‘AI veiliger maken voor de Nederlandse industrie, dat is de uitdaging’
Het ELSA Lab voor Technische Industrie ontving onlangs 2,4 miljoen euro van de Nederlandse Organisatie voor Wetenschappelijk Onderzoek (NWO). Drie onderzoekers van de Rijksuniversiteit Groningen vertellen over de plannen. ‘In de industrie is het simpeler en veiliger om de kracht van AI te laten zien.’
Het project richt zich op de ethische, juridische, sociale en economische (ELSA) uitdagingen van AI-adaptatie in de technische industrie. Er is sprake van een relatief trage invoering van AI in de Nederlandse technische industrie, vooral bij mkb-bedrijven, wat onze concurrentiepositie in de wereld kan schaden. ‘Of Nederland achterblijft, hangt af van het referentiekader’, zegt Ming Cao, hoofdaanvrager en hoogleraar netwerken en robotica aan de Rijksuniversiteit Groningen. ‘Maar vergeleken met de Verenigde Staten en China ligt Europa achter op het gebied van AI-adaptatie in de industrie.’
Cao (tevens wetenschappelijk directeur van de Jantina Tammes School of Digital Society, Technology and AI) noemt als voorbeeld grootschalige magazijnen. Amerikaanse bedrijven zoals Amazon hebben processen al grotendeels geautomatiseerd, deels met AI. ‘Magazijnrobots zijn een snel ontwikkelend gebied in AI-toepassingen voor robots, maar Nederland loopt achter op dit gebied.’

Kansen en onzekerheden
Dat beaamt medeaanvrager Christos Emmanouilidis, Associate Professor bij de Faculteit Economie en Bedrijfskunde van de Rijksuniversiteit Groningen. Hij ziet evenwel kansen voor Nederland en Europa. ‘De oorspronkelijke doorbraken op het gebied van AI kwamen uit de VS, maar de drempel voor AI-toepassingen is steeds lager. Er zijn ook meer succesverhalen uit Europa. Dat is goed nieuws gezien de globale onzekerheden. We hebben autonomie nodig op ons continent.’
Het project richt zich daarom op de mogelijkheden voor de technische industrie in Nederland op het gebied van AI-adaptatie, die in overeenstemming zijn met publieke waarden en mensenrechten. ‘De meeste partners uit de industrie zijn al gestart met pilotprojecten om te onderzoeken wat ze met de opkomende technologie kunnen. De uitdaging ligt in de onzekerheden op het gebied van veiligheid, regulering en wetgeving. Hoe zit het bijvoorbeeld met intellectueel eigendom – wat kunnen bedrijven in zogeheten ‘large language models’ stoppen? De uitdaging is om het gebruik van AI minder risicovol te maken. We willen de technologie gebruiken, maar de negatieve aspecten zoveel mogelijk uitsluiten.’
Ook Cao wijst op de wetgeving in Europa. Sinds 2024 bestaat de AI Act die kaders stelt aan de invoering van AI, bijvoorbeeld op het gebied van privacy. Vanuit de ELSA-aanpak heeft de AI Act een centrale rol in het project, stelt de hoogleraar. ‘Aan de ene kant geeft de AI Act richting en neemt het onzekerheden weg. Maar de wet brengt ook onzekerheden met zich mee, bijvoorbeeld op het gebied van camerabeelden. Robots hebben geen ogen of oren: ze gebruiken camera's om informatie over de omgeving te verzamelen. In de AI Act staan strikte regels voor het gebruik van camera's. Dit kan de toepassing van AI in de industrie vertragen. Want hoe zorgen we ervoor dat robotcamera’s de privacy van werknemers niet schenden. Tuurlijk, het is belangrijk om de privacy te beschermen. Maar het kan ook leiden tot onnodig tijdverlies bij de adaptatie van AI in de industrie.’
Het project hecht veel belang aan aspecten van rechtsonzekerheid. Dit blijkt uit de keuze om de PhD die uit het project wordt gefinancierd bij de Faculteit Rechtsgeleerdheid onder te brengen. Jeanne Mifsud Bonnici, hoogleraar Technology Law and Human Rights, merkt op: 'Onze faculteit heeft een sterke onderzoeksgemeenschap op het gebied van AI-ontwikkelingen en de rol van het recht.' Het onderzoek in het ELSA Lab voor Technische Industrie (ELSA4TI) is een aanvulling op het onderzoek dat bij de faculteit loopt naar AI en arbeidsrechten en AI in de gezondheidszorg (als onderdeel van het werk in het ELSA AI lab Noord-Nederland, gecoördineerd door universitair hoofddocent Mirjam Plantinga, in het UMCG).
Use cases
Om de ethische, juridische, sociale en economische uitdagingen te testen in de praktijk wordt er binnen het project ELSA Lab gebruik gemaakt van ‘used cases’. ‘Dit doen we in samenwerking met partners uit de industrie, zoals Philips’, legt Emmanouilidis uit. ‘We willen de technologische mogelijkheden en potentiële risico’s in kaart brengen. Dat helpt niet alleen de industrie, maar ook beleidsmakers die uiteindelijk de kaders bepalen. Er is discussie over wat de beste manier is om AI te reguleren. De VS hanteren een laissez-faire-aanpak, terwijl de EU met de AI Act striktere wetgeving naleeft die gebaseerd is op de fundamentele rechten van de bevolking. China daarentegen heeft een andere aanpak, met meer overheidscontrole. Met de use cases testen we zowel de mogelijkheden als de grenzen, om te bepalen welke aanpak het beste werkt voor de industrie.
Uniek aan het project zijn de ‘used case families’, een cluster van bedrijven met dezelfde vragen omtrent AI-toepassingen, vertelt Cao. Op deze manier kunnen AI-innovaties breder worden toegepast, want de vraagstukken gelden veelal voor hele bedrijfstakken of sectoren. Ook co-creatie is van groot belang. Bij het project zijn zeer divers partners betrokken, zoals de Universiteit Twente en Tilburg University en dertien industriële partners. Ook worden er bijvoorbeeld vakbonden uitgenodigd. ‘We willen ze echt betrekken bij het project en zullen daarvoor de ervaring met co-creatie in voorgaande onderzoeksprojecten toepassen op de ELSA labs.’
Samenwerking
De Jantina Tammes School of Digital Society, Technology and AI kan een belangrijke rol spelen in de samenwerking, zegt Cao. ‘Het is een multidisciplinair onderwerp met verschillende stakeholders en een groot maatschappelijk belang, wat goed past bij de strategie van de RUG om uit te groeien tot een vijfde generatie universiteit die aansluit bij de samenleving.’ Bovenal hoopt Cao dat het project zorgen van mensen over de toepassing van AI wegneemt. ‘Er is een belangrijk onderscheid tussen verschillende domeinen. Thuis of bij health-toepassingen zijn andere voorwaarden dan in de industrie, waar de toepassingen waarschijnlijk eenvoudiger zijn. We hebben een lange traditie met industriële robots: we weten dat robots de productiviteit enorm kunnen verbeteren. In de industrie is het simpeler en veiliger om de kracht van AI te laten zien.’
Het ELSA Lab-project zal deel uitmaken van het Nationaal Groeifondsprogramma AiNed, uitgevoerd door de AI Coalition 4 NL. Meer informatie over de Elsa Labs is hier te vinden.
Laatst gewijzigd: | 27 juni 2025 10:48 |
Meer nieuws
-
06 juni 2025
India-Nederland Hydrogen Valley Fellowship-programma aangekondigd
Ter gelegenheid van Wereldmilieudag op 5 juni 2025 maakten het Indiase ministerie van Wetenschap en Technologie en de RUG gisteren de start bekend van een partnerschap voor het Hydrogen Valley Fellowship-programma. Dit programma biedt getalenteerde...
-
24 maart 2025
RUG 28e in World’s Most International Universities 2025 ranglijst
De Rijksuniversiteit Groningen is door Times Higher Education gerangschikt op de 28e plek in de World’s Most International Universities 2025 ranglijst. Daarmee laat de RUG instellingen als MIT en Harvard achter zich. De 28e plek betekent een stijging...
-
05 maart 2025
Vrouwen in de wetenschap
De RUG viert Internationale Vrouwendag met een bijzondere fotoserie: Vrouwen in de wetenschap.