Psychologische factoren blijken belangrijker dan achtergrond bij energiebesparing thuis

Zelfeffectiviteit, persoonlijke normen en attitudes spelen een grotere rol bij zuinig energiegebruik dan leeftijd, opleiding of geslacht. Niet alleen wie we zijn, maar ook wat we geloven dat we kunnen doen, beïnvloedt ons gedrag.
Waarom zet de een trouw het licht uit bij het verlaten van een kamer, terwijl de ander de lampen gerust laat branden? Het antwoord ligt vooral in psychologische factoren, blijkt uit een nieuwe meta-analyse van onderzoekers verbonden aan de Rijksuniversiteit Groningen.
In het vakblad Cell Reports Sustainability presenteren Steph Zawadzki en haar collega’s een overzicht van tientallen studies naar energiegebruik in huishoudens. Hun conclusie: niet geslacht, leeftijd of opleidingsniveau, maar psychologische factoren voorspellen het best of mensen thuis zuinig omgaan met energie.
Vooral zelfeffectiviteit – het vertrouwen in het eigen vermogen om energie te besparen – blijkt doorslaggevend. Ook persoonlijke normen en attitudes, zoals de overtuiging dat zuinig omgaan met energie moreel wenselijk is, hangen sterk samen met daadwerkelijk energiegebruik.
De onderzoekers richtten zich op huishoudelijk energieverbruik, dat goed is voor ongeveer 20 procent van het totale elektriciteitsverbruik. ‘Een beter begrip van wat mensen motiveert om energie te besparen, kan de transitie naar groene energie versnellen,’ schrijven zij.
De bevindingen hebben duidelijke beleidsimplicaties. Voorlichting en campagnes zijn effectiever wanneer ze inspelen op psychologische drijfveren in plaats van op demografische kenmerken. Met andere woorden: minder nadruk op wie mensen zijn, en bijvoorbeeld meer aandacht voor wat hen het gevoel geeft dat ze werkelijk verschil kunnen maken.
Meer nieuws
-
23 oktober 2025
Negen wetenschappers van de RUG ontvangen Vidi-beurs
-
07 oktober 2025
Wat kunst met ons doet

