Skip to ContentSkip to Navigation
Over ons Faculteit Gedrags- en Maatschappijwetenschappen

VIDI voor Gert Stulp: Hoe kunnen we beter voorspellen hoeveel kinderen er geboren gaan worden?

14 juli 2021

Gert Stulp, onderzoeker bij de basiseenheid sociologie, ontvangt een NWO VIDI beurs voor zijn onderzoeksvoorstel ‘Understanding fertility outcomes by quantifying the (un)predictable’. Het doel van het project is om beter te kunnen voorspellen hoeveel kinderen mensen zullen krijgen. Stulp is een van de vijf RUG onderzoekers die de prestigieuze VIDI beurs ontvangen.

Gert Stulp
Gert Stulp

Voorspellen is moeilijk

Hoeveel huizen moeten we bouwen? Is het pensioenstelsel in de toekomst nog houdbaar? En is er wel voldoende medische zorg voor iedereen? De antwoorden op deze en andere belangrijke beleidsvragen worden in sterke mate bepaald door hoeveel kinderen er in de toekomst geboren gaan worden. Dat toekomstig geboortecijfer blijkt in de praktijk bijzonder lastig te voorspellen. Dat komt onder andere doordat het nog onvoldoende duidelijk is welke factoren van invloed zijn op ons reproductief gedrag. Met zijn VIDI beurs hoopt Gert de komende jaren samen met twee PhD studenten hier meer inzicht in te krijgen om zo bij te dragen aan betere voorspellingen.

Data-challenge: Hoe goed kunnen we fertiliteit voorspellen?

Een van de onderdelen binnen het VIDI project is het organiseren van een data challenge, een aanpak die binnen de data-sciences heel succesvol is gebleken, maar binnen de sociale wetenschappen nieuw is. Gert: “Data challenges zijn wedstrijden waarin alle deelnemers met dezelfde dataset werken en zo goed mogelijke voorspellingen proberen te maken over een bepaalde uitkomst in een andere dataset. In mijn project is de uitdaging om met het LISS panel, een dataset met meer dan duizend variabelen, zo goed mogelijk de variatie in het aantal kinderen dat mensen krijgen te voorspellen.”

In principe kan iedereen - ongeacht locatie of discipline - meedoen aan de data-challenge. Gert verwacht een mix van sociologen, demografen en data-scientists, en van zowel theorie- als datagestuurde aanpakken. Het model dat de meeste variatie in kindertal kan verklaren, wint een prijs: de winnaars mogen een key-note lezing op een speciaal georganiseerd congres verzorgen.

Simulaties: Wat kunnen we niet voorspellen?

Door het gebruik van theoriegestuurde simulaties hoopt Gert daarnaast meer inzicht te krijgen in de rol van kans of willekeur. “Hoeveel kinderen mensen krijgen, wordt deels door kans bepaald. Vanuit de medische wetenschap hebben we een vrij goed beeld van de kans op een bevruchting en de kans dat een bevruchte eicel uitgroeit tot een baby. Zelfs als je koppels met precies dezelfde eigenschappen zou hebben, kan er een verschil in het aantal kinderen dat zij krijgen zijn vanwege dit kans-element. Vergelijk het met het gooien van een dobbelsteen: soms gooi je in één keer zes terwijl je er een andere keer diverse worpen voor nodig hebt. Deze uitkomsten op basis van kanseffecten kun je niet voorspellen met een statistisch model”.

Meer zicht op wat we (niet) weten

Door de inzichten van beide projecten te combineren, hoopt Gert aan het einde van het VIDI project een beter idee te hebben van wat we wel en wat juist niet kunnen voorspellen. “De data challenge laat zien hoeveel variatie in kindertal we kunnen verklaren op basis van variabelen die al bekend zijn. De simulatie modellen geven ons meer inzicht in de rol van kans of willekeur, of, anders gezegd, de variatie in kindertal die je eigenlijk nooit kunt voorspellen. Als je weet wat je wel kan voorspellen en wat je nooit zal kunnen voorspellen, blijft er over wat je nog niet voorspeld hebt, maar mogelijk in de toekomst wel zou kunnen voorspellen, bijvoorbeeld door nieuwe theorieën en betere manieren van meten.”

Laatst gewijzigd:14 juli 2021 13:25
View this page in: English

Meer nieuws