Aansprakelijkheid voor onrechtmatige rechtspraak
Promotie: | mr. dr. M.W.J. (Marten) Reijntjes |
Wanneer: | 30 november 2023 |
Aanvang: | 11:00 |
Promotors: | prof. dr. F. Brandsma, prof. dr. H.B. Krans |
Waar: | Academiegebouw RUG |
Faculteit: | Rechtsgeleerdheid |

Aansprakelijkheid voor onrechtmatige rechtspraak
Wie een fout maakt waardoor een ander schade lijdt, moet deze schade vergoeden. Geldt dat ook voor fouten in de rechtspraak? Nauwelijks. In de meest ruime uitleg van de laatste arresten van de Hoge Raad moet de rechter een ernstig persoonlijk verwijt gemaakt kunnen worden voordat sprake is van onrechtmatige rechtspraak. Dat verwijt moet minstens ‘grof plichtsverzuim’ inhouden. Een vergissing in de beoordeling van het geschil of een fout in de uitleg van het recht is niet voldoende.
Hoewel met deze uitleg niet snel zal worden toegekomen aan aansprakelijkheid, zou deze regel, volgens Marten Reijntjes, in theorie een verruiming betekenen van de mogelijkheden om schadevergoeding te vragen wegens onrechtmatige rechtspraak. Deze uitleg maakt verdedigbaar dat rechtspraak niet meer buiten de sfeer van de onrechtmatige daad valt. Dat zou een passend sluitstuk zijn van de historische ontwikkeling van het leerstuk.
Aansprakelijkheid van rechters begon als de enige remedie tegen onjuist geachte vonnissen. Beroepsmogelijkheden, professionalisering van de rechtspraak en politieke overwegingen deden de regels over aansprakelijkheid van rechters verschillende vormen aannemen, waaronder aansprakelijkheid ter voorkoming van rechtsweigering, aansprakelijkheid voor alle ‘onjuiste’ vonnissen, aansprakelijkheid begrenst tot boos opzet of een bijna volledige immuniteit. In Nederland zijn de specifieke regels over aansprakelijkheid voor onrechtmatige rechtspraak verdwenen. In het licht van de laatste rechtspraak zou de volgende stap zou kunnen zijn dat de algemene leer van de onrechtmatige daad onverkort op rechtspraak van toepassing geacht wordt.