Skip to ContentSkip to Navigation
Over ons Actueel Nieuws Nieuwsberichten

COELO: Woonlasten gemeenten stijgen 3,8 procent

24 april 2007

De gemeentelijke woonlasten stijgen dit jaar met gemiddeld 3,8 procent. Vooral het rioolrecht gaat weer flink omhoog (6,7 procent). Die belasting blijft voorlopig de stuwende kracht achter de woonlastenontwikkeling. De maximering van de OZB begint aardig te knellen. Dat blijkt uit de "Atlas van de lokale lasten 2007" van het Centrum voor Onderzoek van de Economie van de Lagere Overheden (COELO) van de faculteit. Net als elk jaar onderzocht COELO alle gemeenten, provincies en waterschappen.

Onder de woonlasten verstaan we het gemiddelde bedrag dat een huishouden in een bepaalde gemeente betaalt aan OZB, rioolrecht en reinigingsheffing, minus een eventuele heffingskorting. Voor het gemiddelde meerpersoonshuishouden stijgen deze woonlasten dit jaar met 22,53 euro (3,8 procent). Ter vergelijking: de inflatie bedraagt circa 1,25 procent. De belangrijkste stijger is het rioolrecht: 9,04 euro (+6,7 procent). De reinigingsheffing (+2,3 procent) draagt 6,00 euro bij aan de woonlastenstijging, en de OZB-aanslag (+2,7 procent) 5,47 euro. De resterende woonlastenstijging is het gevolg van het feit dat dit jaar minder gemeenten een heffingskorting verlenen. De woonlasten dalen het meest in Hunsel (opgegaan in Leudal; 18 procent) en stijgen het sterkst in Leiden (38 procent). In de goedkoopste gemeente betalen huishoudens 437 euro (Terneuzen) en in de duurste 1.089 euro (Blaricum). De gemiddelde woonlasten liggen op 613 euro.

OZB

Door de hertaxatie is de waarde van woningen gemiddeld 7 procent hoger komen te liggen. Om te voorkomen dat de ozb-opbrengst onbedoeld stijgt hebben gemeenten hun tarieven neerwaarts aangepast. Het Rijk stelt maximale tarieven vast voor de OZB. Daarbij mogen gemeenten die niet onder het zogeheten drempeltarief zitten hun tarief met ten hoogste 2,75 procent verhogen. Maar hierbij moet wel de waardestijging worden verdisconteerd. Die is in veel gemeenten nog niet precies bekend. Tegen de taxatiewaarde wordt immers nogal eens bezwaar aangetekend. Gemeenten moeten de voor hen geldende maximale tarieven dus schatten. Eventueel te hoge tarieven moeten in het jaar erna worden gecompenseerd. Dan wordt het dus nog ingewikkelder om de maxima uit te rekenen. Aan belastingplichtigen is dit allemaal niet uit te leggen, laat staan dat zij een en ander zouden kunnen narekenen.

Maximering knelt

De maximering van de OZB beperkt veel gemeenten daadwerkelijk bij hun tariefkeuze. Gemiddeld bedraagt het tarief voor woningen 92 procent van het voor hen geldende maximum. Voor niet-woningen is dit zelfs 98 procent. Zouden de OZB-tarieven voor niet-woningen in alle gemeenten maximaal zijn verhoogd, dan zou de opbrengst slecht één procent hoger zijn geweest dan nu. Veel gemeenten zitten al op hun maximum. In feite bepaalt Den Haag dus het lokale budget.

Rioolrecht blijft stijgen

Het rioolrecht stijgt al vanaf 1998 met zes tot acht procent op jaarbasis, met name doordat gemeenten als gevolg van nieuwe milieuregels aanzienlijk hebben moeten investeren en doordat een groot deel van het rioolnet moet worden vervangen. Daar komt bij dat gemeenten die nog geen rioolrecht kenden dat nu invoeren terwijl andere gemeenten hun kostendekking vergroten. Door de inperking van de OZB in 2006 is het immers moeilijker om de riolering uit de algemene middelen te bekostigen. Om deze redenen zal het rioolrecht ook de komende jaren sterk stijgen.

Noot voor de pers

  • Meer informatie: Corine Hoeben, tel. (050) 363 3766 of Annette Zeilstra, tel. (050) 363 8344, e-mail coelo rug.nl of via www.coelo.nl (kaarten en belastingtarieven van afzonderlijke gemeenten).
  • M.A. Allers, C. Hoeben, J.T. van der Veer en A.S. Zeilstra, Atlas van de lokale lasten 2007, COELO, Groningen, ISBN 978 90 76276 427.

Tabel Tarievenoverzicht 2007

Tarief in euro’s

Mutatie van Gemiddelde

Laagste

Gemiddeldea

Hoogste

Gemeenten

ozb woning (eigenaar)

0,87

2,43

4,75

2,3g%

ozb gebruiker niet-woning

0,70

3,58

8,10

1,4g%

ozb eigenaar niet-woning

0,87

4,46

9,93

1,6g%

Reinigingsheffingb

24 c

263

372

2,3%

Rioolrecht b

18c

144

358

6,7%

Woonlastenbd

437

613

1.089

3,8%

Toeristenbelastinge

0,18 c

0,99

4,73

2,6%

Hondenbelasting

19,56 c

54,22

110

2,0%

Paspoort

34,05

47,35

47,45

20,5%

Rijbewijs

21,90

39,28

60,00

13,2%

Uittreksel gba

2,45

7,41

14,45

2,9%

Provincies

Opcenten motorrijtuigenbelastingf

116

133

148

4,1%

Waterschappen

Verontreinigingsheffing b

127

162

216

1,0%

Ingezetenenomslag

14

41

94

1,5%

Omslag gebouwd

0,27 c

0,54

1,51

1,7g%

  1. Gemiddelden zijn gewogen gemiddelden. Nultarieven zijn meegerekend.
  2. Meerpersoonshuishouden.
  3. Wordt niet overal geheven.
  4. Het bedrag dat een meerpersoonshuishouden in een woning met gemiddelde waarde betaalt aan ozb, rioolrecht en reinigingsheffing, na aftrek van eventuele heffingskorting.
  5. Hotelovernachting.
  6. Volkswagen Golf van 1000 kg, benzinemotor, op jaarbasis.
  7. Gecorrigeerd voor waardeontwikkeling onroerende zaken.
Laatst gewijzigd:21 augustus 2020 15:48

Meer nieuws