Skip to ContentSkip to Navigation
Onderzoek Graduate School for the Humanities

Standhouden

Adellijk landgoedbeheer in Nederland De twintigste-eeuwse geschiedenis van Leuvenum en De Bannink
Promotie:W. Ottens, MA
Wanneer:22 december 2022
Aanvang:11:00
Promotors:prof. dr. ir. M. (Theo) Spek, prof. dr. Y.B. (Yme) Kuiper
Waar:Academiegebouw RUG
Faculteit:Letteren
Standhouden

De twintigste-eeuwse geschiedenis van landgoederen Leuvenum en De Bannink

Tot het einde van de twintigste eeuw waren landgoed Leuvenum op de Noordwest-Veluwe en landgoed De Bannink in het zuidwestelijk deel van Salland in het bezit van de adellijke familie Sandberg. Gedurende een bewogen eeuw heeft deze familie standgehouden en is het grondbezit behouden. Hoewel een integrale karakterisering van het landgoedbezit en -beheer van Leuvenum en De Bannink onmogelijk is zonder stil te staan bij de invloed van de Tweede Wereldoorlog, toont promotieonderzoek van Willemieke Ottens aan hoe bepalend externe factoren waren op deze open en pluriforme systemen. Meebewegen met maatschappelijke, economische, agrarische, democratische en demografische ontwikkelingen was een vereiste geworden om overeind te blijven. Wel volgden de landgoederen daarin een eigen tempo, dat sterk contrasteerde met de dynamische buitenwereld.

Het twintigste-eeuwse beheer van de landgoederen wordt sterk gekenmerkt door een bijzondere eigendoms- en beheersituatie, ontstaan aan het einde van de Tweede Wereldoorlog toen als gevolg van het overlijden van de eigenaar en zijn zoon (en beoogd opvolger), zijn weduwe en hun dochters het beheer overnamen. Tegelijkertijd waren ook de veranderingen die plaatsvonden in de economische exploitatie, in de sociale verhoudingen tussen werknemers, bewoners en pachters en in de culturele betekenis van het grootgrondbezit bepalend voor het landgoedbeheer.

De twintigste-eeuwse ontwikkeling van landgoederen in de brede context van de transformatie van het Nederlandse platteland is tot op heden onderbelicht gebleven. Dit terwijl het een uiterst interessante periode is van grootschalige economische en agrarische ontwikkelingen, veranderingen in het denken over natuur, landschapsbescherming en erfgoedzorg en processen van democratisering in de Nederlandse samenleving. Deze ontwikkelingen brachten grote veranderingen in de oude machts- en bezitsstructuur en zorgden voor enorme transformaties van het landelijk gebied. Dat geldt ook voor de positie/ status van landgoederen. Landgoederen en landheren gelden al lang niet meer als centrale, regionale machtsfiguren, die ze vaak tot het begin van de twintigste eeuw wel waren. De machts- en economische structuren die hiervoor in de plaats kwamen hebben veelal een bovenregionale, nationale of zelfs internationale basis.