Skip to ContentSkip to Navigation
Rijksuniversiteit Groningenfounded in 1614  -  top 100 university
Over ons Beleid en strategie Diversiteit en Inclusie Diversiteit en Inclusie voor jou

Wanneer docenten ook leren: Genderdiversiteit goed aanpakken in de klas

De eerste keer dat ik struikelde over de voornaamwoorden van een student, voelde ik het rood naar mijn gezicht stijgen. Niet uit onenigheid, maar uit onvoorbereidheid. Als docenten zijn we gewend om onze vakinhoud te beheersen, maar weinigen van ons hebben geleerd hoe we met vertrouwen en respect over genderdiversiteit kunnen spreken. Tweemaal stond ik met lege handen voor mijn studenten. Dit artikel is mijn poging om te leren – en te delen – hoe we het vanaf de allereerste les goed kunnen doen.

Hier volgt mijn gids voor gepaste etiquette voor docenten:

De gekozen naam en voornaamwoorden van de student

Gebruik altijd de naam en voornaamwoorden waarmee de student zich identificeert, ook als deze afwijken van de juridische naam. De naam die in Progress of Brightspace staat, is de wettelijke naam. Het is jouw verantwoordelijkheid om te achterhalen of de student een andere naam of voornaamwoorden gebruikt.

Je kunt dit doen door in Brightspace de mogelijkheid te gebruiken om voornaamwoorden te verzamelen (zie het bijbehorende artikel voor uitleg) en je studenten te vragen dit in te vullen. Als je twijfelt, vraag dan discreet aan de student hoe die graag aangesproken wil worden.

In kleinere groepen kun je met zorg een pronoun round doen: nodig studenten uit (maar verplicht ze niet) om hun voornaamwoorden te delen op de eerste dag. Vermijd situaties waarin iemand zich gedwongen voelt om zichzelf te “outen.”

Je zou bijvoorbeeld kunnen zeggen:

“Mijn naam is <naam>, ik gebruik <voornaamwoorden>. Ik deel mijn voornaamwoorden om te laten zien dat ik een bondgenoot wil zijn voor wie dat belangrijk is. Voel je vrij om ze in je eigen introductie te delen als je dat wilt.”

Of kies een meer algemene benadering:

“Als ik me in mijn aanspreekvorm vergis, laat het me gerust weten, dan corrigeer ik het. Ik ben ook beschikbaar om privé te bespreken hoe we deze klas inclusiever kunnen maken.”

In kleine groepen kun je namen en voornaamwoorden ook verzamelen via naamkaartjes, en zelf het voorbeeld geven door je eigen voornaamwoorden erbij te zetten. Bereid één zin voor waarin je uitlegt waarom je dat doet, bijvoorbeeld:

“Ik nodig iedereen uit (maar verplicht niemand) om voornaamwoorden te delen, zodat we elkaar met respect kunnen aanspreken en een inclusieve leeromgeving kunnen creëren.”

“Het delen van voornaamwoorden helpt een klascultuur te bevorderen waarin ieders identiteit wordt erkend en gerespecteerd.”

“Ik vraag naar voornaamwoorden als een optionele manier om te voorkomen dat iemand verkeerd wordt aangesproken.”

“Het uitnodigen tot het delen van voornaamwoorden is één manier waarop we respect en inclusie in onze academische gemeenschap kunnen normaliseren.”

Omgaan met weerstand

Als er weerstand is, reageer rustig en professioneel:

“Dat is prima, het delen van voornaamwoorden is optioneel. We willen er alleen voor zorgen dat iedereen met respect wordt aangesproken.”

“Ik begrijp dat je het liever niet deelt; dat respecteren we, en we gebruiken de naam die je hebt opgegeven.”

“Ons doel is een respectvolle klas. Ook als je je voornaamwoorden niet wilt delen, verwachten we dat iedereen elkaars naam en voornaamwoorden correct gebruikt.”

“Ik begrijp dat niet iedereen hetzelfde perspectief heeft. Hier ligt onze focus echter op het creëren van een respectvolle leeromgeving waarin iedereen volledig kan deelnemen.”

“Als je wilt, kunnen we eventuele zorgen privé bespreken, maar in de klas geldt de standaard dat iedereen met respect wordt behandeld.”

Grijp transfoob of discriminerend gedrag direct en duidelijk in

Als een opmerking of grap de identiteit van iemand ondermijnt, reageer dan onmiddellijk maar professioneel:

“Die opmerking is niet gepast. In deze klas respecteren we ieders identiteit en expressie.”

“Ik wil hier even bij stilstaan. We maken geen grappen over iemands identiteit. Iedereen verdient het om zich veilig te voelen en volledig mee te kunnen doen. Laten we terugkeren naar de inhoud van het gesprek.”

Bespreek het gedrag later privé met de student die de opmerking maakte, om uit te leggen waarom het kwetsend was. Check ook bij de getroffen student of het goed gaat.

Als je een fout maakt…

Als je per ongeluk de verkeerde voornaamwoorden gebruikt, bied dan kort je excuses aan en ga verder:

“Sorry, ik bedoelde ‘hij’. Laten we doorgaan…”

Houd het eenvoudig om ongemak te beperken. Uitgebreid verontschuldigen kan de aandacht verleggen naar jouw ongemak in plaats van naar de ervaring van de student.

Merk je dat je dezelfde fout herhaaldelijk maakt, benoem dit dan:

“Ik merk dat ik je voornaamwoorden meer dan eens verkeerd gebruik. Sorry, ik zal erop letten dat ik het goed doe.”

Herhaalde fouten kunnen het vertrouwen schaden en de sfeer in de klas negatief beïnvloeden. Ze kunnen ervoor zorgen dat een student zich ongezien, buitengesloten of onveilig voelt – ook als de fout onbedoeld was.

Oefen privé

Privé oefenen helpt om het goed te doen. Zeg de namen en voornaamwoorden van studenten hardop, zeker als je nog niet gewend bent aan het gebruik van enkelvoudige they/them (of die/diens of hen/hun). Zo help je je hersenen om nieuwe taalpatronen aan te leren.

“Quinn, die heeft het essay al vroeg ingeleverd.”
“Felix, die had vandaag een goed punt in de les.”

Heb je een vertrouwde collega, vraag dan of die met je wil oefenen met het gebruik van de juiste voornaamwoorden (zonder de identiteit van de student te delen). Na verloop van tijd wordt dit onderdeel van je professionele taalgebruik, geen uitzondering.

Verdergaande inclusie

Gebruik genderneutrale termen voor groepen (bijv. “iedereen” in plaats van “dames en heren”).

Voeg een korte, inclusieve verklaring toe aan je syllabus:

“In dit vak streven we naar een inclusieve en respectvolle leeromgeving voor iedereen. Het doel is dat iedereen met respect wordt behandeld.

"Discriminerende of respectloze taal of gedrag wordt niet getolereerd, noch in deze klas noch in online discussies.”

Wanneer relevant, gebruik wetenschappelijk werk van trans- en non-binaire auteurs of casussen die diversiteit en representatie weerspiegelen.

Tot slot

Inclusie is geen kwestie van perfectie, maar van oefening. Elke keer dat we onszelf corrigeren, schade onderbreken of ruimte maken voor iemands identiteit, laten we zien wat leren werkelijk betekent. Genderdiversiteit goed aanpakken gaat niet alleen over etiquette, maar over het creëren van klaslokalen waarin studenten kunnen leren én zich thuis kunnen voelen.

Geschreven door Michaela Carrière

Laatst gewijzigd:03 november 2025 13:48
View this page in: English