Bouwen in Latium in de archaïsche periode
Promotie: mw. E. van 't Lindenhout, 16.15 uur, Academiegebouw, Broerstraat 5, Groningen
Proefschrift: Bouwen in Latium in de archaïsche periode
Promotor(s): prof.dr. P.A.J. Attema
Faculteit: Letteren
Reconstructies van opgegraven gebouwen moeten beter getoetst worden
Reconstructies van huizen en tempels waarvan de resten zijn opgegraven, moeten als hypotheses worden beschouwd en dienen steeds opnieuw te worden getoetst. Dat stelt Elisabeth van ’t Lindenhout naar aanleiding van haar onderzoek naar het bouwen in Latium in de Archaïsche periode. Van ’t Lindenhout presenteert in haar proefschrift een overzicht en een analyse van de architectuur in Latium uit de Archaïsche periode (ca. 600-450 v. Chr.). In deze periode is voor het eerst sprake van monumentale architectuur. Courtyardhuizen en cultusgebouwen ontwikkelden zich binnen een stedelijke context. Dat wil zeggen dat deze bouwvormen zich aanpasten aan de vragen en eisen van een stedelijke samenleving. Van ’t Lindenhout richt zich hierbij op vragen die te maken hebben met de keuzes die werden gemaakt. Wie bouwden en bewoonden de huizen en waarom werden deze gebouwd?
Daartoe is het nodig om een goed beeld te krijgen van de verschillende bouwvormen en dit bleek lastiger dan aanvankelijk was ingeschat. In bijna de helft van de gevallen bleek een grote afstand te liggen tussen de veldgegevens en de reconstructies van de bouwwerken. Een aantal onderzoekers hebben zich vrijelijk bediend van verschillende bronnen, literair en uit andere archeologische contexten. Van ’t Lindenhout stelt dat we het archeologisch bronnenmateriaal recht moeten doen en heeft daarom alle reconstructies gecontroleerd door middel van de bestudering van de veldgegevens. Opbasis daarvan trekt ze een aantal reconstructies in twijfel, maar doet ze ook voorstellen voor nieuwe reconstructies gedaan. In grote lijnen zien we in de 6de eeuw v. Chr. de ontwikkeling van het type courtyard- en atriumhuis. Deze huizen kenmerken zich door het creëren van een privéruimte tegenover de openbare (stedelijke) ruimte. Naast deze naarbinnen gerichte huizen manifesteren de tempels zich juist naar buiten toe door het aanbrengen van steeds grotere daken met uitbundige terracotta decoraties. Gedurende de Archaïsche periode ontwikkelde de tempelbouw zich bij uitstek als instrument om stedelijke macht te tonen.
Elisabeth van ’t Lindenhout (Wapserveen, 1955) studeerde archeologie aan de Rijksuniversiteit Groningen. Ze verrichtte haar onderzoek bij het Groninger Instituut voor Archeologie (GIA) aan de Faculteit der Letteren.
Laatst gewijzigd: | 13 maart 2020 01:13 |
Meer nieuws
-
10 juli 2025
Vanaf 2026 nieuw bachelorprogramma Fries in Groningen
De Rijksuniversiteit Groningen (RUG), het ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap (OCW), het ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties (BZK) en de provincie Fryslân tekenen op 10 juli een convenant waardoor het vanaf september...
-
04 juli 2025
RUG reikt verschillende prijzen uit tijdens Ceremony of Merits
De RUG heeft verschillende prijzen uitgereikt aan excellente onderzoekers en studenten tijdens de Ceremony of Merits op 4 juli 2025.
-
03 juli 2025
Forse subsidie Nij Begun voor project digicoaches Groningen en Noord-Drenthe
In alle gemeenten in Groningen en Noord-Drenthe komt er ruimte om mensen met een afstand tot de arbeidsmarkt op te leiden tot digicoach. Het initiatief hiervoor komt van de Digital Literacy Coalition (DLC): een netwerk van organisaties die zich...