Marker discovery for response to (chemo) radiation and prognosis in cervical cancer
Promotie: mw. M.G. Noordhuis, 16.15 uur, Academiegebouw, Broerstraat 5, Groningen
Proefschrift: Marker discovery for response to (chemo) radiation and prognosis in cervical cancer
Promotor(s): prof.dr. A.G.J. van der Zee, prof.dr. H. Hollema, prof.dr. G. de Bock
Faculteit: Medische Wetenschappen
Celbiologische markers geïdentificeerd voor respons op behandeling en prognose baarmoederhalskanker
Baarmoederhalskanker is wereldwijd na borst- en darmkanker de meest voorkomende vorm van kanker bij vrouwen. De behandeling is afhankelijk van het stadium waarin de ziekte wordt vastgesteld. In een vroeg stadium wordt chirurgisch ingegrepen, terwijl patiënten met baarmoederhalskanker in een gevorderd stadium chemotherapie en bestraling krijgen. Voor patiënten die in een gevorderd stadium zijn behandeld is de 5-jaars overleving 66%. De keuze voor behandeling is op dit moment vooral gebaseerd op bekende klinisch-pathologische factoren, zoals het stadium van de tumor en weefselonderzoek. Doel van het promotieonderzoek van Maartje Noordhuis was om celbiologische factoren en intracellulaire routes (pathways) te identificeren die geassocieerd zijn met lymfkliermetastasering, respons op (chemo)radiotherapie en prognose in baarmoederhalskanker.
In een grote, goed gedocumenteerde serie van patiënten met vroeg stadium baarmoederhalskanker, die chirurgisch werden behandeld, bleek activatie van twee pathways (TGF-β en de p120-geassocieerde β-catenin pathway) geassocieerd met respectievelijk afwezigheid en aanwezigheid van bekken lymfkliermetastasen. Tegelijkertijd was positieve eiwitexpressie van PTEN (onderdeel van de EGFR-pathway) gerelateerd aan afwezigheid van lymfkliermetastasen. Vervolgens werd in een grote serie patiënten met gevorderd stadium baarmoederhalskanker gevonden dat de EGFR-pathway en gefosforyleerd ATM als onafhankelijke voorspellers geassocieerd zijn met een slechte respons op (chemo)radiotherapie en slechte overleving. Deze nieuwe gegevens kunnen bijdragen aan het beter voorspellen van de aanwezigheid van lymfkliermetastasen en respons op chemoradiotherapie. Idealiter dienen behandelingen gericht tegen deze specifieke pathways te leiden tot een verbetering van de overleving van baarmoederhalskanker patiënten.
Maartje Noordhuis (Groningen, 1986) studeerde geneeskunde aan de Rijksuniversiteit Groningen. Zij heeft haar promotieonderzoek uitgevoerd bij de Afdeling Obstetrie & Gynaecologie in het kader van het MD/PhD traject van de Junior Scientific Masterclass van het UMCG. Het onderzoek is gefinancierd door het UMCG. Noordhuis gaat na haar promotie 8 maanden werken aan de Johns Hopkins University, Baltimore, VS, en vervolgt daarna in Groningen haar opleiding tot arts.
Laatst gewijzigd: | 13 maart 2020 01:11 |
Meer nieuws
-
28 mei 2025
Gaan avondmensen cognitief sneller achteruit dan ochtendmensen?
Wie ’s avonds opleeft en laat naar bed gaat, heeft een grotere kans op cognitieve achteruitgang dan een ochtendmens, blijkt uit UMCG-onderzoek.
-
27 mei 2025
Op avontuur in de hersenen
In de tentoonstelling Brainstorm in het Universiteitsmuseum leggen Iris Sommer en twee andere Groningse hersenonderzoekers uit wat de link is tussen de darmen en het brein, hoe het werd ontdekt dat de hersenen doen wat ze doen en hoe je gemotiveerd...
-
08 mei 2025
KNAW benoemt drie hoogleraren RUG/UMCG tot nieuw lid
Hoogleraren Jingyuan Fu, Lisa Herzog en Helga de Valk van de RUG zijn door de Koninklijke Nederlandse Akademie van Wetenschappen (KNAW) benoemd tot lid.