Meer dan een monument
Promotie: | M.H. (Marieke) Dwarswaard, MA |
Wanneer: | 26 juni 2025 |
Aanvang: | 16:15 |
Promotor: | prof. dr. C.W. (Mineke) Bosch |
Copromotor: | dr. L.K. (Leonieke) Vermeer |
Waar: | Academiegebouw RUG |
Faculteit: | Letteren |

Groningse ondernemersfamilie Scholten creëerde bewust een eigen identiteit
Boegbeelden van de Groningse industrialisering en vooruitgang waren ze: de familie Scholten. Vader Willem Albert was de eerste landbouwindustrieel en multinational van Nederland. Hij stichtte diverse aardappelmeel- en strokartonfabrieken in binnen- en buitenland. Zoon Jan Evert was een waardig opvolger, die onder meer zorgde voor de toeristische ontwikkeling van het Paterswoldsemeer en het Stadspark liet aanleggen. Beiden hebben vele sporen nagelaten in Stad en Ommeland. Marieke Dwarswaard concludeert op basis van haar promotieonderzoek dat deze Groningse ondernemersfamilie zijn identiteit vormgaf als leden van de nieuwe elite. Daarbij creëerden de Scholtens een familieverhaal waarin filantropie een grote rol speelde, evenals het idee dat ze uit een lagere klasse afkomstig waren.
Dwarswaard schreef voor haar promotie een biografie van de Groningse familie Scholten. Het proefschrift omvat de periode 1820-1960 en drie generaties Scholtens. Dwarswaard heeft met haar proefschrift de geschiedschrijving over de Scholtens uitgebreid door een culturele in plaats van een economische benadering te hanteren, en door de familie als geheel te beschouwen. Daarnaast vult haar proefschrift het bekende verhaal over Willem Albert en Jan Evert - de Grote Mannen - aan met informatie over hun partners en kinderen.
De centrale vraag van het proefschrift is hoe de verschillende leden van de familie Scholten hun identiteit vormgaven, en in het verlengde daarvan, of er zoiets bestond als een familie-identiteit. De hoofdvraag wordt ondersteund door verschillende deelvragen, waarin Dwarswaard ingaat op de rol van vrouwen binnen het familiebedrijf, de (a)symmetrie in de verschillende kapitaalvormen van de familieleden, dynastieke drang en filantropie. Hierbij is het concept (autobiographical) performance een belangrijke tool. Performances zijn te vinden in egodocumenten, artefacten, visuele bronnen, acties en tot slot het familiearchief als geheel. Dit familiearchief verdoezelt de rol van de vrouw in de familie, zowel door de manier waarop de inventaris is ingedeeld, als door wat erin is opgenomen. Het antwoord op de hoofdvraag van het proefschrift is dat de Scholtens hun identiteit als leden van de nieuwe elite probeerden vorm te geven. Daarbij creëerden ze een familieverhaal waarin filantropie een grote rol speelde, evenals het idee dat ze uit een lagere klasse afkomstig waren.