Skip to ContentSkip to Navigation
Over ons Actueel Nieuws Nieuwsberichten

Trekvogels presteren het slechtst in West-Afrika

Publicatie in Journal of Animal Ecology
29 oktober 2019

In Groenland broedende strandlopers die voor een West-Afrikaans winterverblijf kiezen in plaats van elders langs de Oost-Atlantische kust, hebben lagere overlevingskansen, slaan hun eerste broedseizoen vaker over en arriveren later in hun broedgebieden. Een publicatie in het Journal of Animal Ecology geleid door onderzoeker Jeroen Reneerkens (RUG en NIOZ) nuanceert het gangbare idee over vogeltrek dat de kosten van langere trekvluchten noodzakelijkerwijs gecompenseerd worden door hogere baten in de winterverblijven.

De drieteenstrandloper is een trekvogel van een half ons die op de hoogarctische toendra broedt en in de nazomer naar stranden in tropische of gematigde streken trekt. Strandliefhebbers kennen ze als de grijs-witte vogeltjes die voor de golven heen en weer rennen. Hun jaarlijkse trekvluchten variëren tussen de 3.700 en de 22.000 km. Als drieteenstrandlopers een paar maanden oud zijn, kiezen ze een overwinteringsgebied in een kustgebied ergens tussen Schotland en Namibië, zoals de Waddeneilanden. Aan die locatie blijven ze de rest van hun leven trouw, onderbroken door lange jaarlijkse vluchten naar Groenland om te broeden.

Een vliegende drieteenstrandloper tijdens de voorjaarstrek op IJsland. Fotograaf: Jeroen Reneerkens.
Een vliegende drieteenstrandloper tijdens de voorjaarstrek op IJsland. Fotograaf: Jeroen Reneerkens.

De voor- en nadelen van een winterverblijf

Een internationaal onderzoeksteam, geleid door dr. Jeroen Reneerkens, werkzaam aan de  Rijksuniversiteit Groningen en het NIOZ, vroeg zich af waarom de ene drieteenstrandloper voor een winterverblijf in Nederland kiest, terwijl een andere uit dezelfde broedpopulatie helemaal naar Namibië trekt. Gedurende 7 jaar onderzochten ze de voor- en nadelen van winterverblijven in Europa en Afrika. Ze maakten duizenden vogels met kleurige ringetjes individueel herkenbaar, die vervolgens door een groot internationaal netwerk aan vogelaars werd gemeld. Zo konden de onderzoekers zowel de overleving als de tijd van trek van drieteenstrandlopers nauwkeurig in kaart brengen.

Slechte voorbereiding op vogeltrek in West-Afrika


Drieteenstrandlopers die in West-Afrika overwinteren, presteerden slecht vergeleken met drieteenstrandlopers die in Europa of zuidelijker in Afrika overwinteren. Het onderzoek haalt een gangbare gedachte onder biologen onderuit; namelijk dat gunstige omstandigheden in het winterverblijf de lange kostbare vluchten goedmaken. De onderzoekers vermoeden dat weinig voedsel en/of voedsel van slechte kwaliteit vlak voor vertrek vanuit het tropisch winterverblijf kan verklaren waarom drieteenstrandlopers in West-Afrika een grotere kans hebben te sterven, jonge vogels er vaker hun eerste zomer doorbrengen en vogels die op trek gaan laat in de broedgebieden arriveren.

Meer dan 6.000 km non-stop vliegen

“Tijdens de trek lopen vogels uit West-Afrika mogelijk een grotere kans op een lege tank of ze worden vaker gedwongen tot een extra landing die tot vertraging leidt. Drieteenstrandlopers uit Namibië daarentegen, vliegen in het voorjaar in een ruk dwars over Afrika, een vlucht van meer dan 6.000 km. Toch heeft dit geen effect op hun overleving of timing. Dit is alleen mogelijk als er in Namibië voldoende voedsel is om op te vetten. Tegelijkertijd wekt het ook de indruk dat vogels er verstandig aan doen om West-Afrika in het voorjaar niet te bezoeken, mogelijk omdat er te weinig voedsel is. Het is duidelijk dat belangrijke nieuwe vragen zich aan ons opdringen. Bijvoorbeeld, in hoeverre kan de Waddenzee de trekproblemen van de West-Afrikaanse overwinteraars compenseren?”, aldus Jeroen Reneerkens.

Laatst gewijzigd:07 mei 2020 15:11
View this page in: English

Meer nieuws