Econometrist kun je alleen worden als je het al bent

door Franka Hummels, 13-08-2013

Econometristen hebben al werk voor ze uit de schoolbanken zijn. Klopt dat beeld? En: hoe komt dat? Wat doen ze precies?

Recruiters zeggen het al langer: econometristen zijn véél gewilder dan economen of bedrijfskundigen. Maar waarom? We vragen het Elise Kamphuis. Zij  is career advisor op de Faculteit Economie en Bedrijfskunde in Groningen, die inderdaad alledrie de studierichtingen onderdak biedt.

Cijfers: kortere zoekduur en hoger salaris

Kamphuis herkent het beeld direct en ondersteunt het met divers cijfermateriaal. Volgens de jaarlijkse survey van de Stichting Economisch Onderzoek hebben econometristen een significant kortere zoekduur en een hoger salaris dan de gemiddelde econoom.
Ook uit intern alumnionderzoek van haar eigen faculteit bleek dat het econometristen voor de wind gaat. Ze kreeg 5 reacties. Dat klinkt weinig, maar in 2013 studeerde slechts 1,5 procent van de studenten op de faculteit is econometrie, dus het is een aardig percentage. Van die vijf hadden er vier direct een baan, en drie zelfs zonder solliciteren. ‘Zij vonden hun werk dus via hun netwerk, stages of inhousedagen.’

Econometristen hebben al werk voor ze uit de schoolbanken zijn. Hoe komt dat?

Drie hoofdredenen

Maar waaróm doen de econometristen het dan zo goed? Kamphuis onderscheidt drie hoofdredenen:

1. Er is enorme schaarste. De RuG leverde in 2012 maar 18 mensen af, in 2009 waren dat er nog 32. Het is dus geen wonder dat de vraag groter is dan het aanbod. Econometrie is beperkt populair, omdat er weinig grote voorbeelden zijn – Jan Tinbergen is de enige grote naam die opduikt - en omdat econometrie te boek staat als een moeilijke studie. Het is een bètastudie, met veel wiskunde. Dat moet je maar aankunnen, of zin in hebben. Studenten met een talent op dat gebied kunnen ook kiezen voor een traditionelere betastudie. Kamphuis:  ‘En waar natuurkunde nog kan proberen dingen leuker te maken met proefjes en zo, gebeurt dat bij econometrie niet.’

2. De maatschappij is ingewikkelder geworden en de regels strenger. Er is daardoor meer behoefte aan mensen die wiskundige modellen kunnen ontwikkelen, zeker ook bij banken en andere financiële instellingen. Econometristen kunnen dat, economen een beetje, bedrijfskundigen niet.

3. De markt voor actuarissen en andere ‘rekenaars’ is toegenomen. Hoewel daar eigen opleidingen voor kunnen bestaan, kunnen ook econometristen zich op die functies richten.

'Het moet je liggen'

Kamphuis hoeft ze zelden te adviseren, de econometristen. Ze weten doorgaans precies wat ze willen. ‘Ze komen eigenlijk alleen om hun stageovereenkomst te laten ondertekenen. Die hebben ze dan dus zelf al geregeld.’ Ze zou zich kunnen voorstellen dat studieadviseurs studenten die de weg naar het grote geld zoeken econometrie adviseren, maar ze maakt een voorbehoud. ‘Het moet je liggen. Je bent veel meer aan het rekenen dan bij economie of bedrijfskunde. Het is echt een ander soort studie.’

Schuilt er een econometrist in jou?

Econometristen die hun studie leuk vinden, vinden het werk dat erop volgt ook leuk. Ze weten vaak wat ze willen en ook hoe ze het moeten krijgen. De voorselectie vindt vaak al op de universiteit of middelbare school plaats: econometrist kun je alleen worden als je het al bent. Klinkt het carrièreperspectief van een econometrist je aanlokkelijk, dan is het enige dat je rest introspectie. Schuilt er toch een econometrist in jou? Steeds meer mensen denken van wel. Groningen mag volgend studiejaar honderd econometristen verwelkomen.

Bron: Intermediair