Skip to ContentSkip to Navigation
Onderzoek Graduate School for the Humanities

Pastoralism in context

A zooarchaeological study from the Classical through the Hellenistic Periods in southern Thessaly in Greece
Promotie:D. (Dimitris) Filioglou, MSc
Wanneer:08 juni 2023
Aanvang:09:00
Promotor:prof. dr. S. (Sofia) Voutsaki
Copromotor:C. (Canan) Çakirlar, PhD
Waar:Academiegebouw RUG
Faculteit:Letteren
Pastoralism in context

Beter begrip van veeteelt bij Oude Grieken

Veeteelt en het telen van gewassen was ongetwijfeld de ruggengraat van de oud-Griekse economie. Voornamelijk rund, schaap, geit en varken bevoorraadden binnenlandse, culturele en marktactiviteiten met hun primaire en secundaire producten, en vormden zo een essentieel onderdeel van het dagelijks leven. Echter, historici en archeologen debatteren al decennia over de omvang en mate van specialisatie in de veeteelt. Tekstueel bewijsmateriaal is fragmentarisch en bevooroordeeld omdat teksten voornamelijk door en voor de opgeleide stedelijke bovenklasse werden geschreven. Het (zoo)archeologische bewijsmateriaal daarentegen komt tot nu toe voornamelijk uit rituele contexten en is nauw verwant aan cultusactiviteiten.

In reactie hierop combineert Dimitris Filioglou in zijn promotieonderzoek een geïntegreerde aanpak van standaard zoöarcheologisch onderzoek en innovatieve gecombineerde stabiele-isotopenanalyses (87Sr/86Sr, δ13C, δ18O) om de rol van veeteelt in de binnenlandse economieën beter te begrijpen. In dit interdisciplinaire onderzoek kon hij verschillen en overeenkomsten identificeren tussen de veeteelt in nederzettingen van verschillend politiek en economisch belang in Thessalië, Centraal-Griekenland (Magoula Plataniotiki, New Halos en Pherae), ten tijde van de turbulente Klassieke en Hellenistische perioden (4e-1e eeuw v.Chr.). Zowel de variatie tussen nederzettingen in de mate van specialisatie, als het gebrek aan grootschalige productie in het algemeen ongeacht verschillen in het belang van de individuele vindplaatsen, onthulde dat significante economische groei tegengehouden werd door constante politieke instabiliteit. Als gevolg hiervan moesten veehouders in deze periode zich aanpassen en richten op de kleine lokale markten in plaats van de grotere markten van grote stedelijke centra.