Skip to ContentSkip to Navigation
Over ons Actueel Nieuws Nieuwsberichten

De grijze massa ingekleurd

09 oktober 2012

Oratie: dhr. prof.dr. R.C. Oude Voshaar, 14.00 uur, Aula Academiegebouw, Broerstraat 5, Groningen

Titel: De grijze massa ingekleurd

Leeropdracht: Ouderenpsychiatrie

Faculteit: Medische Wetenschappen

De beste bezuiniging in de hedendaagse gezondheidszorg is het investeren in een goede psychiatrische ouderenzorg. Dat stelt prof.dr. Richard Oude Voshaar, hoogleraar ouderenpsychiatrie, tijdens zijn oratie. Als gevolg van de vergrijzing komen er steeds meer mensen met meerdere lichamelijke ziekten tegelijkertijd, ook wel multimorbiditeit genoemd. Ouderen met multimorbiditeit doen een groot beroep op onze gezondheidszorg. Ongeveer de helft van deze ouderen kampt met psychiatrische stoornissen (vooral depressie en angst), wat gepaard gaat met een verdubbeling van de medische zorgkosten. Deze extra kosten kunnen sterk verminderd worden door goede psychiatrische zorg.

De afdeling psychiatrie van het UMCG heeft de ouderenpsychiatrie niet voor niets tot één van haar speerpunten gemaakt. Inmiddels is een volledig zorgprogramma ouderenpsychiatrie vormgegeven. Daarmee wordt niet alleen een impuls gegeven aan de kwaliteit van (psychiatrische) ouderenzorg in de regio, maar ook een stevig fundament gelegd voor het opleiden van de ouderenpsychiater van de toekomst. Deze nieuwe generatie ouderenpsychiaters zal zich meer dan voorheen moeten bekwamen in het samenspel tussen lichamelijke en psychiatrische ziekten, en de hierop aangepaste psychotherapeutische behandelingen.

Hoewel psychiatrische behandelingen steeds effectiever worden, kunnen veel ouderen met depressieve en angstklachten nog niet adequaat geholpen worden. Een belangrijk probleem is dat de meeste behandelingen die worden aangeboden, rechtstreeks uit de zorg voor volwassenen zijn overgenomen of enkel zijn getest bij relatief jonge en fysiek gezonde ouderen. Kennis over de behandeling van lichamelijk kwetsbare ouderen met psychiatrische problemen, dus de patiënten die dagelijks de spreekkamer van de afdeling ouderenpsychiatrie bezoeken, is beperkt voorhanden. De onderzoekslijn van Oude Voshaar zal zich specifiek inzetten om de psychiatrische problematiek bij lichamelijk kwetsbare ouderen en ouderen met beginnende cognitieve stoornissen te verbeteren. Met behulp van het Noord-Nederlandse LifeLines onderzoek (een groot bevolkingsonderzoek) en de Nederlandse Studie naar Depressie bij ouderen (NESDO) zal hij kijken naar de effecten van lichamelijke kwetsbaarheid en cognitief functioneren op de diagnostiek en het beloop van depressie en angst.

Om deze kennis te kunnen vertalen naar de dagelijkse praktijk, zal Oude Voshaar investeren in het routinematig meten van de dagelijkse zorg. Tevens zal hij heel gedetailleerde studies verrichten binnen individuele patiënten, ook wel ideografisch onderzoek genoemd. Op die manier kunnen algemene verbanden vertaald worden naar hun betekenis voor een individu. Zo hoopt Oude Voshaar de grijze massa preciezer in te kleuren en het leven van ouderen met depressie en angst weer kleur te geven.

Zie ook: UMCG-persbericht

Laatst gewijzigd:06 september 2021 11:47
View this page in: English

Meer nieuws

  • 16 april 2024

    RUG ondertekent Barcelona Declaration on Open Research Information

    De Rijksuniversiteit Groningen heeft de Barcelona Declaration on Open Research Information (Verklaring Open Onderzoeksinformatie) officieel ondertekend. Dit wordt gezien als een grote stap richting verantwoordelijke onderzoeksbeoordeling en open...

  • 02 april 2024

    Vliegen op houtstof

    In Makers van de RUG belichten we elke twee weken een onderzoeker die iets concreets heeft ontwikkeld: van zelfgemaakte meetapparatuur voor wetenschappelijk onderzoek tot kleine of grote producten die ons dagelijks leven kunnen veranderen. Zo...

  • 27 maart 2024

    RUG/UMCG onderzoekers ontvangen prestigieuze onderzoeksbeurs

    RUG/UMCG-wetenschappers Mark Hipp, Bart Eggen, Moniek Tromp en Marleen Kamperman zijn samen met collega’s betrokken bij vier van zeven Nederlandse wetenschapsconsortia.