Skip to ContentSkip to Navigation
Over ons Actueel Nieuws Nieuwsberichten

Prof. Janka Stoker: ‘Universiteiten moeten bij sommige vacatures voorrang geven aan vrouwen’

04 april 2006

Het aantal vrouwelijke hoogleraren stijgt te langzaam volgens Nederlandse en Europese normen. Nederlandse universiteiten moeten daarom structureel meer vrouwen aannemen, vindt Janka Stoker, hoogleraar Leiderschap en organisatieverandering. ‘In sommige gevallen is het misschien wel goed om te zeggen: we zoeken alleen een vrouw.’

Bijna tien procent van de Nederlandse hoogleraren is vrouw. Veel te weinig, volgens Nederlandse én Europese doelstellingen. Het ministerie van Onderwijs wil dat het percentage vrouwelijke hoogleraren voor 2010 op vijftien procent bedraagt, volgens de Europese Lissabon norm is dat zelfs vijfentwintig procent. Om dit te bereiken moeten de Nederlandse universiteiten de komende jaren 143 of zelfs 247 extra vrouwelijke hoogleraren aanstellen.

‘We moeten daar harder een zaak van maken,’ zegt Janka Stoker, hoogleraar leiderschap en organisatieverandering bij de faculteit bedrijfskunde. ‘Misschien is het wel goed om eens te zeggen: we zoeken alleen een vrouw, want we hebben al vijftien mannelijke hoogleraren en de zestiende moet een vrouw zijn.’ Het is volgens haar namelijk hard nodig dat het aantal vrouwen in wetenschappelijke topposities toeneemt. ‘Bij sommige studies is de helft van de studenten vrouw, maar doceert geen enkele vrouwelijke hoogleraar. Dat is niet meer van deze tijd.’

Stereotype
Aan het ambitieniveau en de prestaties van vrouwen zal het hoogstwaarschijnlijk niet liggen, zo blijkt uit onderzoek dat Stoker in samenwerking met weekblad Intermediair onder 3200 hoogopgeleide werknemers uitvoerde. Vrouwelijke managers zijn vaak ambitieuzer dan hun mannelijke collega’s, en doen het in de ogen van hun medewerkers even goed of zelfs beter. Ook veel aangehaalde verklaringen voor het ontbreken van vrouwen in de top blijken in deze steekproef niet te kloppen: vrouwen hebben net zo veel zelfvertrouwen als mannen en hechten zelfs minder waarde aan een privé-leven met gezin en kinderen.

Een verklaring waarom het aantal vrouwen in leiderschapsposities toch achterblijft, ligt volgens Stoker in het heersende stereotype van leiderschap. De ‘ideale manager’ is nog steeds een masculiene leider, die dominant en krachtig leidinggeeft. Uit Stoker’s onderzoek blijkt dat dit type leider ongeveer evenveel voorkomt onder mannen en vrouwen, en door werknemers slechts wordt gewaardeerd als gemiddeld. Maar omdat vrouwen nog steeds ten onrechte minder ‘masculiene’ leiderschapskwaliteiten wordt toegedicht, komen ze in de heersende leiderschapscultuur minder in hoge managementfuncties terecht.

Cultuuromslag
Het stereotype leiderschapsbeeld moet daarom veranderd worden, zegt Stoker. Dat kan, want het stereotype beeld verandert als de medewerker een vrouw als leidinggevende heeft en als in de eigen organisatie meer dan twintig procent van de managementfuncties bezet wordt door vrouwen. Om dit te bereiken kunnen organisaties verschillende dingen doen: een intentieverklaring tekenen, of een quotum instellen. ‘Intentieverklaringen zijn erg vrijblijvend,’ zegt Stoker, ‘Ze bestaan al jaren en je verandert er weinig mee.’ Effectiever is het volgens de hoogleraar om harde percentages te stellen voor het aantal vrouwen in de top. ‘Je ziet in Scandinavische landen dat dit wel lukt. Daar moet een vast percentage van de raad van bestuur vrouw zijn. Dat zou je over alle managementlagen moeten doorvoeren.’

Stoker vindt dat universiteiten meer kunnen doen om de vastgestelde doelstellingen voor het aantal vrouwelijke hoogleraren te halen. ‘Je moet laten zien dat je het echt meent en je beleid omzetten in concrete actie. Ik denk niet dat dit bij elk universiteitscollege evenveel prioriteit heeft.’ Om echt iets veranderen is een lange-termijn oplossing nodig, een cultuuromslag. Een stap in de goede richting zijn de speciale trajecten om jonge vrouwelijke talenten te laten doorgroeien naar hoogleraarposities, zoals de Rosalind Franklin-posities aan de RUG. Maar om nog meer vrouwen naar de top te krijgen, pleit Stoker zelfs voor positieve discriminatie, of zoals zij liever zegt, ‘positieve actie’. ‘Het is belangrijk om meer vrouwen in managementfuncties te krijgen, vooral binnen een generatie die straks moet opdraaien voor de kosten van een vergrijsde bevolking,’ aldus Stoker. ‘De emancipatie is nog niet voorbij.’

Symposium
Op 6 april spreekt Janka Stoker de symposiumrede uit op het symposium ‘Vrouw en Wetenschap: De nieuwe generatie’, georganiseerd door het Landelijk Netwerk Vrouwelijke Hoogleraren (LNVH) in het KNAW gebouw in Amsterdam. De titel van haar voordracht luidt: ‘De Alma Mater en de masculiene leider.’

Curriculum Vitae
Janka Stoker (1970) studeerde psychologie aan de Rijksuniversiteit Groningen en promoveerde in 1998 aan de Universiteit Twente op het proefschrift Leidinggeven aan zelfstandige taakgroepen. Sinds 2003 is Stoker bijzonder hoogleraar Leiderschap en Organisatieverandering aan de Faculteit Bedrijfskunde van de RUG. Daarnaast is zij Senior Managing Consultant bij organisatie- en adviesbureau Berenschot, waar zij werkzaam is bij de adviesgroep The Change Factory, die actief is op het gebied van strategie-implementatie en organisatieverandering.

Op dit moment houdt Stoker zich bezig met onderzoek naar diversiteit en leiderschap, en zelfevaluatie van leidinggevenden. Eerder onderzoek mondde uit in nationale en internationale publicaties, waaronder Het onmisbare middenkader (2000) en Grip op leiderschap (2003). Janka Stoker is tevens lid van de redactie van de Gids voor Personeelsmanagement.

Laatst gewijzigd:06 december 2019 11:40

Meer nieuws