders minder gevaarlijk zijn dan gedacht. Eén planetoïde bleek juist gevaarlijker. Gelukkig is dat een vrij kleine van slechts enkele meters doorsnee.

Verwijderd
Een voorbeeld van een tot voor kort gevaarlijk geachte planetoïde is de veertig meter grote 2019 DP. Die aardscheerder is officieel ontdekt in 2019, maar de Groningers vonden de aardscheerder terug op archiefbeelden uit 2017. ‘Dankzij die voor-ontdekking konden we de baan van 2019 DP flink nauwkeuriger bepalen’, zegt de leider van het onderzoek Teymoor Saifollahi van het Kapteyn Instituut voor sterrenkunde van de RUG. 'We weten nu dat 2019 DP niet zo dicht in de buurt van de aarde zal komen als gedacht. NASA en ESA hebben 2019 DP dan ook inmiddels verwijderd van de lijst.'
Rees Williams van het Donald Smits Centrum voor Informatie Technologie van Rijksuniversiteit Groningen vult aan: 'Dit is een mooi voorbeeld hoe waarnemingen en IT-systemen van sterrenkundigen ook maatschappelijke meerwaarde hebben.'
Dit werk werd mogelijk gemaakt door financiering gecoördineerd door ESA's Planetary Defence Office. Er is gebruikgemaakt van de Big Data Layer van het Target Proeftuin Project: Mining Big Data. De Target Proeftuin wordt ondersteund door Samenwerkingsverband Noord Nederland (SNN) en financieel ondersteund door het Europees Fonds voor Regionale Ontwikkeling. Het datascience softwaresysteem AstroWISE draait op krachtige databases en rekenclusters van het Donald Smits Centrum van de Rijksuniversiteit Groningen dankzij steun van onder meer NOVA.
Tekst: NOVA
Laatst gewijzigd: | 07 februari 2025 12:32 |
Meer nieuws
-
08 oktober 2025
Niet elk plastic hoeft bio-based of afbreekbaar te zijn
Per persoon gooien we zo’n 33 kilo plastic verpakkingsmateriaal weg per jaar. Hoogleraar polymeerchemie Katja Loos werkt aan een duurzamere toekomst voor plastics - door te kijken naar meer dan alleen het materiaal zelf.
-
06 oktober 2025
De genAI bubbel zal barsten, maar geef AI niet op!
'Mensen blijven maar zeggen dat generatieve AI een universele tool is die veel meer kan,’ zegt Michael Biehl, hoogleraar Machine Learning. ‘Maar vroeg of laat zal de genAI-bubbel barsten,’ stelt hij. Maar dat betekent niet dat we alle AI maar met het...
-
01 oktober 2025
In de Wetenschap-podcast: Ajay Kottapalli over zeehondensnorharen en ultragevoelige sensoren
'In de Wetenschap' is de podcast van de Rijksuniversiteit Groningen. In deze aflevering hebben we Ajay Kottapalli te gast, universitair hoofddocent aan het Engineering and Technology Institute Groningen en medeoprichter van de start-up Sencilia.