Skip to ContentSkip to Navigation
Over ons Faculteit der Letteren Studeren bij ons Testimonials Nederlands en Neerlandistiek

Je kan proberen mensen aan een verhaal en een taal te helpen

In gesprek met Mathijs Sanders

Door: Kim den Hartog

Foto Mathijs Sanders
Mathijs Sanders

Sinds 2017 is Mathijs Sanders hoogleraar moderne Nederlandse letterkunde aan de Rijksuniversiteit Groningen. Sanders houdt zich bezig met de Nederlandstalige literatuur van de twintigste en eenentwintigste eeuw. Hij legt zich in zijn onderzoek toe op de koppeling tussen literatuur en de maatschappij, en dit zien we in zijn onderzoekslijnen terug. Hij is gefascineerd door de verbinding tussen literatuur en ecologie, internationale literaire betrekkingen tussen Europese landen in de twintigste eeuw en hedendaagse Nederlandstalige poëzie.

Ook al in Sanders’ promotieonderzoek zien we deze verbinding tussen literatuur en samenleving. Begin 2002 promoveerde hij aan de Universiteit Utrecht op zijn literatuurhistorische onderzoek Het spiegelend venster. Sanders analyseerde de literatuuropvattingen van Nederlandse katholieke schrijvers in de periode van 1870 tot 1940. Hij onderzocht kwesties als met welke conflicten deze schrijvers zaten door hun teksten te bestuderen, en in te zien welke ideeën over literatuur binnen deze kring leefden. Hiernaast boog hij zich over tijdschriften, uitgeverijen en andere belangrijke organisaties die van invloed waren in die periode. In deze tijd kwam bijvoorbeeld de autonome moderne literatuur op, en de katholieke kring moest zich, in combinatie met haar levensbeschouwing, daartoe verhouden.

Literatuur en ecologie

De afgelopen jaren is de klimaatroman in opmars, waarbij de literatuur en ecologie elkaar ontmoeten. Ook Sanders doet onderzoek naar de klimaatroman. Hij benoemt dat klimaatverandering een abstract gegeven is met concrete gevolgen, waar wij ons als mens toe moeten verhouden. Hoe gaan we om met ecologische veranderingen en welke rol speelt literatuur daarin? Hoe kunnen we van deze veranderingen een begrijpelijk verhaal maken? Sanders doet onderzoek naar de literaire en culturele verbeelding van het waddengebied, en hij houdt contact met betrokken organisaties om samenwerkingen aan te gaan. Voor de verbinding met de maatschappij is Sanders regelmatig op zoek naar opdrachtgevers van buiten de universiteit. Een voorbeeld hiervan is de tijdelijke tentoonstelling WAD EXOTISCH! van het Werelderfgoedcentrum Waddenzee in 2023. Deze tentoonstelling, ontworpen in samenwerking met biologen en ecologen, ging over de Japanse oester. De tentoonstelling was echter nog niet begrijpelijk voor het bredere publiek, en het centrum wilde graag communicatieadvies.

Met het onderwijs als oefenterrein voor nieuw onderzoek, boog Sanders zich samen met enkele bachelorstudenten over deze kwestie. Het onderzoek richtte zich op de vragen met welke metaforen de omgeving van de Japanse oester kon worden beschreven, met welke verteltechnieken een interessant narratief kon worden neergezet, en met welke taal dit begrijpelijk kon worden gemaakt voor het bredere publiek van de tentoonstelling. De onderzoeksgroep begaf zich vanuit de cursus Onderzoeksatelier naar Schiermonnikoog en Pieterburen voor een empirische aanpak. Zo heeft de groep de natuuromgeving en de tentoonstelling bezocht. Hiernaast heeft de onderzoeksgroep romans gelezen die zich in hetzelfde gebied afspelen, en geanalyseerd hoe hierover wordt geschreven. Naar aanleiding van deze ervaringen schreef de groep een adviesrapport dat tot de nodige aanpassingen leidde in de tentoonstelling. Zo gebruikten de biologen bijvoorbeeld het woord ‘habitat’ voor het gebied van de oester, waarbij de groep wees op de ambiguïteit en onbekendheid van deze term en als alternatief ‘biotoop’ of ‘leefomgeving’ voorstelde. Sanders acht dit belangrijk onderzoek – het zet volgens hem namelijk aan tot nadenken over ecologische en sociologische kwesties, die buiten de neerlandistiek lijken te liggen. Door echter de koppeling tussen literatuur en dergelijke maatschappelijke kwesties op te zoeken, kunnen we bewustwording creëren en met elkaar op kritische wijze in gesprek gaan. Een onderzoeksthema als dit laat dan ook een duidelijk interdisciplinair perspectief zien die de moderne neerlandistiek illustreert. Zie voor meer de website van Liternatuur.

Internationale betrekkingen in Europese landen in de twintigste eeuw

Hoe we binnen Nederland vanuit de literatuur omgaan met maatschappelijke kwesties is van belang, maar met de globalisering veranderde de neerlandistiek als vakgebied. Een internationale blik is dan ook cruciaal voor het onderzoek. Als betrekkelijk klein land tussen grote taalgebieden was de Nederlandse literatuur van oudsher verbonden met anderstalige literaturen. Schrijvers waren met elkaar in gesprek over de actualiteit, wisselden literaire ideeën uit en stimuleerden elkaar nieuwe invalshoeken te vinden. Dit internationale perspectief zien we in onderzoeken die Sanders begeleidt. Als een van de vier hoogleraren moderne Nederlandse letterkunde in Nederland heeft Sanders in zijn rol als promotor dan ook een breed toegangsbeleid. Een voorbeeld is het promotieonderzoek van Sasha Richman, een Amerikaanse letterkundige woonachtig in Frankrijk. Zij schrijft haar proefschrift over de rol van fotografie in het oeuvre van de Nederlandse Willem Frederik Hermans, Amerikaanse Wright Morris en Franse Michel Tournier. Een ander promotieonderzoek dat Sanders heeft begeleid betrof receptieonderzoek naar het werk van de Argentijnse schrijver Jorge Luis Borges. In dit promotieonderzoek lag de focus op hoe Nederlandse schrijvers op het werk van Borges hebben gereageerd.

Nederlandstalige poëzie in dialoog met de samenleving

Poëzie lijkt een minder maatschappelijk betrokken kunstvorm, maar ook dit is een veelbelovend onderwerp voor  onderzoek, waarin heden en verleden samenkomen. In hun teksten reageren dichters wel degelijk op de realiteit, en vaker dan niet gebruikt een dichter zijn tekst om protest te uiten tegen bepaalde maatschappelijke fenomenen. De dichtersgroep, bekend als de Vijftigers, verzetten zich tegen de kunstopvattingen van hun voorgangers. In hun teksten legden zij zich toe op onmiddellijke, zintuiglijke expressie. Het blijkt echter dat zij ook reageerden op de actualiteit. Sanders begeleidde een klein onderzoek van masterstudent Jan van Gulik naar het voorkomen van de atoombom in Vijftigers-poëzie. De onderzoeksresultaten zijn gepubliceerd op Jong Neerlandistiek.

De neerlandistiek naar buiten toe!

In zijn onderzoekslijnen zoekt Sanders dus naar de verbinding met de maatschappij. Hij acht het dan ook belangrijk dat wetenschappelijke bevindingen niet slechts in de academische wereld blijven liggen. Deze vertaalt hij graag zo snel mogelijk naar een breder publiek. Zo is hij redacteur bij onder andere Spiegel der Letteren, het Lexicon van literaire werken en het Vertalerslexicon voor het Nederlandse taalgebied. Ook maakt Sanders deel uit van de Raad voor Geesteswetenschappen voor de KNAW. Verder bezoekt hij regelmatig evenementen als het jaarlijkse Meet Me at The Lighthouse en Dichters in de Prinsentuin. Met dergelijke nevenactiviteiten, en samen met zijn collega-neerlandici, hoopt Sanders mensen aan een verhaal en een taal te helpen. Waar anderen wellicht niet op de woorden komen, kan de neerlandistiek een helpende hand bieden.

Laatst gewijzigd:06 februari 2024 16:35