Skip to ContentSkip to Navigation
Over ons Faculteit Rechtsgeleerdheid Actueel Agenda Promoties Rechtsgeleerdheid

Gemeenschappelijke normen voor vertrouwensberoepen

Tuchtrechtelijke uitspraken over de tuchtnormen voor accountants, advocaten en artsen
Promotie:mr. dr. R.L. (Rianne) Herregodts
Wanneer:24 januari 2019
Aanvang:16:15
Promotors:prof. mr. dr. K.J. (Kars) de Graaf, prof. mr. dr. J.H. (Jan) Jans
Waar:Academiegebouw RUG
Faculteit:Rechtsgeleerdheid
Gemeenschappelijke normen voor vertrouwensberoepen

Overeenkomsten en verschillen binnen verschillende soorten tuchtrecht

Wanneer is het handelen van een accountant, advocaat of arts in de privésfeer tuchtrechtelijk verwijtbaar? Onder welke omstandigheden kan een conflict van plichten het doorbreken van de geheimhoudingsplicht rechtvaardigen? Wanneer is een beroepsbeoefenaar tuchtrechtelijk verantwoordelijk voor fouten die zijn gemaakt door medewerkers? Dit zijn vragen waar Rianne Herregodts voor haar promotie onderzoek naar heeft gedaan.

Accountants, advocaten en artsen hebben meer met elkaar gemeen dan op het eerste gezicht lijkt. Het zijn alle drie vertrouwensberoepen, en voor alle drie beroepsgroepen heeft de wetgever voorzien in wettelijk geregeld tuchtrecht. De tuchtcolleges krijgen te maken met dezelfde rechtsvragen, zoals die hierboven. Het onderzoek van Herregodts gaat over de wijzen waarop tuchtrechters rechtsvragen als deze beantwoorden. De overeenkomsten en verschillen in de beoordelingskaders van de tuchtrechters leveren inzicht op in wat het betekent om een vertrouwensberoep uit te oefenen. En uiteindelijk: of er gemeenschappelijke normen voor vertrouwensberoepen zijn.

Herregodts stelt dat er vijf gemeenschappelijke normen zijn voor vertrouwensberoepen. Dit zijn de fundamentele beginselen van professionele autonomie en professionele oordeelsvorming, van de zorgvuldige omgang met de belangen van de cliënt, van vaktechnische kwaliteit, van geheimhouding en zorgvuldige omgang met vertrouwelijke informatie, en van professioneel gedrag. Daarnaast levert het onderzoek een bijdrage aan de discussie over de toekomst van tuchtrecht, onder meer op het punt van de positie van de cliënt.