Skip to ContentSkip to Navigation
Onderzoek

Groningse aardbevingsproblematiek erkennen als ramp

Er mag in Groningen wel degelijk gesproken worden van een ramp, vanwege de maatschappelijke problemen die voortkomen uit de aardbevingsproblematiek. Die moet door beleidsmakers ook zo benaderd worden. Dat concludeert Marten Hoekstra uit zijn afstudeeronderzoek. De student Sociale planologie aan de Rijksuniversiteit Groningen kreeg voor zijn masterscriptie in september de Scriptieprijs Sustainable Society van de RUG uitgereikt. Sustainable Society is het onderzoeksspeerpunt van de RUG voor onderzoek naar een duurzame samenleving.

Een ramp, een ramp… zijn dat niet wat grote woorden als het gaat om de aardbevingsproblemen in Groningen? Wat is eigenlijk een ramp? En is de aanpak van de situatie in Groningen wel de juiste? Marten Hoekstra constateert dat er volgens het Disaster Risk Management (DRM) model inderdaad gesproken moet worden van een ramp. Misschien nog niet zozeer op het materiële vlak, maar wel degelijk op maatschappelijk gebied. De grootste aardbeving, in Huizinge in 2012, was weliswaar een kantelpunt in het erkennen van de urgentie om de gevolgen van gaswinning aan te pakken en erger te voorkomen, maar het beleid blijkt nu, vijf jaar later, nog niet bevredigend. Hoekstra doet daarom aanbevelingen tot een succesvollere aanpak De bijna afgestudeerde sociaal planoloog begint in december aan zijn eerste baan, bij bouwbedrijf Dura Vermeer.

Hoekstra onderzocht of het Programma Aardbevingsbestending en Kansrijk Groningen (PAKG) dat is opgezet om de aardbevingsproblemen aan te pakken, kan voldoen als Disaster Risk Management (DRM) model. Hoewel de Groningse versie niet veel blijkt te verschillen van het DRM dat de Verenigde Naties hanteren, wordt niettemin het Groningse model door bestuurders, betrokkenen en maatschappij niet als succesvol beleefd. Dat komt volgens Hoekstra omdat de maatschappelijke structuren onderbroken zijn door onvoldoende maatregelen om de onzekerheden onder de bewoners weg te nemen. Het gebrek aan vertrouwen in het DRM-model houdt een succesvolle aanpak tegen. Hoekstra’s onderzoeksverslag eindigt daarom met een aantal heldere aanbevelingen voor de Nationaal Coördinator Groningen om diens doelstelling ‘een integrale aanpak op het gebied van veiligheid, leefbaarheid, duurzaamheid en regionale economie’ eerder en beter te behalen.

Deltawerken

Omdat bij unieke problemen unieke oplossingen horen, raadt Hoekstra aan te overwegen de gebruikelijke paden te verlaten om het doel te bereiken. ‘Het probleem en de gevolgen zijn grotendeels bekend,’ schrijft hij.’ De oplossingen die nu worden ontwikkeld, worden in een juridisch en bestuurlijk kader geplaatst zodat deze passen binnen de bestaande handelswijzen. Door toevoeging van daad- en slagkracht kan het proces worden verbeterd en versneld waardoor het vertrouwen kan toenemen.’

Enkele van zijn – onderbouwde - aanbevelingen aan de NCG zijn: ‘Beweeg mee’, ‘Laat u niet (meer) verrassen’, ‘Streef naar mandaatverbreding’ en ‘Betrek publiek actief, vooraf en leg verantwoording af’. Voor de bouwwereld zijn met name zijn twee laatste aanbevelingen van belang. De eerste, ‘Build Back Better, overal en altijd’, licht hij als volgt toe: ‘Voer het principe Build Back Better in als startkwalificatie voor elk project. Definieer BBB niet alleen in cijfers en normen, maar ook in sociaal-maatschappelijke vooruitgang. Maak een keuze waarin je BBB vorm geeft; versterken van huidige gebouwen tot M5.0 is niet altijd beter, overweeg andere verregaande instrumenten zoals een uitgebreid opkoopinstrument. De individuele belangen (eigendom van woning) mogen niet ten koste gaan van maatschappelijke BBB-argumenten.’

Met zijn laatste aanbeveling, ‘Denk na over post-Groningen’,- schetst Hoekstra een hoopgevend toekomstbeeld. Hierover zegt hij: ‘Het bestaande model richt zich op de problemen die nu spelen. Het uiteindelijke doel, een veilig en beter Groningen, verdient alle aandacht. Niettemin zijn de unieke ervaringen die hier worden opgedaan in bijvoorbeeld de versterkingsopgave voor woningen te gebruiken in nationale en internationale samenwerkingen. De Deltawerken zijn voor internationale partners hét bewijs hoe Nederland omgaat met zijn kwetsbaarheid. Gebruik Groningen om te laten zien hoe wel en niet om te gaan met dit dossier en ontwikkel een format, net als de Deltawerken, om deze expertise te exporteren.’

Fenneke Colstee, Communicatie RUG

Laatst gewijzigd:16 september 2020 09:56
View this page in: English