Skip to ContentSkip to Navigation
Onderwijs De Graduate Schools van de faculteiten Graduate School of Religion, Culture and Society PhD Programme

Landgoed als leerschool

Biografie van Philip Dirk baron van Pallandt van Eerde (1889-1979)
Promotie:dr. H.W.J. (Joke) Draaijer, MA
Wanneer:26 september 2019
Aanvang:16:15
Promotors:prof. dr. Y.B. (Yme) Kuiper, prof. dr. M.P.A. de Baar
Waar:Academiegebouw RUG
Faculteit:Religie, Cultuur en Maatschappij
Landgoed als leerschool

Philip Dirk baron van Pallandt: een adellijk buitenbeentje

Philip Dirk baron van Pallandt (1889-1979) was een spiritueel idealist. Hij faciliteerde zijn leven lang de educatie van jongeren en zette zich in voor natuurbehoud in Nederland. Volgens Joke Draaijer had Van Pallandt geen sterke hang naar het verleden en was hij op sommige gebieden zijn tijd vooruit. Hij wilde niet koste wat het kost handhaven wat niet meer op traditionele wijze te handhaven viel. Draaijer promoveert op een biografie van deze edelman, die zich meer interesseerde voor jeugdcultuur dan voor de jacht.

Als jonge man genoot Van Pallandt alle voorrechten die bij zijn stand hoorden. Hij groeide op in Den Haag en op Duinrell, het familielandgoed bij Wassenaar. Toen hij in 1913 onverwacht het kasteel en landgoed Eerde bij Ommen erfde, werd hij plotsklaps grootgrondbezitter. Maar hij wist niet goed wat hij met het landgoed moest en in 1924 gaf hij het weg aan een stichting die de ‘wereldbroederschap der mensheid’ diende. Voorzitter ervan was Jiddu Krishnamurti, die door de leden van de Theosofische Vereniging gezien werd als hun nieuwe wereldleraar. In 1931 kreeg Van Pallandt Eerde weer terug, bezwaard met leningen. Aan het begin van de Tweede Wereldoorlog zat hij enkele maanden gevangen in het concentratiekamp Buchenwald. Na de bevrijding kwam het idealisme van de baron vooral tot uiting in zijn bestuursfuncties in natuurbeschermingsorganisaties en de scouting. Om de toekomst van Eerde te waarborgen, verkocht hij het landgoed vanaf 1949 gefaseerd aan Natuurmonumenten. Voor de buitenwacht was Van Pallandt vooral een edelman, maar was hij ook een typische representant van de adel? Om deze vraag draait veel in ‘Landgoed als leerschool’, de eerste wetenschappelijke biografie over zijn leven.

Landgoedeigenaar, natuurbeschermer en scout zijn, was volgens Draaijer voor Van Pallandt minstens zo belangrijk om zich mee te identificeren als het ‘van adel zijn’ - in eigen ogen vermoedelijk nog belangrijker. Hij ontbeerde de klassieke adellijke distinctiedrift, die zich bijvoorbeeld uit in activiteiten als jagen, paardrijden, het beoefenen van gevechtssporten en het laten bijzetten van je stoffelijk overschot in een familiegraf. Hij stopte zelfs met de jacht en deed liever aan kunstschaatsen en skiën. Hij reisde veel en bleef opvallend open staan voor de jeugdcultuur, zoals die zich vanaf de jaren vijftig in Nederland ontwikkelde. Van Pallandt wilde niet dat zijn stoffelijke resten in de grafkelder op Eerde hun laatste rustplaats kregen. Hij liet zijn stoffelijk overschot cremeren, net zoals zijn theosofische schoonouders hadden gedaan.

Door deze ambivalenties past Van Pallandt niet naadloos binnen de groepscultuur van de adel, maar het gaat te ver om hem te typeren als a-typisch. Hij leefde niet in een soort van haat-liefde verhouding met zijn aristocratische afkomst. Evenmin zette hij zich er tegen af of onttrok hij zich aan sociale verplichtingen, die zijn adellijke origine met zich meebrengen. We kunnen hem volgens Draaijer waarschijnlijk het best typeren als een voorloper van de adel van nu in de zin dat hij, als een van de eersten binnen zijn groep van herkomst individuele keuzes maakt, op zoek naar een balans tussen zijn hang naar het hogere en blijvende, tegenover een streven naar hoge maatschappelijke posities en materiële rijkdom.