Een middeleeuws toneelstuk was geen tekst maar een ervaring

Door: Demian Vos
Bart Ramakers is sinds 2002 hoogleraar Oudere Nederlandse Letterkunde aan de Rijksuniversiteit Groningen. Hij is geïnteresseerd in toneel van zowel de middeleeuwen als de 16e en 17e eeuw. Ramakers probeert een toneeltekst tot leven te wekken door vooral te focussen op wat er te zien was op het toneel en wat het publiek daarbij voelde.
Levende schilderijen
Ramakers promoveerde in 1998 op het proefschrift Spelen en figuren. Hij onderzocht hiervoor de sacramentsprocessie van de Oost-Vlaamse stad Oudenaarde in de 15e en 16e eeuw. Zo’n optocht vond ieder jaar plaats, en centraal stond de hostie, die de Rooms-Katholieke Kerk beschouwt als het lichaam van Christus. “Het idee achter dat feest was te laten zien dat de stad zelf ook het lichaam van Christus vormde. Alle groepen in de stad waren aanwezig en zo vormden zij samen ook een eenheid.”
Vooral de sacramentsprocessie in Oudenaarde was erg beroemd, vanwege de tableaux vivants, een soort levende schilderijen, die te zien waren op wagens of stellages langs de route. De personages hadden geen tekst, maar beeldden wel een belangrijke historische of Bijbelse gebeurtenis uit. Op het hoogtepunt ging het om meer dan 120 kleine toneelvoorstellingen, verzorgd door een groep mensen die bijvoorbeeld in dezelfde straat woonden. Ramakers dook in de archieven en onderzocht welke thema’s mensen kozen voor zo’n tableau vivant: “Het leert ons iets over hoeveel kennis een gemiddelde burger had van de Bijbel. In de loop van de zestiende eeuw werden er steeds meer lijdens- of passievoorstellingen verbeeld en ook steeds meer voorstellingen uit het Nieuwe en Oude Testament. De passieverering en de Bijbel namen namelijk een steeds grotere plaats in in het geloofsleven van leken-stedelingen. Die toename heeft te maken met het groeiende prestige van de processie. Het was een vorm van PR voor de stad en men had er steeds meer geld voor over.”
Geen tekst maar opvoering
Daarna is Ramakers zich bezig gaan houden met toneelteksten van rederijkers. De rederijkers waren woordkunstenaars die zich organiseerden in verenigingen en wedstrijden organiseerden. De opvoeringsteksten zijn weliswaar het enige wat ons rest van de historische voorstelling, toch probeert Ramakers die in zijn onderzoek te reconstrueren : “Net als bij de tableaux vivants raakte ik hier vooral geïnteresseerd in de vraag: wat was er in werkelijkheid te zien op het toneel? Een toneelstuk is niet alleen een tekst, maar een heel evenement.”
Ramakers richt zich dus niet alleen op wat de personages zeggen, maar ook op wat er tegelijkertijd te zien was: “De toeschouwers lazen zo’n toneeltekst natuurlijk niet. Het is uiteindelijk de opvoering die het publiek te zien (en te horen) krijgt en die moeten we onderzoeken.” Hoewel van de meeste toneelstukken alleen de tekst bewaard is gebleven, kunnen we uit archiefstukken afleiden op wat voor locatie een toneelstuk werd opgevoerd en wat voor kostuums de acteurs droegen. Daarbij kan de de beeldende kunst een handje helpen: “Sommige rederijkers waren ook schilder en maakten schilderijen van onderwerpen waar ook toneelstukken over gingen.”
Emotie en esthetiek
De laatste tijd probeert Ramakers een stap verder te gaan: wat voor impact had een toneelstuk op het publiek? Dat noemt hij de ‘esthetische ervaring’. “Als toneelhistorici analyseren we een toneelstuk graag door ze te vergelijken met eerdere of latere toneelstukken over hetzelfde thema, maar dat is eigenlijk helemaal niet relevant. Ik zie het als mijn primaire taak om te begrijpen wat de oorspronkelijke toeschouwer gezien heeft en hoe die dat heeft ervaren.”
Er wordt steeds meer onderzoek verricht naar die esthetische ervaring. Dat gebeurt vooral experimenteel: terwijl iemand naar een schilderij kijkt of een tekst leest, kun je zijn emoties meten door bijvoorbeeld veranderingen in huidtemperatuur en -vochtigheid te meten. “Je kan ervan uitgaan dat we als mensen door de tijd heen grotendeels op dezelfde manier reageren op emotionele teksten of emotionele beelden. Je kunt dus heel goed experimenteel onderzoek doen met hedendaagse toeschouwers om iets te zeggen over de ervaring van toeschouwers in het verleden.”
Onderzoekend opvoeren
In 2021 hielp Ramakers mee met de opvoering van een middeleeuws toneelstuk, als een vorm van onderzoek. Dat heet ‘Perfomance as Research’. “Je kunt natuurlijk een gedachtelijke voorstelling maken bij een toneeltekst, maar het is nog interessanter om te kijken wat er gebeurt als je een echte opvoering verzorgt. Wat maken professionele acteurs van zo’n toneeltekst en hoe reageren hedendaagse toeschouwers op een opvoering? En kloppen je eigen aannames wel?”
Ramakers werkte samen met Theatergroep De Kale aan de opvoering van een tafelspel, een kort toneelstuk dat werd opgevoerd tijdens een maaltijd. In dit toneelstuk komen een Schipper, een Pelgrim en een Post (een bode) elkaar tegen. Alle drie willen ze naar Jeruzalem gaan en alle drie hebben ze een cadeau bij zich. Het cadeau wordt cryptisch omschreven en uiteindelijk onthult. Vaak was dit een religieus object waarvan mensen nu de betekenis niet meer weten. “Wat ik zo leuk vond aan de opvoering, was dat het publiek opveerde bij de onthulling van het cadeau. Niet omdat dat object voor het hedendaagse publiek zo bijzonder is, maar vanwege de manier waarop de acteurs toewerkten naar de onthulling. Die onthulling op zichzelf brengt het publiek in beweging, door een zekere spanningsopbouw.”
Wetenschappelijke bucketlist
Na het toneelstuk heeft Ramakers een enquete afgenomen bij het publiek. Hierin vroeg hij niet naar emoties en ervaring, maar naar wat het publiek vond van zo’n reconstructie van een historische tekst en of ze het ondanks de taalbarriere nog steeds interessant vonden. In de toekomst wil hij graag echt experimenteel onderzoek verrichten naar publieksreacties bij toneelstukken: “Met eye-tracking en het meten van huidtemperatuur kan je de ervaringen en emoties echt meetbaar maken. Je kan als literatuurhistoricus dus de samenwerking opzoeken met gedragswetenschappers en neuropsychologen. Dat staat nog op mijn wetenschappelijke bucketlist.”
Laatst gewijzigd: | 05 juni 2025 10:57 |