Skip to ContentSkip to Navigation
Over ons Actueel Nieuws Nieuwsberichten

Thromboembolic disease of the venous and the arterial system: two different entities or two different sides of the same coin?

22 december 2010

Promotie: dhr. B.K. Mahmoodi, 13.15 uur, Academiegebouw, Broerstraat 5, Groningen

Proefschrift: Thromboembolic disease of the venous and the arterial system: two different entities or two different sides of the same coin?

Promotor(s): prof.dr. J.C. Kluin-Nelemans, prof.dr. G.J. Navis

Faculteit: Medische Wetenschappen

 

Stolsels in aders en slagaders lijken meer op elkaar dan gedacht

Stolselvorming in het vaatstelsel is een van de meest voorkomende doodsoorzaken in de westerse wereld. Van oudsher wordt er een strikt onderscheid gemaakt tussen stollingen in slagaders (arteriële tromboembolieën, ATE’s, zoals hartinfarct en herseninfarct) en in aders (veneuze tromboembolieën, VTE’s, zoals trombosebeen of longembolie). Maar de afgelopen tien jaar is dit onderscheid in twijfel getrokken.

Promovendus Bakhtawar K. Mahmoodi onderzocht de overeenkomsten tussen ATE’s en VTE’s. Hierbij richtte hij zich op gemeenschappelijke risicofactoren, waarbij nierziekten speciale aandacht kregen als potentiële brug tussen beide groepen van aandoeningen. Nierziekten, te herkennen aan eiwituitscheiding in de urine en/of verslechterde nierfunctie, zijn bekende risicofactoren voor het optreden van ATE’s. Uit het onderzoek van Mahmoodi blijkt nu echter dat zelfs minimale eiwituitscheiding in de urine ook het risico op VTE verhoogt. Andere ATE-risicofactoren, zoals hoge bloeddruk, hoog cholesterol, suikerziekte en roken waren niet gerelateerd aan verhoogd VTE-risico. Andersom bleek dat risicofactoren voor het ontstaan van VTE’s (gebrek aan proteïne C, proteïne S en antitrombine) ook risicofactoren zijn voor ATE’s, maar niet zo sterk als voor VTE’s. Veneuze trombose en arteriële trombose zijn niet verschillende uitingen van dezelfde ziekte, concludeert Mahmoodi, maar twee multifactoriële ziektes die in ieder geval bepaalde risicofactoren gemeenschappelijk hebben. In geselecteerde groepen patiënten (bijvoorbeeld nierpatiënten) kan het risico op ATE’s en VTE’s mogelijk met een en hetzelfde medicijn verminderd worden.

Bakhtawar K. Mahmoodi (Afghanistan; 1983) verblijft sinds 2001 in Nederland en studeerde geneeskunde te Groningen. Hij verrichtte zijn promotieonderzoek bij de afdeling Hematologie in samenwerking met afdeling Nefrologie van het UMCG. Voor zijn onderzoek maakte Mahmoodi onder andere gebruik van de gegevens uit het Prevend-onderzoek, een onderzoek waaraan duizenden Groningers medewerking verleenden, en dat mede wordt gefinancierd door de Nierstichting. Inmiddels werkt Mahmoodi als onderzoeker aan de Johns Hopkins Universiteit in Baltimore (VS), met een Rubiconsubsidie van NWO.

 

Laatst gewijzigd:13 maart 2020 01:14
View this page in: English

Meer nieuws

  • 27 augustus 2024

    UMCG gaat onderzoeksfaciliteiten beschikbaar stellen voor geneesmiddelenontwikkeling

    Om de beschikbaarheid en effectiviteit van geneesmiddelen in Nederland te verbeteren gaat het UMCG het bedrijf G² Solutions opzetten. Dit bedrijf moet ervoor gaan zorgen dat belangrijke technologische ontwikkelingen op het gebied van DNA sequencing...

  • 17 juli 2024

    Veni-beurzen voor tien onderzoekers

    Aan tien onderzoekers van de Rijksuniversiteit Groningen en het UMCG is een Veni-beurs van maximaal 320.000 euro toegekend. De Veni-beurzen worden jaarlijks toegekend door de Nederlandse Organisatie voor Wetenschappelijk onderzoek (NWO) en zijn...

  • 16 juli 2024

    Geneeskunde nog altijd gestoeld op de man

    Aranka Ballering onderzocht het ziektetraject dat mensen met veelvoorkomende klachten afleggen. Een van de opvallendste uitkomsten: vrouwen doorlopen gemiddeld een ander en minder uitgebreid traject dan mannen.