Skip to ContentSkip to Navigation
Over ons Actueel Nieuws Nieuwsberichten

On the treshold of disorder. Definition and course of subthreshold depression and subthreshold anxiety

14 november 2012

Promotie: mw. J. Karsten, 12.45 uur, Academiegebouw, Broerstraat 5, Groningen

Proefschrift: On the treshold of disorder. Definition and course of subthreshold depression and subthreshold anxiety

Promotor(s): prof.dr. W.A. Nolen, prof.dr. B.W.J.H Penninx

Faculteit: Medische Wetenschappen

Milde angst en depressie: alarmsignaal voor ernstiger klachten

Pas wanneer mensen lijden aan ernstige angst en depressie, wordt dit in de psychiatrie als een ziekte beschouwd. Er wordt dan ook wel gesproken van ‘klinische angst en depressie’. Maar ook wanneer de klachten milder zijn, oftewel subklinisch, kunnen ze de kwaliteit van leven verminderen en invloed hebben op het functioneren op het werk en het sociale leven.

Julie Karsten onderzocht hoe subklinische, maar wel belemmerende angst en depressie, in kaart kunnen worden gebracht. Ze stelt vast dat zogeheten ‘ernstvragenlijsten’ hiertoe geschikter zijn dan de diagnostische interviews die bij het beoordelen van ernstigere, klinische stoornissen worden gebruikt. Verder blijkt dat wie aan subklinische depressie en angst lijdt een groter risico loopt om binnen twee jaar een klinische depressie of angststoornis te ontwikkelen. Ook functioneren deze mensen in de nabije toekomst minder goed dan mensen zonder subklinische depressie of angstklachten.

Om klinische angst en depressie tegen te gaan, helpt het om al bij subklinische depressie en angst in te grijpen, stelt Karsten. Toch betekent dit niet dat iedereen met subklinische klachten een behandeling nodig heeft. Veel klachten nemen in de loop van de tijd vanzelf af. Wel zijn subklinische depressie en angst alarmsignalen die er op wijzen dat de omstandigheden en behoeften van de persoon in kwestie onder de loep moeten worden genomen.

Wanneer een behandeling wel nodig lijkt, kan met name voor subklinische klachten een ‘stepped care’ model geschikt zijn. Dat wil zeggen: startend met relatief weinig ingrijpende en goedkope interventies, die intensiever worden wanneer klachten niet verbeteren of zelfs erger worden. Dit kan uiteenlopen van eenvoudig ‘in de gaten houden’ door de huisarts tot gespecialiseerde psychologische behandeling.

Julie Karsten (Amsterdam, 1981) studeerde Psychologie aan de Universiteit van Amsterdam. Ze verrichtte haar onderzoek binnen het onderzoeksproject Nederlandse Studie naar Depressie en Angst (NESDA), gehouden in Amsterdam, Leiden en Groningen. Karsten promoveert aan de afdeling Psychiatrie van het Universitair Medisch Centrum Groningen (UMCG). Inmiddels werkt ze als onderzoeker bij GGZ Drenthe.

Contact: via de persvoorlichters van het UMCG, tel. 050-361 2200, e-mail: communicatie umcg.nl

Laatst gewijzigd:13 maart 2020 01:00
Deel dit Facebook LinkedIn
View this page in: English

Meer nieuws

  • 28 mei 2025

    Gaan avondmensen cognitief sneller achteruit dan ochtendmensen?

    Wie ’s avonds opleeft en laat naar bed gaat, heeft een grotere kans op cognitieve achteruitgang dan een ochtendmens, blijkt uit UMCG-onderzoek.

  • 27 mei 2025

    Op avontuur in de hersenen

    In de tentoonstelling Brainstorm in het Universiteitsmuseum leggen Iris Sommer en twee andere Groningse hersenonderzoekers uit wat de link is tussen de darmen en het brein, hoe het werd ontdekt dat de hersenen doen wat ze doen en hoe je gemotiveerd...

  • 08 mei 2025

    KNAW benoemt drie hoogleraren RUG/UMCG tot nieuw lid

    Hoogleraren Jingyuan Fu, Lisa Herzog en Helga de Valk van de RUG zijn door de Koninklijke Nederlandse Akademie van Wetenschappen (KNAW) benoemd tot lid.