Flexibel en fanatiek: Studenten steken de handen uit de mouwen voor zelfrijdende auto

Ook in 2025 zet een kersvers team van de Universiteit van het Noorden zich schrap voor de RDW Self Driving Challenge (SDC). Binnen het team, genaamd ‘Lord of the Roads’, werken studenten van onderwijsinstellingen Noorderpoort, de Hanzehogeschool en de Rijksuniversiteit Groningen samen aan een zelfrijdende auto. Teamleider Laura María Quiros vertelt meer over hun gezamenlijke inspanningen.

_{Tekst: Froukje Duursema, Corporate Communicatie RUG}

Omdat Quiros ervaring heeft opgedaan bij Makercie en de Hanze Racing Division (HARD), is autonoom vervoer voor haar niet nieuw. Ze heeft meegewerkt aan het bouwen van een elektrische auto en heeft zelfs ervaring met autonoom vliegen. Sinds een tijdje is Quiros bezig met mechatronica, waardoor ze veel heeft geleerd over control. De Self Driving Challenge is voor haar een perfect moment om deze opgedane kennis toe te passen. Bovendien komt de kennis van haar studie Kunstmatige Intelligentie ook goed van pas.

Het studententeam doet ook dit jaar weer mee aan de Open Categorie. Dit betekent dat zij de taak hebben om zelf een auto aan te leveren, maar ook meer vrijheid hebben in de ontwikkeling van het systeem van het zelfrijdende voertuig. Het team wordt net als vorig jaar gesponsord door robotTUNER en heeft van hen een Renault Twizy gekregen om mee te werken.

De wagen aan het rollen brengen

De wedstrijd heeft ieder jaar andere doelen. Quiros legt uit wat hun taken dit jaar zijn: ‘We moeten een vaste route afleggen, waarvan we al weten hoe die eruit gaat zien. Hier komen we onder andere verkeersborden tegen, waarbij je moet denken aan een snelheidslimiet en een stopbord. Ook moet de auto kunnen stoppen bij stoplichten, overstekende mensen en een stilstaande auto.’ Naast haar leidinggevende rol binnen het team, is Quiros ook betrokken bij het ontwikkelen van de zelfrijdende auto. Hier werkt zij vooral aan de perceptie van de zelfrijdende auto. ‘We hergebruiken het YOLOV model van onze sponsor dat is gericht op het herkennen van objecten. Hierdoor weet onze auto straks wanneer het te maken heeft met verkeersborden en stoplichten.’

Een hobbelige rit

Het team is inmiddels een aantal obstakels tegengekomen. ‘Werken in een multidisciplinair team is soms wel even wennen vanwege de verschillende kennis en aanpak van de teamleden. Ook zorgt dit tijdsgewijs soms voor wat moeilijkheden.’ De Twizy staat namelijk op het terrein van Noorderpoort, terwijl het team grotendeels op Zernike werkt. Dit zorgt voor uitdagingen, omdat er sprake is van beperkte flexibiliteit en faciliteiten. Bovendien ervaart het team uitdagingen bij het integreren van de simulatieomgeving met de door de sponsor geleverde code. ‘Wanneer we willen kijken of onze code werkt, moeten we op afstand verbinden met de fysieke auto om de code uit te voeren. Dit kan alleen als er iemand op locatie is bij de auto op het terrein van Noorderpoort.’ Quiros legt uit dat dit de samenwerking in fysieke zin soms wat lastig maakt, maar dat ze elkaar over het algemeen goed kunnen vinden. ‘We krijgen ontzettend veel support van onze Noorderpoort teamleden wat betreft connectiviteit en logistiek.’

Quiros vertelt daarnaast dat het team de constructie van de auto niet zomaar mag aanpassen vanwege veiligheidsredenen. Dit heeft ook voor wat moeilijkheden gezorgd omdat vanaf het begin van de competitie duidelijk was dat het team een zogenaamde veerbelaste noodstopschakelaar nodig heeft. ‘Dit betekent dat wanneer je op een knop drukt er een veer tegen het wiel drukt, waardoor er wrijving ontstaat en de auto niet verder kan rijden.’ In plaats daarvan heeft het team een elektrische schakelaar die op een batterij werkt. ‘Hierbij zou je de auto in principe kunnen stoppen door op de schakelaar te drukken. Het probleem hierbij is dat, wanneer je de stroom stopt, er altijd een klein beetje elektriciteit overblijft waardoor er een storing kan ontstaan.’ Gelukkig heeft het team een aantal studenten van de masterstudie Systems & Control die daar wel raad mee weten.

De krachten bundelen

Over de samenwerking tussen de verschillende onderwijsinstellingen vertelt Quiros het volgende: ‘De studenten van Noorderpoort houden zich vooral bezig met techniek. Hun taak ligt op dit moment deels bij het stallen en onderhouden van de Twizy. Daarnaast werken zij aan een ander multifunctioneel voertuig, waarbij ze gaan proberen de code voor de Twizy ook voor dit voertuig te gebruiken.’ Een deel van de studenten van de Hanzehogeschool is van groot belang geweest voor het ontwerp van de noodstopschakelaar. Andere Hanzestudenten zijn bezig met het perceptiegedeelte, net als Quiros. ‘Zij zijn druk bezig met coderen en doen onderzoek naar het beste algoritme.’ De studenten van de RUG komen daarentegen uit allerlei verschillende hoeken, zoals Industrial Engineering, Biomedical Engineering, Mechanical Engineering en AI. ‘Iedereen is op zijn eigen manier vaardig en van belang. Bovendien kunnen we er vaak samen wel om lachen als er even iets misgaat.’

AI in actie

Wat Quiros zelf het meest toepast uit haar studie is haar kennis van de AI lifecycle. ‘Mijn teamgenoten denken bij AI vaak aan grote modellen, dingen die ingewikkeld zijn om in te zetten. Ik probeer het geheel wat haalbaarder te maken door na te denken over een simpeler model dat accuraat genoeg is. Dit vergelijken we vervolgens met betere modellen zodat we ons eigen model kunnen optimaliseren.‘ Verder benoemt Quiros haar kennis van programmeren als een van de meest nuttige vaardigheden uit haar studie. ‘Op dit moment ben ik ook bezig met mijn scriptie waarin ik werk aan een robot. Hierbij ben ik erg veel technische fouten tegengekomen, maar deze ervaring komt nu ontzettend goed van pas. De technische problemen die we nu tegenkomen, kunnen we daardoor veel sneller oplossen.’

Toekomstmuziek

Quiros vertelt dat hun sponsor op dit moment nadenkt over het realiseren van autonoom busvervoer. ‘Omdat er een groot gebrek aan buschauffeurs is in Nederland, zou dit een enorme uitkomst zijn. Dit geldt met name voor de meer afgelegen gebieden, waar een bus soms maar zelden rijdt. Ik denk dat het aannemelijk is dat we over een paar jaar zulke bussen gaan zien rijden.’