Skip to ContentSkip to Navigation
Over ons Actueel Nieuws Nieuwsberichten

Depressie beter begrijpen

14 september 2020
Hanna van Loo
Hanna van Loo

Hanna van Loo is een van de nieuwe leden van de Young Academy Groningen van de RUG die woensdag worden geïnstalleerd. Ze doet onderzoek naar depressie. Patiënten met depressie vertonen een grote variatie aan symptomen en ziekteverloop. Van Loo onderzoekt hoe we depressie het beste kunnen begrijpen en behandelen. Ze gebruikt nieuwe dataminingtechnieken om vast te stellen welke subtypen van depressie een ernstiger ziekteverloop voorspellen en richt zich in haar huidige onderzoek op de interactie tussen genen en omgevingen bij de erfelijke overdracht van depressie.

Kun je iets meer vertellen over je huidige onderzoek?

We weten nog weinig over de oorzaken van depressie, terwijl het veel voorkomt. Zo’n 15% van de Nederlandse bevolking krijgt er in zijn of haar leven mee te maken. Genen spelen hierbij een belangrijke rol, maar ook bijvoorbeeld stressvolle gebeurtenissen en persoonlijkheidsfactoren. Bovendien kunnen de oorzaken voor het ontstaan van een depressie bij de ene patiënt anders liggen dan bij de andere. Deze verschillen maken het uitdagend om voor een patiënt de behandeling te vinden die goed aansluit bij hem of haar.

Wat vind je een opvallend onderdeel van je onderzoek?

Ik ben heel blij met de samenwerking die ik heb opgebouwd met een van de beste onderzoeksgroepen in de psychiatrie, het Virginia Institute of Psychiatric and Behavioral Genetics in Virginia, USA. Mijn onderzoek is bij uitstek multdisciplinair en internationaal, waarbij je door samenwerking meer kan bereiken dan alleen. Het is heel inspirerend om met zulke goede wetenschappers samen te werken en als team bij te dragen aan de kennis over psychiatrische aandoeningen. Tegelijkertijd is het een uitdaging, onder meer vanwege het feit dat je elkaar niet makkelijk even kunt opzoeken.

Je hebt geneeskunde en filosofie gestudeerd. Welke meerwaarde brengt de filosofie jou?

Filosofie heeft me heel veel gebracht; dat is moeilijk in één zin samen te vatten. Bijvoorbeeld: helder nadenken over wat precies de belangrijkste vraag is; wat de waarde is van definities zoals depressie; hoe we onze kennis kunnen vergroten; wat telt als bewijs. Naast mijn empirische onderzoek in de psychiatrie houd ik me ook bezig met wetenschapsfilosofie. Al jaren werk ik samen met Jan-Willem Romeijn, hoogleraar wetenschapsfilosofie aan de RUG. Wij gebruiken kennis uit de wetenschapsfilosofie om vragen in de psychiatrie te beantwoorden. Dit heeft mijn onderzoek naar depressie erg geholpen.

Waarom wilde je lid worden van de YAG?

De YAG is een enthousiaste club jonge onderzoekers met allerlei verschillende achtergronden en nationaliteiten. Het leek me heel inspirerend om met hen op te trekken. Bovendien vind ik het belangrijk om na te denken over hoe we de universiteit kunnen verbeteren. Bijvoorbeeld de werkomstandigheden voor jonge onderzoekers, de diversiteit binnen de universiteit, de communicatie met een breder publiek. Dit zijn belangrijke doelen van de YAG waaraan ik hoop te kunnen bijdragen.

Je werkt erg interdisciplinair. Wat verwacht je wat dit betreft van je YAG-lidmaatschap?

Met een aantal leden heb ik al gesprekken gehad over waar onze vakgebieden elkaar raken. Zo heeft Ward Rauws me uitgelegd hoe je naar de stad kunt kijken als een complex, steeds veranderend systeem, waarbij allerlei onderdelen met elkaar samenhangen. Deze complexiteit, dynamiek en interacties gelden in zekere zin ook voor mensen met een depressie. En Tina Kretschmer, bijvoorbeeld, onderzoekt de relatie tussen gebeurtenissen in de adolescentie en psychiatrische aandoeningen later in het leven, wat voor mijn onderzoek ook relevant is. Kortom, ik verwacht de komende jaren een aantal multidisciplinaire samenwerkingen te kunnen aangaan.

Heb je een voorbeeld?

Ik leer elke dag nieuwe dingen van collega’s, studenten en patiënten, en heb in die zin veel voorbeelden. Een van mijn belangrijkste voorbeelden is Ken Kendler, psychiater en wetenschapper, bij wie ik een jaar in de VS heb gewerkt als postdoc. Hij heeft ontzettend veel kennis, is een geweldige onderzoeker en een voorbeeld hoe je als psychiater een brug kunt slaan tussen de klinische praktijk en het onderzoek. Met hem deel ik het enthousiasme voor wetenschap.

Laatst gewijzigd:26 maart 2021 14:18
View this page in: English

Meer nieuws

  • 27 maart 2024

    RUG/UMCG onderzoekers ontvangen prestigieuze onderzoeksbeurs

    RUG/UMCG-wetenschappers Mark Hipp, Bart Eggen, Moniek Tromp en Marleen Kamperman zijn samen met collega’s betrokken bij vier van zeven Nederlandse wetenschapsconsortia.

  • 26 maart 2024

    De volgende depressie voorkomen

    Marie-José van Tol, hoogleraar ‘stemming en cognitie’, onderzoekt wat mensen met een gevoeligheid voor depressie zelf kunnen doen om herhaling te voorkomen.

  • 29 februari 2024

    Vici-beurzen voor vier wetenschappers RUG/UMCG

    De Nederlandse Organisatie voor Wetenschappelijk Onderzoek (NWO) heeft Vici-subsidies van elk maximaal € 1,5 miljoen toegekend aan Nathalie Katsonis, Edwin Otten en Alexandra Zhernakova. Ook hoogleraar Kustecologie Tjisse van der Heide heeft een...