Toezicht op de OM-strafbeschikking
Toezicht op de OM-strafbeschikking
Sinds 2008 heeft de officier van justitie de bevoegdheid om een strafbeschikking uit te vaardigen voor overtredingen en misdrijven waarop niet meer dan zes jaar gevangenisstraf is gesteld. Bij uitvaardiging van een strafbeschikking wordt zonder tussenkomst van een rechter de schuld van de verdachte vastgesteld en een sanctie opgelegd. Het betreft dus een ingrijpende bevoegdheid. Dat roept de vraag op of is voorzien in adequaat toezicht op het uitvaardigen van strafbeschikkingen.In deze these analyseert Maarten Knol de belangrijkste vormen van toezicht op de OM-strafbeschikking. Het betreft intern toezicht binnen het OM, toezicht door de strafrechter, toezicht door de procureur-generaal bij de Hoge Raad en toezicht door de Nationale ombudsman. Zijn analyse toont in hoeverre deze vormen van toezicht tegemoetkomen aan de waarborgfunctie, ontwikkelingsfunctie en legitimerende functie die het toezicht op de OM-strafbeschikking heeft. Daarbij wordt het toezicht op de OM-strafbeschikking in perspectief geplaatst, door het te vergelijken met toezicht op andere vormen van buitengerechtelijke afdoening, en met het toezicht op de juridische kwaliteit van rechterlijke beslissingen in eerste aanleg.